Gedachtenis
van de H. Lucia, maagd en martelares.
Lucia,
de lichtende, het licht van Kerstmis tegemoet.
De gedachtenis van de H.
Lucia - in het Nederlands betekent haar naam “de lichtende” - past mooi in de
symboliek van de Advent: in de duisternis (de dagen zijn nu op zijn kortst)
“licht” zij als wijze maagd met brandende lamp de komende Heer Jezus, haar
bruidegom, tegemoet. Lucia is het beeld van de Kerk en de ziel, die zich
gereedmaken voor de komst van de Heer.
Lucia werd in Syracuse op Sicilië ter dood
gebracht omwille van Christus; zij mocht samen met Hem ter bruiloftsmaal
binnentreden en bezit nemen van het onvergankelijk licht.
Op
dezelfde dag gedenkt men ook de H.
Odilia, maagd en eerste abdis van Hohenbourg in de Elzas.
Ook zij is een heilige bij
wie de Adventssymboliek van licht en duisternis aansluit. Zij werd namelijk
blind geboren en bij haar doopsel werd zij op miraculeuze wijze ziende: met het
licht van het geloof ontving zij het licht in de ogen en in haar geest.
Odilia werd rond 660 geboren als dochter
van hertog Etticho I woonachtig in de Elzas. Volgens de legende was haar vader
in het geheel niet blij met zijn dochter. Hij had liever een zoon gehad en
bovendien was zij blind. Hij verstootte haar. Haar moeder Bereswind echter vertrouwde
haar toe aan een toegewijde dienares, die het kind verzorgde alsof het haar
eigen kind was.
Bereswind zond haar na een
jaar naar het klooster Baume des Dames (Palma) bij Besançon. Hier ontving ze op
12-jarige leeftijd uit handen van bisschop Erhard van Regensburg († ca 700, feest
8 januari) het doopsel. Op miraculeuze wijze kon ze hetzelfde moment weer zien,
aldus haar biograaf.
Haar vader zou haar
jarenlang dwars blijven zitten. Toen hij stervende was, wilde hij zich echter
met zijn vrome dochter verzoenen. Hij schonk haar Hohenburg, waar zij rond 690 het klooster Hohenburg
('Sainte-Odile') in de Elzas stichtte, en omstreeks 707 ook nog Niedermünster
aan de voet van de berg. Het werd juist hier gebouwd om pelgrims de moeizame
tocht naar boven te besparen. Zij stelde haar nicht Sint Gundelindis (of
Gwendolina) aan als abdis († ca 750, feest 28 maart).
Ca 720 stierf Odilia. Een
legende vertelt dat de stervende abdis haar zusters naar de kloosterkerk
stuurde voor het Officie. Toen zij terugkwamen, vonden ze haar dood. zonder de
laatste sacramenten. De zusters waren daar volkomen van in de war. Door hun gebed werd ze echter weer
levend. Verbaasd vroeg Odilia waar zij zich zo druk
om maakten. Ze zei dat Sint Lucia bij haar was geweest. Daarna, liet zij een
priester komen van wie zij de communie ontving en stierf opnieuw.
Zij werd begraven in Mont Sainte-Odile
(dit is de latere benaming voor Hohenburg) en opgevolgd door Sint Eugenia († ca
735, feest 16 september). Door de eeuwen heen is het klooster geplunderd,
verwoest en meer dan eens van eigenaar gewisseld. Niettemin rust haar gebeente
nog steeds in een stenen sarcofaag in de crypte.
Odilia werd (wordt) aangeroepen bij oog-,
oor-, en hoofdkwalen. Paus Pius VII riep haar in 1807 uit tot patrones van de
Elzas.
Oud-Duits
bedevaartsgebed tot de H. Odilia
Heilige
Odilia,
bid
voor ons.
Geliefde
dochter van de Vader des Lichts,
bid voor ons.
U hebt
geneeskrachtig water uit de rots geslagen,
smeek voor ons om genezing en
dorst naar inzicht en waarheid.
Heilige
Odilia,
geef ons de helderheid van het
innerlijke en uiterlijke licht,
U, licht
van de liefde Gods,
U, bron
van troost,
U,
helderheid van de ogen,
U,
stralende ster!
Glasraam
H. Odilia van Mont Sainte-Odile
in
de basiliek van Sint-Odiliënberg
Het raam
vermeldt SA. ODILIA
Gesigneerd
door Joep Nicolas, 1954
Antiek glas /lood /grisaille
Het raam
verwijst naar de heilige Odilia van de Elzas, abdis, die haar naam gaf
aan het dorp. Zij werd blind geboren en bij haar Doopsel werd zij ziende.
Afgebeeld met een schaal, waarop twee ogen. Zij wordt aangeroepen tegen
oogkwalen. Jaarlijkse feestdag 3e zondag van juli.