"Na het beëindigen van de eredienst moet u uzelf niet meteen verliezen in uitwendige activiteiten, opdat u niet beroofd wordt van de genade, die u door het gebed hebt gekregen. Blijf liever volgens uw voornemen ingetogen en in grote dankzegging afgezonderd van alle gedruis van de wereld, en herinner u aan wat u in de eredienst hebt gehoord. Wat heeft het voor nut God een uur lang te loven en meteen daarna ijdele wereldse zaken te verrichten? U moet de kostbare waarde van uw gebeden en het werk van uw eredienst niet afwisselen met ijdel tijdverdrijf en kinderspel. Want de ingekeerdheid, die niet door het zwijgen wordt ingeperkt, verdwijnt maar al te spoedig.
Wanneer u nu weerzin bespeurt vanwege een langdurende kerkdienst, overweeg dan dat u na afloop hiervan naar de hemel moest opvliegen. Zou dat niets baten, bedenk dan dat men gemakkelijker drie of vier uur kan waken en zingen dan één uur in het vagevuur lijden. Het is werkelijk zeer verdienstelijk aan het goddelijk officie deel te nemen en in de kerk met blij gemoed te midden van religieuzen Gods lof te zingen".
Uit Thomas a Kempis "De disciplina claustralium"