29 september
HH.
Michaël, Gabriël en Raphaël, aartsengelen
Lezing
uit Liturgia Horarum – Getijdengebed
Uit de Homilieën
op der Evangeliën van de H. Gregorius de Grote, paus
Het woord ‘engelen’ duidt
op hun taak, niet op hun natuur
Men
moet weten, dat het woord ‘engelen’ op hun taak duidt, niet op hun natuur. Want
die heilige geesten in het hemelse vaderland zijn wel altijd geesten, maar
kunnen geenszins altijd engelen worden genoemd, want dan alleen zijn zij
‘engelen’ (dit is boden), wanneer er door hen iets geboodschapt wordt. Die het
minder belangrijke berichten, worden ‘engelen’ genoemd, maar die het hoogst
belangrijke berichten worden ‘aartsengelen’ genoemd.
Vandaar
dat niet een gewone engel, maar de aartsengel, Gabriël, naar de Maagd Maria
wordt gezonden. Want om deze dienst te volbrengen werd alleen een zeer verheven
engel waardig gekeurd, omdat hij ook het allerverhevenste moest boodschappen.
Daarom
kregen zij ieder een aparte naam toebedeeld, om door die naam aan te duiden wat
soort van werking zij uitoefenden. Maar in die heilige stad, waarin door het
aanschouwen van de almachtige God een volledige kennis tot stand komt, worden
niet daarom eigen namen gegeven omdat ze zonder die namen niet onderscheiden
konden worden, maar daar zij in betrekking stonden tot ons iets komen berichten,
ontlenen zij bij ons aan die diensten hun naam. Zo betekent Michaël ‘Wie is als
God?’, Gabriël ‘Kracht Gods, en Raphaël ‘Genezing Gods’.
En
telkens als er iets geschiedt, wat getuigt van een grote macht, zegt men dat
Michaël gezonden wordt, zodat door die daad en die naam te kennen wordt
gegeven, dat niemand kan doen, wat alleen God vermag. Zo sprak de oude vijand,
die in zijn hoogmoed aan God gelijk wilde zijn: ik klim op naar de hemel, boven de sterren des hemels zal ik mijn troon
verheffen, ik zal gelijk zijn aan de Allerhoogste; maar bij het einde van
de wereld zal hij in zijn macht verloren gaan om verdelgd te worden met de
zwaarste straf, wanneer hij met de aarstengel Michaël zal strijden, zoals
Johannes zegt: Toen brak er een strijd uit met de aartsengel Michaël.
Naar
Maria wordt Gabriël gezonden, die genoemd wordt ‘Kracht Gods’. Hij kwam
namelijk Hem aankondigen, die als de Nederige waardig werd bevonden te
verschijnen om de machten in de lucht te bestrijden. Die komen zou als de Heer
der Krachten en machtig in de strijd moest dus door de ‘Kracht Gods’
aangekondigd worden.
Raphaël
wordt, zoals wij zeiden, vertaald door ‘Genezing Gods’, omdat hij, in zijn taak
om te genezen, de ogen van Tobias aanraakte en de duisternissen van zijn
blindheid wegwiste. Want wie gezonden wordt om te genezen, verdient terecht
‘Genezing Gods’ genoemd te worden.
(Hom. 34, 8-9: PL 76, 1230-1251)