woensdag 14 oktober 2020

H. Teresia van Avila - Over het wezen van het volmaakte gebed 1


De H.Theresa van Avila: Over het wezen van het volmaakte gebed (1)

Op de eerste plaats wil ik, voor zover mijn geringe kennis dit toelaat, zeggen waarin het wezen van het volmaakte gebed bestaat. Want ik ken er enigen die menen, dat het volmaakte gebed alleen bestaat in het overwegen. Als het hen gelukt, zij het ook ten koste van veel moeite, hun gedachten op God gevestigd te houden, dan menen zij aanstonds dat zij geestelijke personen zijn. Worden zij hieraan onttrokken, omdat zij zich aan hun werkzaamheden moeten wijden, dan vervallen zij, zelfs als deze bezigheden goed zijn, in grote neerslachtigheid en menen zij verloren te zijn. Geleerde mannen zullen niet gemakkelijk in deze dwaling vallen, hoewel ik ook bij enigen van hen deze mening aantrof. Wij, vrouwen, echter moeten op al deze dingen, die we niet weten, opmerkzaam gemaakt worden. Ik ontken geenszins dat het een grote genade is, altijd over Gods werken te kunnen mediteren en dat het goed is, hiervoor zijn best te doen. Maar men moet er aan denken, dat niet ieders verbeeldingskracht daartoe van nature in staat is. Wat evenwel alle zielen vermogen, is God te beminnen.
Op een andere plaats heb ik reeds gesproken over de ongestadigheid van onze verbeelding en daarvan, naar ik meen, ook enige oorzaken aangegeven; alle op te sommen, zou onmogelijk zijn. Daarom zal ik thans hierover niet meer handelen; ik wil hier slechts de aandacht er op vestigen, dat het denkvermogen niet de gehele ziel uitmaakt en het geenszins wenselijk is, dat de wil zich door het denkvermogen laat overheersen. Dit zou zelfs zeer noodlottige gevolgen met zich mee kunnen brengen. Want de geestelijke voortgang van een ziel bestaat niet in veel mediteren, maar in veel beminnen. Hoe men deze liefde verwerft? Doordat de ziel het vast besluit maakt, te werken en te lijden voor God, telkens als zich daartoe een gelegenheid aanbiedt.

(Uit het Boek der kloosterstichtingen. Hfdst. V, 2)