zaterdag 21 juli 2018

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XV per annum sabbato Sacramentum istud, quod accipis, Christi sermone conficitur. Het Sacrament dat gij ontvangt komt tot stand door het woord van Christus.



Lectio altera
Ex Tractátu sancti Ambrósii epíscopi De mystériis
(Nn. 52-54. 58: SCh 25bis, 186-188. 190)
Tweede lezing

Uit het tractaat over ‘De Mysteriën’, van de H. Ambrosius, bisschop
(Nn. 52-54. 58: SCh 25bis, 186-188. 190)
Het Sacrament dat gij ontvangt komt tot stand door het woord van Christus

Wij zien dat de genade een grotere uitwerking bezit dan de natuur. Toch spreken wij hier over de genade van de zegen van profeten. Als die menselijke zegen al zo’n uitwerking had, dat de natuur er door veranderd werd, wat moeten wij dan niet zeggen van die goddelijke consecratie, waar de woorden zelf van de Heer en Verlosser hun uitwerking hebben?  Want het Sacrament dat ge nu ontvangt, komt tot stand door het woord van Christus. Als het woord van elia al zoveel vermocht, dat het vuur uit de hemel deed neerdalen, zal dan het woord van Christus niet bij machte zijn de natuur van de elementen te veranderen? Over het scheppingswerk van heel de wereld hebt ge gelezen: Hij sprak en alles werd, Hij gebood en alles werd geschapen. Het woord van Christus dus, dat uit het niet kon scheppen wat eerst niet bestond, zou dat dan niet in staat zijn, om datgene, wat al bestaat te veranderen in wat het eerst niet was? Want het is niet minder, aan bestaande dingen nieuwe toe te voegen dan de bestaande van natuur te veranderen.

Maar wat hebben wij nog bewijzen nodig? Nemen wij voorbeelden uit zijn eigen leven en laten we uit de mysteries van zijn Menswording de waarheid van het mysterie bevestigen. Heft zich tevoren de natuurlijke gang van zaken voorgedaan, toen de Heer Jezus uit Maria geboren werd? Als we de gewone orde van de natuur nagaan, dan baart de vrouw na omgang met een man. Daar blijkt dus uit, dat hier een maagd buiten de gewone natuur om heeft gebaard. En wat wij tot stand brengen, is het lichaam geboren uit een Maagd. Wat moeten wij dan bij Christus’ Lichaam nog vragen nar de orde van de natuur, nu de Heer zelf, buiten de gewone natuur om, uit een Maagd werd geboren? Waarachtig vlees dus was dat van Christus, dat gekruisigd werd en begraven; in waarheid is het daarom het Sacrament van dat vlees.

De Heer Jezus roept het zelf uit: Dit is mijn Lichaam. Vóór de zegening met de hemelse woorden wordt er een andere wezenheid genoemd; ná de Consecratie wordt het aanwezige ‘Lichaam’ genoemd. Hij spreekt van zijn ‘Bloed’. Vóór de Consecratie werd er iet anders genoemd; na de Consecratie wordt het ‘Bloed’ genoemd. En gij zegt: “Amen”, dit is: ‘Het is waar’. Wat de mond spreekt, moet de geest inwendig erkennen; zoals het woord klinkt, moet het hart het voelen.

Zulk een grote genade ziende, spoort dan ook de Kerk haar kinderen aan, spoort ze haar getrouwen aan naar die sacramenten te snellen, zeggend: Eet, vrienden, en drinkt, en wordt dronken van liefde, mijn broeders. Wat wij moeten eten en wát wij moeten drinken heeft de Heilige Geest elders door de Profeet tot uitdrukking gebracht met de woorden: Proeft en beseft dan de goedheid des Heren; gelukkig de man, die zijn hoop op Hem stelt. In dat Sacrament is Christus tegenwoordig, want het is zijn Lichaam. Het is dus geen lichamelijk voedsel, maar een geestelijk. Daarom zegt ook de Apostel, als hij over de voorafbeelding ervan spreekt: onze vaders aten een geestelijk voedsel en dronken een geestelijke drank. Want Gods Lichaam is geestelijk, Christus’ Lichaam is het Lichaam van de goddelijke Geest, want Christus (als God) is Geest, zoals wij lezen: Een Geest voor ons aanschijn is Christus de Heer. En in Petrus’ Brief vinden we:  En Christus is voor u gestorven. Daarom versterkt die spijs ons hart, en die drank verblijdt het hart van de mens, zoals de Profeet heeft gezegd.