vrijdag 12 maart 2021

"Een nieuwe morgen in Gods goede schepping!" - Paus Benedictus XVI

Volgens het liturgisch taalgebruik van de Kerk wordt de tijd die wij met Aswoensdag beginnen "Quadragesima", Veertigdagentijd genoemd. Zo wil de Kerk ons met behulp van de typologische Schriftverklaring inpassen in een geestelijk samenhangend verband. Veertig jaren trok Israel door de woestijn; veertig dagen trok Elias naar de Horeb, de berg van God; veertig dagen vastte Jezus in de woestijn. .
Wat wordt er met deze reeks van veertig bedoeld? In de latere periode van Israel heeft men de veertig jaren van de woestijntocht gezien als de tijd van de eerste liefde tussen God en Israël. Zo schenen de woestijnjaren een tijd van de bijzondere uitverkiezing. In de Bijbel echter verschijnt de woestijntijd als een tijd van uiterste gevaar en beproeving; als de tijd waarin Israël mort tegen zijn God, waarin het graag terug zou willen gaan naar het heidendom. Is daarin ook niet ónze situatie beschreven? De Kerk is thans op een geheel nieuwe manier de veertig dagen, de tijd van de woestijn ingestuurd. Zij heeft zoveel aardse behuizingen en zekerheden verloren. Niets van alles wat zij scheen te dragen, houdt nog stand. Slechts woestijn schijnt nog om haar heen te zijn, die haar voortdurend op zwerftocht dwingt. En ook aan de Kerk van onze tijd dringen de  hallucinaties en de beproevingen van de woestijn zich op. Omdat de verre God zo ongrijpbaar is geworden komt ook zij in de verleiding het met het nabije te proberen, het wereldse zelf tot christelijk te verklaren, het opgaan in de wereld uit te leggen als de ware dienst  aan Jezus Christus. Kerk in de Quadragesima, in de "veertig dagen" van de woestijn. Wij zouden ons in de Vastentijd opnieuw moeten laten aanmoedigen deze onze situatie in geduld en geloof aan te nemen, en de heldere wereld van God, de verloren wereld van beelden en klanken, zal ons als nieuw geschonken worden: een nieuwe morgen in Gods goede schepping!

Uit: Joseph kardinaal Ratzinger, Dogma und Verkündigung, p. 323 e.v., in Mitarbeiter der Wahrheit. Gedanken für jeden Tag (van dezelfde auteur). Pfeiffer, München 1979, p. 93