vrijdag 20 november 2020

Bij de Hernieuwing van onze kloostergeloften

Kanunnikessen van het H. Graf
Preek na het Evangelie in de Conventsmis van 21 november 2017, gedachtenis van Maria Presentatie in de tempel, dag van de Hernieuwing van de Geloften.

De opdracht van Maria in de tempel

Deze gedachtenis wordt gevierd op de verjaardag van de kerkwijding van de Mariakerk (543) nabij de tempel in Jeruzalem. De opdracht van Maria in de tempel, dat zij als jong meisje door haar ouders aan de tempeldienst zou zijn gewijd, is te vinden in het tweede eeuwse apocriefe proto-evangelie van Jacobus over ‘de geboorte van Maria.’
In hoeverre dit feit historisch is, daarover was er al een discussie gaande bij het uitkomen van het Missaal van Pius V. Deze heilige paus liet het schrappen; paus Sixtus V nam het feest weer op.
Veel belangrijker is wat deze gedachtenis ons te zeggen heeft. In feite kleurt het feest van de Opdracht in de tempel verder in, wat ons het Nieuwe Testament over haar verhaalt.
Zo spreekt de engel tot Maria en zegt: “Wees gegroet Maria.” Je mag dit echter ook vertalen met: “Verheug u”. Zo begint ook de eerste lezing van deze gedachtenis: “Juich en verheug U.” Vervolgens zegt de engel: “Gij zijt vol van genade”. In het Grieks mogen wij ook lezen: heel bijzonder door God reeds begenadigd. En de woorden: “De Heer is met U”, kunnen wij vandaag met Zacharias als volgt inkleuren: “Dochter Sion, want zie, Ik kom en Ik zal bij u wonen.” De lezing eindigt met de veelzeggende woorden “Zwijg stil voor de Heer, al wat leeft. Hij staat op en komt in zijn heilige woning.” Die eerbied voor Maria als Gods heilige woning mogen wij ook bij Elisabeth beluisteren. Geïnspireerd door de heilige Geest zegt Elisabeth namelijk op haar beurt: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?”
In dit alles wordt de volgende werkelijkheid uitgedrukt: God wilde onder ons komen wonen. Het Woord is Vlees geworden en het heeft onder ons gewoond. En die genade is begonnen in Maria. God bereidde Maria vanaf haar ontvangenis in de schoot van moeder Anna voor om zijn heilige woning te worden.
Het evangelie spreekt ons over de vrije wil en de reactie op Gods genadevol aanbod: “Mijn Moeder is zij die de wil volbrengt van mijn Vader die in de hemel is.” Werden de eerste Adam en Eva aangesproken op hun vrije wil, het gold ook voor de nieuwe Adam en Eva. “Brand en slachtoffers hebt Gij niet gewild. Die konden U niet behagen. Toen hebt U mij een lichaam bereid, zoals in de boekrol geschreven staat: ‘Ik ben gekomen Heer om uw wil te doen’.” En in de hof van Olijven: “Niet mijn wil maar uw wil geschiede.”
En wanneer de engel Gabriël de Blijde Boodschap aan Maria gebracht heeft, wacht de hemelse bode op haar antwoord: “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw Woord.”
Terug naar de gedachtenis van vandaag. Het Nieuwe Testament verhaalt ons dus niets van de opdracht van Maria in de tempel. Het zal echter duidelijk zijn, dat haar verborgen leven op dat van haar Zoon gelijken moest. En van Jezus wordt gezegd: Toen Jezus vanuit de tempel met zijn ouders naar huis ging was Hij zijn ouders onderdanig. God tovert niet want Hij neemt de vrije wil serieus. Het is dus zeker, dat Maria uit vrije wil heeft meegewerkt aan de bijzondere genade die zij ontvangen had. “Zo bewaarde zij al de woorden van Jezus in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.” En vandaag geeft het evangelie getuigenis, dat Maria altijd in de buurt van haar Zoon vertoefde. En wie de wil van God wil volbrengen, al is het misschien niet letterlijk in de tempel; hij of zij zal toch plaats dienen te maken om het Woord te overwegen. En Maria is in ieder geval de ‘Ark van het verbond’ en de ‘tempel van de heilige Geest’ bij uitstek; zij leefde van jongs af aan met de Heer. En was thuis bij Hem en Hij bij haar.

Vandaag hernieuwt u uw geloftes. Ooit hebt U op uw professiedag ‘ja’ gezegd tegen Gods genade. Die genade werd u geschonken, zoals eens aan Maria. Uit vrije wil hebt u ingestemd met dit aanbod; “Zie de dienstmaagd des Heren. Mij geschiede naar uw Woord.” Hernieuwing van de geloftes mag dan betekenen, dat u met Maria het Woord van God overweegt. Heel bijzonder betekent dat uw waakzame aanwezigheid bij Jezus’ graf. Het is uiteindelijk het lege graf, het begin van Pasen, het begin van de Kerk, de bron van ons christelijk leven. Moge deze gedachtenis ons allen telkens opnieuw naar de tempel voeren, naar de plaats waar God wil wonen, in ons hart. Want de tempel van God is heilig en die tempel zijt gij. Moge de opdracht van Maria geven, dat wij op haar voorspraak mogen delen in de volheid van de genade.