woensdag 18 juli 2018

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XV per annum feria V Catechesis rituum post baptismum. De catechumenen - riten na het Doopsel.


Lectio altera

Ex Tractátu sancti Ambrósii epíscopi De mystériis
(Nn. 29-30. 34-35. 37. 42: SCh 25bis, 172-178)
Tweede lezing

Uit het tractaat over ‘De Mysteriën’, van de H. Ambrosius, bisschop
(Nn. 29-30. 34-35. 37. 42: SCh 25 bis, 172-178)
De catechumenen - riten na het Doopsel

Hierna dan zijt ge opgestegen naar de priester. Beschouw, wat er daarna gebeurd is. Is het niet dát, wat David zei: Als kostbare balsem op het hoofd, die afdruipt op de baard, op de baard van Aäron? Dit is de balsem, waarover ook Salomon zegt: Uitgegoten balsem is uw naam; daarom hebben de meisjes u bemind en u aangetrokken. Hoeveel nieuw-gedoopte zielen hebben heden bemind, Heer Jezus, zeggend:  Neem ons mee achter U aan, wij zullen lopen in de geur van uw klederen, om de geur van de verrijzenis te genieten.

Begrijp nu, waarom dit zo gebeurt, want de wijze heeft de ogen in zijn hoofd. Daarom druipt de balsem neer op de baard, dis is, op de bevalligheid van de jeugd, en daarom op de baard van Aärom, opdat ge een uitverkoren geslacht zoudt worden, priesterlijk, kostbaar. Want allen worden wij door de geestelijke genade gezalfd voor het Rijk Gods en voor het priesterschap.

Hierna hebt ge de witte klederen ontvangen als teken, dat ge het kleed van de zonden hebt afgelegd en u bekleed hebt met de zuivere gewaden van de onschuld, waarover de Profeet zegt: Gij zult mij besprenkelen met hysop en weer zal ik rein zijn; Gij zult mij schoon wassen, en ik zal blanker zijn dan sneeuw. Want wie gedoopt wordt, verschijnt zowel volgens de Wet als volgens het Evangelie als gereinigde. Volgens de Wet, omdat Mozes met een bosje hysop het bloed van het lam (op de deurpost) besprenkelde; volgens het Evangelie, omdat Christus’ klederen wit waren als sneeuw, toen Hij in het Evangelie, de glorie van zijn Verrijzenis toonde. Hij, wiens schuld wordt vergeven, wordt witter dan sneeuw. Daarom zegt de Heer ook door Jesaja: Al waren uw zonden rood als purper, Ik zal ze wit maken als sneeuw.

Met dit gewaad, dat de Kerk door het bad van de wedergeboorte heeft ontvangen, zegt zij in het Hooglied: Ik ben wel zwart, maar toch schoon, dochters van Jeruzalem. Zwart door de broosheid van het menselijk bestaan, maar schoon door de genade; zwart, omdat ik uit zondaars geboren ben, maar schoon door het sacrament van het geloof. Als de dochters van Jeruzalem deze kleren zien, roepen zij verbaasd uit: Wie stijgt daar op, in het wit gekleed? Zij was zwart, hoe is zij nu zo plotseling wit?

Als Christus nu zijn Kerk ziet in witte klederen- voor welke Hij zelf, zoals bij de profeet Zacharias staat, besmeurde klederen had aangenomen- of een ziel ziet, die rein en gezuiverd is door het bad van de wedergeboorte, zegt Hij: Zie, schoon zijt gij, mijn zuster, schoon zijt gij, uw ogen zijn als van een duif: onder die gedaante daalde de Heilige Geest van de hemel naar.

Daarom, herhaal voor uzelf, dat gij het zegel van de Geest hebt ontvangen, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en godsvrucht, de Geest van de heilige vrees, en bewaar, wat gij ontvangen hebt. God de Vader heeft u getekend, Christus de Heer heeft u bevestigd, en Hij gaf u de Geest als onderpand in uw harten, zoals ge geleerd hebt bij de apostolische lezing.