maandag 28 september 2015

Liturgia Horarum HH. Michaël, Gabriël en Raphaël, aartsengelen

29 september 
HH. Michaël, Gabriël en Raphaël, aartsengelen
Lezing uit Liturgia Horarum – Getijdengebed

Uit de Homilieën op der Evangeliën van de H. Gregorius de Grote, paus
Het woord ‘engelen’ duidt op hun taak, niet op hun natuur
Men moet weten, dat het woord ‘engelen’ op hun taak duidt, niet op hun natuur. Want die heilige geesten in het hemelse vaderland zijn wel altijd geesten, maar kunnen geenszins altijd engelen worden genoemd, want dan alleen zijn zij ‘engelen’ (dit is boden), wanneer er door hen iets geboodschapt wordt. Die het minder belangrijke berichten, worden ‘engelen’ genoemd, maar die het hoogst belangrijke berichten worden ‘aartsengelen’ genoemd.
Vandaar dat niet een gewone engel, maar de aartsengel, Gabriël, naar de Maagd Maria wordt gezonden. Want om deze dienst te volbrengen werd alleen een zeer verheven engel waardig gekeurd, omdat hij ook het allerverhevenste moest boodschappen.
Daarom kregen zij ieder een aparte naam toebedeeld, om door die naam aan te duiden wat soort van werking zij uitoefenden. Maar in die heilige stad, waarin door het aanschouwen van de almachtige God een volledige kennis tot stand komt, worden niet daarom eigen namen gegeven omdat ze zonder die namen niet onderscheiden konden worden, maar daar zij in betrekking stonden tot ons iets komen berichten, ontlenen zij bij ons aan die diensten hun naam. Zo betekent Michaël ‘Wie is als God?’, Gabriël ‘Kracht Gods, en Raphaël ‘Genezing Gods’.
En telkens als er iets geschiedt, wat getuigt van een grote macht, zegt men dat Michaël gezonden wordt, zodat door die daad en die naam te kennen wordt gegeven, dat niemand kan doen, wat alleen God vermag. Zo sprak de oude vijand, die in zijn hoogmoed aan God gelijk wilde zijn: ik klim op naar de hemel, boven de sterren des hemels zal ik mijn troon verheffen, ik zal gelijk zijn aan de Allerhoogste; maar bij het einde van de wereld zal hij in zijn macht verloren gaan om verdelgd te worden met de zwaarste straf, wanneer hij met de aarstengel Michaël zal strijden, zoals Johannes zegt: Toen brak er een strijd uit met de aartsengel Michaël.
Naar Maria wordt Gabriël gezonden, die genoemd wordt ‘Kracht Gods’. Hij kwam namelijk Hem aankondigen, die als de Nederige waardig werd bevonden te verschijnen om de machten in de lucht te bestrijden. Die komen zou als de Heer der Krachten en machtig in de strijd moest dus door de ‘Kracht Gods’ aangekondigd worden.
Raphaël wordt, zoals wij zeiden, vertaald door ‘Genezing Gods’, omdat hij, in zijn taak om te genezen, de ogen van Tobias aanraakte en de duisternissen van zijn blindheid wegwiste. Want wie gezonden wordt om te genezen, verdient terecht ‘Genezing Gods’ genoemd te worden.

(Hom. 34, 8-9: PL 76, 1230-1251)