21 november
Gedachtenis
van de Opdracht van Maria in de tempel van Jeruzalem
Wij hernieuwen onze kloostergeloften
De gedachtenis van de Opdracht van
Maria in de tempel, “Maria Presentatie”, gaat volgens het Romeinse
Martyrologium terug tot de viering van de kerkwijding van de basiliek “Sancta
Maria Nova” die men bij de muur van de tempel had gebouwd. Op deze dag werd
tevens die toewijding gevierd waarmee de toekomstige Moeder van God
zichzelf al vanaf haar kinderjaren aan God heeft toegewijd, daartoe bewogen
door de Heilige Geest, die haar vanaf het moment van haar onbevlekte
ontvangenis met zijn genade heeft vervuld.
De meeste kanunnikessenkloosters van de
orde van het Heilig Graf kozen in de 17e eeuw een Mariafeest voor de
jaarlijkse vernieuwing van hun geloften, waarbij de keuze voor het feest van
Maria Presentatie als volledige toewijding van Maria aan God het eerst voor de
hand lag.
Het gaat niet om het aangaan van een
nieuwe verbintenis maar om een bevestiging én hernieuwing van de persoonlijke
toewijding aan God in de gave van hun leven als religieuze en aan de zending in
de Kerk volgens de eigen spiritualiteit.
De jaarlijkse Hernieuwing van de Geloften
is daarmee een sterke aanmoediging om de essentie van het kloosterleven ten
volle en bewust te beleven volgens de Handelingen van de Apostelen (vgl.
2,44-46 en 4,32-35 ): eensgezind volharden in het gebed, getuigen van de
realiteit van de Verrijzenis en apostolisch dienstbetoon.
Paus Pius XII bestemde reeds in 1953 21
november als de Dag “pro orantibus Dei” – voor de biddenden tot God -,
ook bekend als de dag voor complatieven in de slotkloosters. Paus
Johannes–Paulus II heeft deze viering later uitgebreid en de gelovigen
aangemoedigd deze specifieke roeping binnen het Volk van God op alle mogelijke
wijzen te ondersteunen. Deze dag geeft aan 21 november als dag van de
Hernieuwing van de Geloften voor ons, die een “vita mixta” leven – een
kloosterlijke levensvorm waarin beide accenten: contemplatief-actief en
actief-contemplatief tot hun recht komen
- een diepere dimensie.
Van 29 november 2014 tot en met 2
februari 2016 wordt het “Jaar van het godgewijde Leven” gevierd waarbij
dankbaarheid, nieuw elan, hoop en evangelisch engagement leidende principes
zijn.
Is het voor iedereen van fundamenteel
belang het gesprek met God dagelijks gaande te houden, voor de religieuzen,
eens door God zelf persoonlijk aangeraakt, is dat een consequentie vanuit hun
roeping. Zij stellen immers het voortdurende “quærere Deum” – het zoeken naar
God – voorop, met de gezindheid van Jezus Christus die het Gelaat van God
openbaart, wanneer zij hun blik op de onzichtbare Realiteit richten, die eeuwig
is en die de hoop van de menselijke voltooiing volledig in zich draagt.
Voortvloeiend uit deze gesteltenis staan zij open voor de medemens en laten het
Gelaat van Christus zien door hun leven, op het fundament van het Evangelie.
“Op
grond van de absolute voorrang die zij aan Christus geven, zijn de kloosters
geroepen plaatsen te zijn waar de heerlijkheid van God wordt gevierd, waar men
bidt en de verborgen en tegelijk concrete tegenwoordigheid van God in de wereld
bezingt, waar men probeert het nieuwe gebod van de liefde en het elkaar
dienen in praktijk te brengen” (Benedictus XVI, nov. 2008).