Lectio altera
Ex Sermónibus
sancti Lauréntii Iustiniáni epíscopi
(Sermo 8, in festo Purificationis
B. M. V.: Opera, 2, Venetiis 1751, 38-39)
Conferénte secum
María de ómnibus quæ legéndo, audiéndo, vidéndo cognóverat, o quantum crescébat
in fide, augebátur méritis, sapiéntia illustrabátur magis magísque caritátis
cremabátur incéndio! Ex redivíva síquidem sacramentórum cæléstium reseratióne
promóta, complebátur lætítia, Spíritu fecundabátur nímium, dirigebátur in Deum,
et húmilis custodiebátur in se. Tales prorsus divínæ grátiæ sunt proféctus, ut
de imis élevent ad summa, et de claritáte in claritátem transfórment. Beáta plane mens
Vírginis, quæ, per inhabitántem Spíritum ac magistérium, Verbi Dei semper in
ómnibus parébat império. Non sensu próprio, non suo ducebátur arbítrio; sed
quod intus sapiéntia innuébat ad fidem, foris hoc córporis ministério
peragébat. Decébat útique divínam Sapiéntiam, quæ sibi ad habitándum domum
ædificábat Ecclésiæ, ut de legis custódia, de purificatióne mentis, de
humilitátis norma, et de spiritáli oblatióne, Maríæ sanctíssimæ médio uterétur.
Inleiding (uit
het Romeins Missaal)
Aan de verering van het Hart
van Jezus, beschouwd als zetel van zijn inwendige vermogens tot kennen en
beminnen, is de devotie tot het Hart van Maria verbonden. Haar onbevlekt Hart
is haar innerlijk, vervuld van de Heilige Geest en daarom geheel naar God
gekeerd. Uit deze inwendige bron welden gevoelens van dankbare vreugde op om
haar uitverkiezing tot Moeder van de Verlosser (Luk 1, 46-47; verg. 1 Sam 2,
1). In dit geestelijk heiligdom bewaarde zij alles wat er gezegd werd over en
door haar Zoon en alles wat er met Hem gebeurd is, om het zij zichzelf te
overwegen, er uit te leven en ernaar te handelen (Luk 2,19 en 51; 11, 28; vgl.
Luk 12,34). Om de onverdeelde toewijding van dit hart aan de zaak van de
Verlosser heeft paus Pius XII, te midden van de verschrikkingen van de IIe
Wereldoorlog, in 1942 – bij gelegenheid van de 25e verjaardag van de
verschijningen te Fatima – de wereld toegewijd aan het Onbevlekt Hart van Maria.
Tweede lezing
Uit
een preek van de heilige Laurentius Justiniani, bisschop van Venetië (+1455)
(Sermo 8, in festo Purificationis BMV: Opera omnia 2,
Venetië, 1751, blz. 33-39)
Maria
bewaarde alles in haar hart
Maria
overwoog bij zichzelf alles wat zij door te lezen, te luisteren en te zien
vernomen had. Zo nam zij toe in geloof, groeide in verdiensten, werd verlicht
door wijsheid en brandde steeds meer door het vuur van de liefde. Telkens als
zij de openbaring van de hemelse geheimen die zij had ontvangen, opnieuw
beleefde, werd zij van vreugde vervuld. Zij werd vervuld van de Geest, richtte
zich op God en hoedde zichzelf in bescheidenheid.
Zo
is de dynamiek van Gods genade. Zij tilt ons uit de diepte op naar het hoogste
en vormt ons om van licht tot licht.
Maria’s
hart was zeker gelukkig. Door de inwoning van de Geest en zijn onderricht
gehoorzaamde zij altijd en in alles aan het woord van God. Zij liet zich niet
leiden door eigen gevoel en eigen oordeel. Wat de wijsheid innerlijk voorstelde
aan haar geloof, dat bracht zij uiterlijk met haar lichaam ten uitvoer. De
goddelijke Wijsheid bouwde voor zichzelf het huis van de Kerk om daarin te
wonen en het was passend dat daarbij de heilige Maria zou bemiddelen voor het
onderhouden van de wet, voor de zuiverheid van het hart, voor het ideaal van de
bescheidenheid en de geestelijke offervaardigheid.
Gelovige
mens, volg haar na. Om u innerlijk te zuiveren, om u van zonden te kunnen
reinigen moet gij binnentreden in de tempel van uw eigen hart. Daar let God
meer op onze gezindheid bij alles wat wij doen, dan op het resultaat. Wij
kunnen ons daarom toeleggen op een beschouwend leven om boven onszelf uit te
stijgen en vrij te zijn voor God ofwel onze goede eigenschappen ontwikkelen en
goede werken verrichten om ons eenvoudig in te zetten voor onze medemensen. Hoe
dan ook, wij moeten het zo doen dat alleen de liefde voor Christus ons motief
is.
Dit is een innerlijke zuivering en een
welgevallig offer dat zich niet voltrekt in een gebouw van steen, maar in de
tempel van ons hart. Daarin treedt Christus, onze Heer, met vreugde binnen.