zaterdag 28 december 2019

Lezingenofficie zondag onder het octaaf van Kerstmis Liturgia Horarum Over het christelijk familieleven

Zondag onder het octaaf van Kerstmis:
Feest van de H. Familie

Lezingen van het Lezingenofficie


  
Augustinus leest Paulus, fresco van Benozzo Gozzoli (1420-1497)

Eerste lezing

Over het christelijk familieleven

Eerste lezing uit de Brief aan de christenen van Efeze 5, 21-6, 4

Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus. Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de Kerk, het lichaam dat hij gered heeft. En zoals de Kerk het gezag van Christus erkent, zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen. Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de Kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden en om haar in al haar luister bij Zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver. Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de Kerk, want dat is zijn Lichaam en wij zijn de ledematen. ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn.’ Dit mysterie is groot – en ik betrek het op Christus en de Kerk. Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.
Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het. ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: ‘Dan zal het u goed gaan en zult u lang leven op aarde.’ Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en vermaan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil.

Tweede lezing

Tweede lezing
Uit de toespraak van paus Paulus VI († 1978) in Nazaret

Het voorbeeld van Nazaret

Het huis van Nazaret is de school waarin wij het leven van Jezus beter leren begrijpen; het is de school van het evangelie.

De eerste les die wij hier leren, is grote aandacht te hebben voor de diepe en geheimvolle zin van deze eenvoudige, nederige en verheven openbaring van Gods Zoon, deze zin te overwegen en te begrijpen. Misschien leren wij er geleidelijk hoe wij Hem moeten navolgen.

Hier leren wij de wijze en de weg die ons gemakkelijk naar Christus voeren. Hier wordt ons vooral duidelijk, hoe belangrijk het is rekening te houden met het kader waarbinnen zijn leven zich onder ons afspeelde: de verschillende plaatsen en tijden, de gewoonten, de taal en de godsdienstige gebruiken, kortom, alles waarvan Jezus gebruik maakte om zich aan de wereld te openbaren. Alles spreekt hier voor zichzelf, hier heeft alles een betekenis.

Hier, in deze school, leren wij waarom het noodzakelijk is een geestelijke leefregel te hebben, als men het onderricht van het evangelie wil volgen en leerling van Christus wil worden.

Hoe graag zou ik opnieuw kind willen worden en weer naar school gaan, naar deze eenvoudige en toch zo verheven school van Nazaret! In de nabijheid van Maria zou ik opnieuw willen beginnen om de ware kennis van het leven te kunnen verwerven en de hogere wijsheid van de goddelijke waarheden.

Maar ik verblijf hier slechts als pelgrim. Ik moet afzien van het verlangen om in dit huis mijn onvolledige scholing in de kennis van het evangelie te voltooien. Toch wil ik mijn weg niet vervolgen zonder eerst, in de haast en als het ware onmerkbaar, enige korte lessen van Nazaret vergaard te hebben.

Allereerst een les inzake stilte. Moge de waardering voor de stilte, als bijzondere en noodzakelijke voorwaarde voor de geest, bij ons herleven te midden van zoveel overmatig stemgeluid, overal doordringend lawaai en rumoer waarmee wij bestormd worden in het moderne en jachtige leven. Moge de stilte van Nazaret ons bezinning leren, innerlijkheid en bereidheid om te luisteren naar goede ingevingen en naar lessen van echte leermeesters. Moge die stilte ons de noodzaak en de waarde leren van persoonlijke voorbereiding, van studie en overweging, van eigen innerlijk leven en van gebed dat alleen door God in het verborgene wordt gezien.

Vervolgens is er een les over het gezinsleven. Moge Nazaret ons leren wat het gezinsleven is, zijn liefdesgemeenschap, zijn oprechte en eenvoudige schoonheid, zijn heiligheid en onschendbaarheid. Laten wij van Nazaret leren dat de vorming die men thuis heeft ontvangen, kostbaar en onvervangbaar is. Laten wij leren dat de rol van het gezin in de maatschappij van het hoogste belang is.

Tenslotte is er een les over de arbeid. Hier in Nazaret, woonplaats van ‘de zoon van de timmerman’, zou ik gaarne de strenge en bevrijdende wet van de menselijke arbeid willen verstaan en verkondigen. Hier zou ik het besef willen versterken dat arbeid edel is; ik zou willen beklemtonen dat arbeid geen doel in zichzelf kan zijn, maar dat hij zijn vrijheid en adel eerder dankt aan het doel waarvoor hij verricht wordt dan aan zijn economische waarde. Tot besluit wil ik vanhier, vanuit Nazaret, alle arbeiders overal ter wereld groeten en hen wijzen op het grote voorbeeld, hun broeder, de mensgeworden God. Hij is de profeet die al hun rechtvaardige belangen behartigt, Christus onze Heer.