Concilio vitam alere
1
Het
geestelijk leven voeden met teksten van het 2e Vaticaanse Concilie
De potestate tenebrarum
Nolite conformari illi vanitatis et malitiæ
qui humanam navitatem
in instrumentum peccati transmutat
Sacra Scriptura, cui sæculorum consentit experientia,
humanam familiam edocet progressum humanum, qui magnum hominis bonum est,
magnam tamen tentationem secumferre: ordine enim valorum turbato et malo cum
bono permixto, singuli hominess ac cœtus solummodo quæ propria sunt
considerant, non vero aliorum. Quo fit ut mundus non iam spatium veræ
fraternitatis exsistat, dum aucta humanitatis potentia iam ipsum genus humanum
destruere minatur.
Universam enim hominum historiam ardua colluctatio
contra potestates tenebrarum pervadit, quæ inde ab origine mundi incepta, usque
ad ultimum diem, dicente Domino (Cf. Mt
24, 13; 13, 24-30 et 36-43), perseverbit. In hanc pugnam insertus, homo ut bono
adhæreat iugiter certare debet, nec sine magnis laboribus, Dei gratia
adiuvante, in seipso unitatem obtinere valet.
Quapropter Ecclesia Christi, Creatoris consilio fidens,
dum agnoscit progrssum humanum veræ hominum felicitati inservire posse, non
potest tamen quin illud Apostoli resonare faciat: «Nolite conformari huic
sæculo» (Rom 12,2) illi scilicet
vanitatis et malitiæ spiritui qui humanam navitatem, ad servitium Dei et
hominis ordinatam, in instrumentum peccati transmutat.
(Gaudium
et spes, 37)
Geheel in
overeenstemming met een eeuwenlange ervaring houdt de heilige Schrift de mensen
voor, dat de menselijke vooruitgang, die een groot goed is voor de mens, ook
een grote verleiding in zich sluit. Want, omdat de hiërarchie der waarden
is verstoord en het kwade is vermengd met het goede, zijn individuen en groepen
geneigd, slechts hun eigen belangen na te streven en niet die van anderen. Het gevolg hiervan is, dat de wereld nog
steeds niet de plaats van ware medemenselijkheid wordt, zolang de
machtsuitbreiding van de mensheid het
menselijk geslacht zelf al dreigt te vernietigen.
Door heel
de mensengeschiedenis heen loopt immers de lijn van een lastige worsteling
tegen de machten van de duisternis. Deze
strijd dateert van af het begin van de wereld en zal, volgens het woord van de
Heer (Cf. Mt 24, 13; 13, 24-30 en
36-43), voortduren tot aan de laatste dag. De mens is mede in deze strijd
gewikkeld, hij moet werkelijk ervoor vechten om aan het goede vast te houden
aan, en hij kan niet zonder inspanning en met de hulp van de genade van God.
een eenheid in zich zelf bewerken.
Daarom moet
de Kerk van Christus, terwijl zij, vertrouwend op het plan van de Schepper,
erkent, dat de menselijke vooruitgang het ware geluk van de mensen kan dienen, toch
ook dit woord van de apostel laten horen: "Stemt uw gedrag niet af op deze
wereld” (Rom 12, 2), aan die geest
namelijk van ijdelheid, boosaardigheid die alle menselijke activiteit die is
gericht op dienstbaarheid aan God en de evenmens verlaagt tot een instrument
van zonde.
Wordt
andere mensen, met een nieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit te maken wat
God van u wil, en wat goed is, wat zeer goed is en volmaakt.”