De rode babyschoentjes springen misschien het eerst in het oog, maar het gaat om de Rozenkrans die duidelijk verwijst naar het
voorrecht van de H. Maagd om voor ons ten beste te spreken. In de
buitenste stralenkrans van het aureool om haar hoofd staan de
begroetingswoorden van de Engel Gabriël: Ave
Maria Dominus tecum kan lezen. Wees gegroet, Maria, de Heer is met U.
Inderdaad, de Heer is met U. Sinds de woorden van de Engel loven en eren
miljoenen de Moeder Gods met dezelfde woorden bij het bidden van de Rozenkrans.
Zij is de Hulp der christenen door alle eeuwen heen. De liefde tot de Moeder
Gods is een grote kracht van de katholiciteit. In de Moeder Gods en in haar
zorg voor alle mensen zien we de tederheid van God die zich over de mensen heen
buigt. De Rozenkrans is het gebed van de christenen die Christus navolgen terwijl zij de pelgrimsweg van het
geloof gaan, waarop Maria hen is voorgegaan.
Het
perspectief boven de linker schouder van de Moeder Gods doet ietwat denken aan
Florence.
Met
de ene hand houdt Maria het Kind Jezus vast, in de andere hand houdt zij een
bloeiende bloem; bloem en vrucht komen op dit schilderij samen, in meer dan in
een opzicht.
(Bewerkte vertaling uit ‘Braut des Lammes’)