"De tijd van de christen wordt niet enkel geritmeerd en geheiligd door de heilige en wijze afwisseling van zon- en weekdagen. De traditie van de Kerk kent een nog veel intensiever ‘bewonen van de tijd’: de liturgie van de uren en van het liturgisch jaar. Niet alleen de week moet aan God gewijd worden, maar ook het hele jaar en zelfs elk uur van de dag. Immers wie liefheeft, kan zelfs niet één moment rusten van beminnen.
Het getijdengebed is die onmisbare ring, waarin de diamant van de eucharistie eerst tot zijn volle recht kan komen. Vanouds wordt de mis gevat in het officie zoals een zegel in de ring. De kloosters en abdijen hebben het getijdengebed behouden en niet enkel zij. Het gebed der uren vindt meer en meer zijn weg, ook buiten de kloostermuren in allerhande bijeenkomsten en zelfs in de gezinnen. Ieder, die zich wil laten dragen door het ritme van dit gebed, kan de getijden bidden. De dragers van het getijdengebed zijn immers noch de clerus noch de religieuzen, maar het hele volk van God, zegt het Tweede Vaticaans Concilie.
Iedere gebedsdienst heeft een eigen tijd, een eigen karakter en een vaste orde van dienst. Er zijn minimaal vijf gebedsdiensten per dag.
Metten
Lauden
Middagdienst
Vespers
Completen
In het hart van het getijdengebed staan de gezongen psalmen. Hoe oud ze ook zijn, ze bezingen vreugde en verdriet, goed en kwaad, wanhoop en vertrouwen van mensen van alle tijden en plaatsen. Door alles heen spreekt het geloof in God.
God wordt inderdaad geloofd de hele wijzer rond en op vele plaatsen en manieren.
Zoals de dag geheiligd wordt door gebed, zo ook het hele jaar. De liturgische cyclus volgt de hele kringloop van de mysteries van onze verlossing: vanaf de profeten die de Messias aankondigen in de advent, over de geboorte en openbaringscyclus, over lijden, dood en verrijzenis, Pinksteren en de eerste Kerk tot aan de terugkeer van Christus en de voleinding van de wereld. Zo wordt de integrale tijd van dag en jaar aan God teruggegeven: hij is van Hem. Want Hij is “de alfa en de omega, begin en einde”.
Aan Hem behoren tijd en eeuwigheid!"