Lectio altera
Ex Tractátu
sancti Ambrósii epíscopi De mystériis
(Nn.
19-21. 24. 26-28: SCh 25bis, 164-170)
Tweede lezing
Uit het
tractaat over ‘De Mysteriën’, van de H. Ambrosius, bisschop
(Nn.
19-21. 24. 26-28: SCh 25bis, 164-170)
Het water reinigt niet zonder de Heilige Geest
Daarom is het u tevoren al ingeprent, dat
ge niet alleen maar moet geloven, wat ge gezien hebt, opdat ook gij tot de
uitspraak komt: Is dat nu dat grote geheim, dat
door geen oog is gezien, door geen oor is gehoord noch in een mensenhart is
opgekomen? Ik zie water, dat ik iedere dag heb gezien; kan dát mij
reinigen, waarin ik dikwijls afgedaald en nooit gereinigd ben? Hieruit ziet ge,
dat het water zonder de Geest niet reinigt.
Ook daarom hebt ge gelezen , dat de drie getuigen bij de Doop één zijn: het water, het bloed en de
Geest, omdat, als er één van deze ontbreekt, er geen sacrament van het Doopsel
is. Wat immers is het water zonder Christus’ kruis anders dan een gewoon
element zonder enige sacramentele uitwerking? En ook is er zonder water geen
mysterie van wedergeboorte, want: als
iemand niet herboren wordt uit water en Geest, kan hij het Rijk Gods niet
binnengaan. Ook de catechumeen gelooft wel in het kruis van de Heer Jezus,
waarmee ook hij getekend wordt, maar als hij niet gedoopt is in de Naam van de
Vader en de Zoon en de Heilige Geest, kan hij geen vergiffenis van zijn zonden
verkrijgen noch het geschenk van de geestelijke genade in zich opnemen.
Zo dompelde de Syriër zich tot zevenmaal
toe onder krachtens de wet, maar gij zijt gedoopt in de Naam van de
Drieëenheid. Gij hebt uw geloof beleden in de Vader – bedenk wat ge gedaan hebt
– ge hebt de Zoon beleden, gij hebt de Geest beleden. Houd punt voor punt vast
aan dit geloof. In dit geloof zijt ge aan de wereld gestorven, in God verrezen,
en als het ware in dat aardse element begraven, ge zijt nu dood voor de zonde
en verrezen tot het eeuwig leven. Wees er dus van overtuigd, dat het water hier
niet zonder betekenis is.
De lamme tenslotte (van het bad Bethesda)
wachtte op een mens. Op wie anders dan op de Heer Jezus, geboren uit de Maagd,
bij Wiens komst niet langer de schaduw (van het Oude Testament) slechts enkelen
genas, maar de waarheid (van het Nieuwe Testament) ons allen?
Hij was het dus, die verwacht werd, dat Hij
zou neerdalen over Wie God de Vader tot Johannes de Doper zei: op wie gij de Geest uit de hemel zult zien
neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de Heilige Geest.
Over Hem ook getuigt Johannes: Ik heb de
Geest als een duif zien neerdalen uit de hemel, en Hij bleef op Hem rusten.
En waarom anders daalde de Geest hier neer als een duif dan opdat gij zoudt
zien en ook gij die duif, die de rechtvaardige Noë uit de ark liet gaan, zoudt
herkennen als een beeld van die bovengenoemde duif, en gij hier ook het beeld
zoudt zien van het sacrament?
Is er voor u nu nog reden om te moeten
twijfelen? Terwijl de Vader in het Evangelie duidelijk tot u roept: Deze is mijn Zoon in Wie ik welbehagen
heb; ook de Zoon roept, boven Wiens Hoofd de Heilige Geest zich vertoonde
als een duif; ok de Heilige Geest roept, die als een duif neerdaalde, en David
roept: de stem van de Heer over de
wateren, de God van Majesteit, de Heer, dondert over de onmetelijke wateren!
Hier getuigt de Schrift dat op het gebed van de Baals-priesters er geen vuur
uit de hemel kwam, maar daarentegen wel op het gebed van Elia, dat het offer
heiligde.
Let bij de priesters niet op hun
persoonlijke verdiensten, maar op hun ambt. En als ge toch op persoonlijke
verdiensten let zoals bij Elia, zie dan ook naar de verdiensten van Petrus of
Paulus die ons dit mysterie, ontvangen van de Heer Jezus hebben overgeleverd.
Aan de genoemden werd een zichtbaar vuur over gezonden, opdat zij zouden
geloven; voor ons, die geloven, werkt een onzichtbaar vuur; voor de eersten in
voorafbeelding, voor ons tot aansporing. Geloof dus, dat de Heer Jezus, als Hij
door het gebed van de priester wordt aangeroepen tegenwoordig is, die gezegd
heeft: waar er twee of drie verenigd
zijn, daar ben Ik in hun midden. Hoeveel te meer dan, verwaardigt Hij zich Zijn
tegenwoordigheid te schenken, waar de Kerk is, waar de mysteries zijn.
Gij zijt dus in het water afgedaald.
Herinner u, wat ge geantwoord hebt, namelijk, dat ge gelooft in de Vader, in de
Zoon, in de Heilige Geest. Hier is geen sprake van: Ik geloof in een grotere,
in een mindere en in een laatste, maar in dezelfde mondelinge formule hebt ge
samengevat, dat ge op dezelfde wijze in de Zoon gelooft als in de Vader, en in
de Geest als in de Zoon; alleen met deze uitzondering, dat ge erkent te
geloven, dat alléén de Heer Jezus is gekruisigd.