Kanunnikessen van het H. Graf
Preek na het Evangelie in de Conventsmis van 21
november 2017, gedachtenis van Maria Presentatie in de tempel, dag van de
Hernieuwing van de Geloften.
De opdracht van Maria in de tempel
Deze gedachtenis wordt gevierd op de verjaardag van
de kerkwijding van de Mariakerk (543) nabij de tempel in Jeruzalem. De opdracht
van Maria in de tempel, dat zij als jong meisje door haar ouders aan de
tempeldienst zou zijn gewijd, is te vinden in het tweede eeuwse apocriefe
proto-evangelie van Jacobus over ‘de geboorte van Maria.’
In hoeverre dit feit historisch is, daarover was er
al een discussie gaande bij het uitkomen van het Missaal van Pius V. Deze
heilige paus liet het schrappen; paus Sixtus V nam het feest weer op.
Veel belangrijker is wat deze gedachtenis ons te
zeggen heeft. In feite kleurt het feest van de Opdracht in de tempel verder in,
wat ons het Nieuwe Testament over haar verhaalt.
Zo spreekt de engel tot Maria en zegt: “Wees
gegroet Maria.” Je mag dit echter ook vertalen met: “Verheug u”. Zo begint ook
de eerste lezing van deze gedachtenis: “Juich en verheug U.” Vervolgens zegt de
engel: “Gij zijt vol van genade”. In het Grieks mogen wij ook lezen: heel
bijzonder door God reeds begenadigd. En de woorden: “De Heer is met U”, kunnen
wij vandaag met Zacharias als volgt inkleuren: “Dochter Sion, want zie, Ik kom
en Ik zal bij u wonen.” De lezing eindigt met de veelzeggende woorden “Zwijg
stil voor de Heer, al wat leeft. Hij staat op en komt in zijn heilige woning.”
Die eerbied voor Maria als Gods heilige woning mogen wij ook bij Elisabeth
beluisteren. Geïnspireerd door de heilige Geest zegt Elisabeth namelijk op haar
beurt: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot.
Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?”
In dit alles wordt de volgende werkelijkheid
uitgedrukt: God wilde onder ons komen wonen. Het Woord is Vlees geworden en het
heeft onder ons gewoond. En die genade is begonnen in Maria. God bereidde Maria
vanaf haar ontvangenis in de schoot van moeder Anna voor om zijn heilige woning
te worden.
Het evangelie spreekt ons over de vrije wil en de
reactie op Gods genadevol aanbod: “Mijn Moeder is zij die de wil volbrengt van
mijn Vader die in de hemel is.” Werden de eerste Adam en Eva aangesproken op
hun vrije wil, het gold ook voor de nieuwe Adam en Eva. “Brand en slachtoffers
hebt Gij niet gewild. Die konden U niet behagen. Toen hebt U mij een lichaam
bereid, zoals in de boekrol geschreven staat: ‘Ik ben gekomen Heer om uw wil te
doen’.” En in de hof van Olijven: “Niet mijn wil maar uw wil geschiede.”
En wanneer de engel Gabriël de Blijde Boodschap aan
Maria gebracht heeft, wacht de hemelse bode op haar antwoord: “Zie de
dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw Woord.”
Terug naar de gedachtenis van vandaag. Het Nieuwe
Testament verhaalt ons dus niets van de opdracht van Maria in de tempel. Het
zal echter duidelijk zijn, dat haar verborgen leven op dat van haar Zoon
gelijken moest. En van Jezus wordt gezegd: Toen Jezus vanuit de tempel met zijn
ouders naar huis ging was Hij zijn ouders onderdanig. God tovert niet want Hij
neemt de vrije wil serieus. Het is dus zeker, dat Maria uit vrije wil heeft
meegewerkt aan de bijzondere genade die zij ontvangen had. “Zo bewaarde zij al
de woorden van Jezus in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.” En vandaag
geeft het evangelie getuigenis, dat Maria altijd in de buurt van haar Zoon
vertoefde. En wie de wil van God wil volbrengen, al is het misschien niet
letterlijk in de tempel; hij of zij zal toch plaats dienen te maken om het
Woord te overwegen. En Maria is in ieder geval de ‘Ark van het verbond’ en de
‘tempel van de heilige Geest’ bij uitstek; zij leefde van jongs af aan met de
Heer. En was thuis bij Hem en Hij bij haar.
Vandaag hernieuwt u uw geloftes. Ooit hebt U op uw
professiedag ‘ja’ gezegd tegen Gods genade. Die genade werd u geschonken, zoals
eens aan Maria. Uit vrije wil hebt u ingestemd met dit aanbod; “Zie de
dienstmaagd des Heren. Mij geschiede naar uw Woord.” Hernieuwing van de
geloftes mag dan betekenen, dat u met Maria het Woord van God overweegt. Heel
bijzonder betekent dat uw waakzame aanwezigheid bij Jezus’ graf. Het is
uiteindelijk het lege graf, het begin van Pasen, het begin van de Kerk, de bron
van ons christelijk leven. Moge deze gedachtenis ons allen telkens opnieuw naar
de tempel voeren, naar de plaats waar God wil wonen, in ons hart. Want de
tempel van God is heilig en die tempel zijt gij. Moge de opdracht van Maria geven,
dat wij op haar voorspraak mogen delen in de volheid van de genade.