Als wij Jezus zouden vragen: “Wie heeft U aangekondigd
? Waar is van U voorzegd hoe uw leven zou aflopen?” zou Jezus kunnen zeggen:
2000 Jaar voordat Ik kwam werd aan een man met
de naam Abraham voorzegd, dat hij de stamvader van een groot volk zou
worden. 2000 Jaar voor mijn komst werd
aangekondigd dat Hij, die uit dit volk zou voortspruiten, de lang Verwachte van
de volkeren zou zijn, dus van de Joden als ook van de heidenen.
700 Jaar voordat Ik kwam, werd mijn
geboorteplaats opgetekend. Bethlehem, het kleinste van de vorstelijke steden
van Juda, moest de plaats zijn, waaruit de Verlosser zou voortkomen. 700 Jaar
voor mijn komst werd verkondigd dat een
maagd Mij ter wereld zou brengen.
“Zie, de Maagd zal ontvangen en een Zoon ter wereld brengen, en zijn naam zal zijn Emmanuel ”. 700 Jaar voor mijn komst werd verkondigd dat wijzen uit het Oosten zouden verschijnen om Mij hun geschenken van goud, wierook en mirre aan te bieden.
“Zie, de Maagd zal ontvangen en een Zoon ter wereld brengen, en zijn naam zal zijn Emmanuel ”. 700 Jaar voor mijn komst werd verkondigd dat wijzen uit het Oosten zouden verschijnen om Mij hun geschenken van goud, wierook en mirre aan te bieden.
600 Jaar voor mijn komst was voorzegd dat na een
bepaalde tijd, nadat Cyrus de Joden had teruggevoerd, de Verlosser zou
komen.
500 Jaar voor mijn komst werd voorzegd welke
karaktertrekken ik zou bezitten, dat Ik minzaam zou zijn en goed voor de
mensen, dat Ik echter ook door mijn volk verworpen zou worden. De details van
mijn dood werden voorzegd: dat Ik aan handen en voeten wonden zou dragen, dat
om mijn klederen gedobbeld zou worden en dat met gal en azijn mijn dorst gelest
zou worden.
Men heeft 456 profetieën van de komst van Jezus gevonden in de boeken van het Oude Testament. Maar Jezus is niet alleen door de Oudtestamentische geschriften vooraf verkondigd. Ook de volkeren die buiten de geopenbaarde godsdienst van het Oude Verbond leefden hebben Christus verwacht.
Men heeft 456 profetieën van de komst van Jezus gevonden in de boeken van het Oude Testament. Maar Jezus is niet alleen door de Oudtestamentische geschriften vooraf verkondigd. Ook de volkeren die buiten de geopenbaarde godsdienst van het Oude Verbond leefden hebben Christus verwacht.
De
Romeinse geschiedschrijver Tacitus bericht dat de volkeren overtuigd waren dat
het Oosten het voorrecht zou hebben en dat van daaruit de Heer en Heerser zou
komen.
De
Romeinse schrijver uit de keizertijd, Suetonius, schrijft over de algemene
overtuiging dat het Joodse volk zou zijn uitverkoren.
Ook de
Chinezen waren ervan overtuigd, dat een Wijze uit het Westen zou komen, uit het
Westen, omdat zij in het Oosten woonden. In de annalen van het keizerrijk is
bericht over een licht dat het paleis van de keizer helder bescheen; hij
bevroeg de wijzen naar de betekenis. Zij wezen hem erop dat dit het teken van
de grote Wijze uit het Westen was, wiens godsdienst in zijn land zou worden
ingevoerd.
En ook Aeschylos, de Griekse dichter, schrijft,
zes eeuwen vóór Christus, in zijn werk Prometheus: “Zie niet uit naar een einde
van deze vloek tot God verschijnt, om op Zich te nemen je eigen zonden!”
Christus werd verwacht..
Dat onderscheidt Hem van alle andere gestalten uit de geschiedenis van de godsdiensten die men met Hem pleegt te vergelijken.
Dat onderscheidt Hem van alle andere gestalten uit de geschiedenis van de godsdiensten die men met Hem pleegt te vergelijken.
En zijn
komst werkte zo op de geschiedenis in, dat Hij haar in twee delen splitste: de
tijd vóór zijn komst en de tijd na zijn komst.
Men heeft geprobeerd de tijdrekening – vóór en na Christus – door die andere: “voor en na de wending van de tijd” te vervangen.
Men heeft geprobeerd de tijdrekening – vóór en na Christus – door die andere: “voor en na de wending van de tijd” te vervangen.
Maar daarmee heeft men de betekenis van Christus
bevestigd, want Hij is het juist in Wie de tijden zich keren, de tijd vóór zijn
komst, de tijd van verwachting, en de tijd na zijn komst, de tijd van
vervulling.
“Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond
God zijn Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet” (Galaten 4,4,)
Met dank
ontleend aan de preek van prelaat prof. Georg May, Voorzeggingen van de komst
van de Heer.