dinsdag 17 november 2020

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada XXXIII per annum Feria III Ecce rex tuus venit tibi iustus et salvator. Zie, uw Koning komt naar u toe, die rechtvaardig is en een Verlosser.




Lectio altera

Ex Oratiónibus sancti Andréæ Creténsis epíscopi
(Orat. 9, in ramos palmarum: PG 97, 1002)

Tweede lezing

Uit de preken van de H. Andreas van Kreta, bisschop
(Orat. 9, in ramos palmarum: PG 97, 1002)
Zie, uw Koning komt naar u toe, die rechtvaardig is en een Verlosser

Laten wij tot Christus zeggen: Gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren, de Koning van Israël. Laten wij Hem, met zijn laatste woorden aan het kruis, als met palmtakken tegemoet wuiven. Laten we Hem vol vreugde begeleiden, niet met palmtakken, maar door elkaar te verheerlijken met weldoen (aalmoezen). Leggen we de verlangens van ons hart als klederen onder zijn voeten, opdat Hij op ons wandelend, geheel in ons mag zijn en wij geheel in Hem zijn, en opdat Hij zich geheel in ons toont. Zeggen wij tot Sion die uitroep van de profeet: Vertrouw, dochter van Sion, en vrees niet: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een veulen, het jong van een lastdier.

Hij is gekomen, die in iedere plaats tegenwoordig is en alles vult, om in u het heil van allen te bewerken. Hij is gekomen, die niet kwam om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars tot bekering te roepen, om de door de zonde verdwaalden terug te roepen. Vreest dus niet. God verblijft in uw midden, ge moet niet vrezen.

Ontvang met uw smekende handen Hem, die zelf uw stad in zijn handen heeft gegrift. Ontvang Hem, die uw fundamenten in de palmen van zijn handen heeft gegrondvest. Ontvang Hem, die al het onze, de zonde alleen uitgezonderd, op Zich genomen heeft om het in het zijne te doen opgaan. Verheug u, moeder, stad van Sion: vrees niet: Vier uw feesten. Verheerlijk Hem om zijn barmhartigheid, die in u tot ons komt, Maar ook gijzelf, dochter van Jeruzalem, verheug u bovenmate, zing en dans. Word verlicht, word verlicht (zo juichen wij met Jesaja, die heilige trompet), want uw licht is gekomen en de glorie van de Heer gaat over u op.

Welk licht is dat? Dat namelijk, dat iedere mens verlicht, die in deze wereld komt. Het Eeuwig Licht, zeg ik, het Licht buiten de tijd en in de tijd verschenen; Het Licht, dat zich in het vlees openbaarde  en van nature verborgen is; het Licht, dat de herders omstraalde en voor de wijzen de gids was op hun weg. Het Licht, dat van in den beginne in de wereld was, door Welk de wereld was gemaakt, maar Dat de wereld niet kende. Het Licht, dat in het zijne kwam, maar de zijnen namen Het niet aan.

De glorie van de Heer: welke is dat? Het kruis namelijk, waarin Christus verheerlijkt werd: ik bedoel die glans van de glorie des Vaders, zoals Hij zelf zei toen zijn lijden naderde: Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en is God verheerlijkt in Hem en Hij zal Hem steeds verheerlijken. Zijn glorie noemt Hij hier zijn eigen verheffing op het kruis. Want Christus’  kruis is zijn glorie en dus ook zijn verheerlijking. Hij zegt immers: Wanneer Ik zal zijn omhoog geheven, zal Ik allen tot Mij trekken.