Ant.
1
TU es
Christus, Filius Dei vivi. Et tu beatus es, Simon Bar Iona.
Gij zijt Christus, de Zoon van de levende
God.
En zalig zijt gij, Simon, zoon van
Johannes.
Ant. 2
Tu es
Petrus, et super hanc petram ædificabo Ecclesiam meam.
Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal
Ik mijn Kerk bouwen.
Ant. 3
Tu es
vas electionis, sancte Paule apostole, prædicator veritatis in universo mundo.
Gij zijt een uitverkoren werktuig,
heilige Apostel Paulus, verkondiger van de waarheid in heel de wereld.
Antifoon ad Magnificat
Gloriosi
Apostoli Christi, quomodo in vita sua dilexerunt se, ita et in morte non sunt
separati.
De roemrijke Apostelen van Christus waren elkaar trouw in dit leven en zijn ook
in de dood niet gescheiden.