Wonderlijke gebeurtenis tijdens de
Kerstnacht 1967 in Fatima:
Een vrouw in diepe nood zocht met
gelovig vertrouwen hulp in Fatima, waar de Moeder Gods zich op 12 oktober 1917
niet alleen als Koningin van de Rozenkrans bekend maakte en het geweldige
zonnewonder bewerkte, maar ook met het Jezuskind en Sint Jozef als Heilige
Familie verscheen.
Naast andere boodschappen was dit
een oproep tot de dwalende mensheid, de H. Familie als voorbeeld van geloof te
aanvaarden. Kardinaal Jozef Mindzenty [1892-1973], aartsbisschop van Esztergom
en primaat van Hongarije heeft met het oog op de toenemende gevaren voor het
hem toevertrouwde volk van Hongarije aangedrongen het eigen gezin tot een
Huiskerk te maken, ja, zelfs tot een “vesting” waar de beeltenis van de
H.Familie oplicht. “In de spiegel van
Nazareth zijn vader en moeder heilig. Daarom is het kind van onmetelijke,
onsterfelijke waarde, de meest kostbare oogappel van de ouders, ja, van geheel
de natie..”
Geldt deze herderlijke instructie in onze tijd niet
des te sterker?
Maar terug naar deze vrouw!
Twee universiteitsstudenten uit
Zürich, de ene afkomstig uit de gereformeerde Kerk en de andere katholiek van
huis uit, beiden nauwelijks 20 jaar, ondernamen in de kerstvakantie van 1967,
in het 50e Jubileumjaar van de Verschijningen een Mariabedevaart
naar Fatima. De protestantse student, enige zoon uit een vooraanstaande
familie, had Maria dit beloofd, omdat de “lieve Moeder van onze Heer” hem van
een gevaarlijke aandoening in de hals, vermoedelijk kanker, tot verbazing van
de artsen, had genezen.
Op Kerstavond tegen half 11 ’s
nachts bereikten zij de kleine Kapel van de Verschijning, op het immens grote
plein voor de basiliek. Het regende, en het handjevol pelgrims, dat zich om het
genadebeeld van de Rozenkranskoningin schaarde, rilde, want er waaide een koude
wind. Nieuwsgierig kwamen de twee studenten uit Zürich dichterbij en
observeerden het groepje dat aandachtig in gebed was verzonken en dat in deze
heilige nacht eveneens de Moeder Gods gezelschap wilde houden.
Een innig biddende jonge moeder trok
spoedig de aandacht van alle aanwezigen. Onophoudelijk liepen tranen over haar
bleke wangen, terwijl zij steeds opnieuw haar in een warme deken gehuld kind
naar het beeld van de Rozenkranskoningin ophief. Grenzeloos leed lag in haar
halfluid, diep aangrijpend smeken. Vol medelijden informeerden de andere
Portugese pelgrims wat haar kind mankeerde. Toen schoof ze het dekentje een
beetje weg zodat het gezichtje van het nauwelijks twee weken geleden geboren
kindje zichtbaar werd. Een heftige schok voer door de aanwezigen en groot
medelijden greep hen aan, want de kleine had geen ogen, niet eens oogholten!
Glad, zonder onderbreking liep de huid door van het voorhoofdje naar het neusje
en het mondje. Een gezichtje zonder ogen!!!
“Lieve Moeder van God, help mij en
mijn arm kind!” smeekte diep in tranen de ongelukkige moeder.
“Gedenk de vreugde, toen U in de
heilige nacht het schoonste en heiligste Kind van hemel en aarde aan uw hart
mocht drukken en Zijn stralende oogjes U aankeken! U schenk ik mijn kind zonder
ogen. O, laat het niet blind en mismaakt door het leven gaan, barmhartige
Moeder!... Dan ging zij snikkend verder met de rozenkrans.
Alle pelgrims weenden onwillekeurig met haar mee en
baden niet meer voor zichzelf, maar voor het arme kind. Toen smeekte de moeder
luid: “O Rozenkranskoningin van Fatima, ik ga niet van deze plaats die door Uw
verschijningen is geheiligd, weg, totdat U mij verhoord hebt!” Toen zij haar
kind opnieuw naar het genadebeeld ophief, begon het eigenaardig te weeklagen.
Het was ongeveer half een ’s nachts …. het geboorte-uur van de Verlosser! Snel
maakte de arme moeder het gezichtje van haar ongelukkig kindje vrij om te
kijken wat er aan de hand was… Op hetzelfde ogenblik slaakte zij een
vreugdekreet, die vanuit de Verschijningskapel de heilige nacht binnendrong.
Ook de andere pelgrims die zich over het kindje heen bogen stemden in met haar jubelkreet, toen zij zagen dat onder het voorhoofdje van het kleintje twee kleine puntjes in de huid zich openden die zich geleidelijk aan tot spleetjes verwijdden, totdat twee stralen blauwe ogen tevoorschijn kwamen! Nu weeklaagde het kindje niet meer, maar lachte zijn moeder toe!...
Ook de andere pelgrims die zich over het kindje heen bogen stemden in met haar jubelkreet, toen zij zagen dat onder het voorhoofdje van het kleintje twee kleine puntjes in de huid zich openden die zich geleidelijk aan tot spleetjes verwijdden, totdat twee stralen blauwe ogen tevoorschijn kwamen! Nu weeklaagde het kindje niet meer, maar lachte zijn moeder toe!...
De
beide jonge mannen waren ooggetuigen van dit bijzondere wonder! Diep onder de
indruk van deze belevenis gaven zij twee maanden na terugkeer in hun vaderland
hun studie op, vast besloten voortaan alleen nog maar God te dienen – als
missiehelpers in een melaatsenkolonie in Zuid-Amerika, waar de protestantse
student zijn overgang naar de katholieke Kerk voorbereidde.
Lit. : Monatsschrift Nr. 12, Dez. 1982, St. Petrus-Claver-Sodalität,
Billerstr. 20, 8900 Augsburg.
P. Kaspar Demmeler SJ in WKS Rundbrief 32, Dez. 1983: Das Kind in der christlichen Ehe.
P. Kaspar Demmeler SJ in WKS Rundbrief 32, Dez. 1983: Das Kind in der christlichen Ehe.