zaterdag 21 juli 2018

Nieuwe reeks: Verklaring van het H. Misoffer (1)


Over het wezen van het H. Misoffer 1

In het Latijn wordt de H. Mis sacrificium genoemd, een begrip dat in het Nederlands niet naar zijn volledige betekenis vertaald kan worden.
Nr. 47 van de Constitutie over de H. Liturgie (4.12.1963) dat de inleiding vormt van de bepalingen over het Eucharistisch Offer, de H. Mis, bevat de begrippen Sacrificium Eucharisticum Corporis et Sanguinis  en Sacrificium Crucis (2), in de Nederlandse versie vertaald met eucharistisch offer en kruisoffer (3). Vóór het verschijnen van de encycliek “Mediator Dei et hominum” van paus Pius XII (20.11.1947) over de H. Liturgie, was in het Nederlands de benaming sacrificie in zwang, zie bijvoorbeeld de Instructie van de H. Congregatie van het Concilie, van 14.7.1941 ‘om de gelovigen aan te wakkeren dikwijls het H. Sacrificie van de Mis bij te wonen’, een benaming die geleidelijkaan werd verlaten.
Sindsdien wordt gesproken van een offer, maar een offer kan ook veel minder zijn dan een sacrificium. Wanneer men bijvoorbeeld een geldstuk op het altaar legt, dan is dat een offer; zo’n offer is echter des te groter naarmate de persoonlijke gesteltenis van zelfverloochening groter is. Dat weten we ook uit de lovende woorden van Christus voor de weduwe die van haar armoede offerde wat zij bezat (Mark 12, 42 e.v.). Maar een sacrificium was dit echter in geen geval, want dat is iets veel groters en meer verheven. In zijn eigenlijke betekenis wordt met sacrificium aangeduid een afgezonderde gave, die alleen aan God, als de Allerhoogste wordt aangeboden en door een rechtmatig aangestelde en gewijde priester op een bepaalde betekenisvolle wijze wordt geconsacreerd of geheiligd, als uitdrukking van erkenning van de allerhoogste heerschappij van de almachtige God over alle schepselen.
Het sacrificie wordt dus aan God toe-geheiligd en volstrekt aan ieder ander gebruik onttrokken, om welke reden bij het offeren van de gave gewoonlijk een vernietiging van de gave plaats vindt. Hieruit kun je opmaken dat dit alles eigenlijk God toebehoort en volledig aan zijn heerschappij is onderworpen, ook de mens met alles wat hij is en bezit. Hieruit is af te leiden dat een sacrificie vel meer is dan een offer. Om die reden zal verder in deze reeks het begrip ‘sacrificie’ frequenter worden gebruikt dan ‘offer’, opdat je je bij het horen van dit woord herinnert dat het om dat voortreffelijke offer en die verheven dienst gaat, die alleen de oneindige God, maar geen enkel schepsel, geldt.

(1)
“Erklärung des heiligen Meßopfers”,  een van de werken van Pater Martin van Cochem, capucijn, 1634-1712, dat tot de mooiste van de Duitse stichtende,  religieuze literatuur behoort. Hij zegt in het Voorwoord van dit werk: “Wisse, andächtige Seele, daß unter allen Schätzen, welche die Welt hat, keine köstlicher ist als das Opfer der hl. Messe, und daß unter allen Schäden, die es auf der Welt gibt, meines Erachtens keiner größer ist als die Unkenntnis dieses heiligsten Opfers. Der Schatz der hl. Mess eist unschätzbar, und daarum ist auch der Schaden unmeßbar”.
 (2)
47. Salvator noster, in Cena novissima, qua nocte tradebatur, Sacrificium Eucharisticum Corporis et Sanguinis sui instituit, quo Sacrificium Crucis in saecula, donec veniret, perpetuaret atque adeo Ecclesiae dilectae Sponsae memoriale concrederet Mortis et Resurrectionis suae: sacramentum pietatis, signum unitatis, vinculum caritatis(36), convivium paschale, "in quo Christus sumitur, mens impletur gratia et futurae gloriae nobis pignus datur".
(3)
Constituties en Decreten van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, Stichting Ark, 1986, p. 16.