Moeder Gods en Maagd, gij ringmuur der
maagden
evenals van allen die hun toevlucht nemen
tot U.
Want gij zijt overschaduwd, Alreine, door
de Schepper van hemel en aarde,
en Hij heeft zich een woning bereid in uw
schoot,
waar Hij allen leert om tot U te roepen :
Verheug U, zuil van maagdelijk leven.
Verheug U, poort van het christelijk heil.
Verheug U, grondslag waarop alles hersteld
wordt.
Verheug U, schenkster van het goddelijk
goed.
Verheug U, want de in zonden ontvangenen
hebt gij herboren.
Verheug U, die onwijzen tot verstandigen
maakt.
Verheug U, die de bedervers der harten
ontkracht hebt.
Verheug U, die de Zaaier der reinheid
baart.
Verheug U, bruidsvertrek van maagdelijk
huwelijk.
Verheug U, die de gelovigen paart aan de
Heer.
Verheug U, schone verzorgster der maagden.
Verheug U, bruidleidster der zielen naar
God.
Verheug U, ongehuwde Bruid.
VERHEUG U,
ONGEHUWDE BRUID.
(Uit de
Akathistos)