S. Dali 'De Christus van de Heilige Johannes van het Kruis'. |
Gods raadsbesluit: onze redding door het mysterie van het kruis.
Er is een vraag, broeders en zusters, die velen niet onberoerd laat; er is een gedachte die veel mensen met weinig kennis in verlegenheid brengt: waarom heeft de Heer Jezus Christus, kracht en wijsheid van de Vader, de redding van de mensheid niet door goddelijke macht, door een enkel bevel, tot stand gebracht, maar door lichamelijke vernedering en menselijke strijd? Hij had toch door zijn hemelse kracht en majesteit de duivel kunnen verslaan en de mens uit zijn greep bevrijden?
Sommigen stellen zich de vraag waarom Hij die in den beginne door zijn woord het leven heeft doen ontstaan, niet door zijn woord de dood heeft vernietigd. Waarom is het verlorene niet hersteld door dezelfde macht en majesteit die in staat was het niet-bestaande in het leven te roepen? Waarom was het nodig dat Christus onze Heer zo’n zwaar lijden op zich nam, terwijl Hij de mensheid door zijn macht kon verlossen? Waarom die menswording van Gods Zoon, zijn kindsheid, zijn toenemen in leeftijd? Waarom die smaad, dat kruis, die dood en graflegging? Waarom was dat nodig voor het herstel van de mens?
Laten wij eens zien wat het kruis betekent, hoe daaraan de zonde van de wereld wordt tenietgedaan, de dood wordt vernietigd en de duivel wordt overwonnen. Zeker, vanuit het oogpunt van gerechtigheid is het kruis niet vereist, tenzij voor zondaars, want - zoals bekend - eist zowel de wet van God als de wet van de wereld het kruis voor ter dood veroordeelde misdadigers.
Maar de duivel ging rond, bediende zich van Judas, van de heersers der aarde, van de machthebbers der joden die ten overstaan van Pilatus samenspanden tegen de Heer en tegen zijn Gezalfde (vgl. Hand. 4, 26), en zo is Christus ter dood veroordeeld, onschuldig, zoals de profeet zegt in een psalm: ‘Wat heeft de rechtvaardige toch gedaan?’ (Ps. 11 (10), 3 - Vulg.) en ook: ‘Zij staan de rechtvaardige naar het leven en vonnissen de onschuldige’ (Ps. 94 (93), 27 - Vulg.).
Geduldig heeft Hij de beschimpingen en kaakslagen, de doornenkroon en de purperen mantel en alle andere bespottingen die in het evangelie vermeld worden, aanvaard. Zonder enige schuld heeft Hij dit alles verdragen en, volmaakt in geduld, heeft Hij als een schaap dat ter slachtbank wordt geleid (vgl. Hand. 8, 32), de kruisdood ondergaan. Dit alles heeft Hij willen aanvaarden, Hij die zijn tegenstanders dit onrecht kon vergelden. Als een mens zonder hulp duldde Hij hun overmacht (vgl. Ps. 88 (87), 5 - Vulg.), terwijl Hij zich met goddelijke macht had kunnen wreken. Want wanneer zij die gekomen waren om Hem gevangen te nemen, op zijn vriendelijke vraag: ‘Wie zoekt gij?’ achteruit zijn geweken (vgl. Joh. 18, 3-6) en zijn geworden als doden, wat zou er dan gebeurd zijn wanneer Hij hen met harde woorden had willen terechtwijzen?
Maar Hij brengt het mysterie van het kruis tot vervulling. Daartoe was Hij in deze wereld gekomen: door het kruis moest de schuldbrief van de zonde vernietigd worden. Het kruis was als een hengel waaraan het aas hing waarmee de vijand verschalkt werd. Zo verloor de duivel met recht en reden zijn buit.
Zie, broeders en zusters, dit is naar mijn mening de verklaring waarom onze Heer en Verlosser niet door macht maar door nederigheid, niet door geweld maar door gerechtigheid de mensheid uit de macht van de duivel heeft bevrijd. Daarom moeten wij die zonder enige verdienste van onze kant, zo grote weldaden van de goddelijke barmhartigheid hebben ontvangen, met Christus’ hulp ons uiterste best doen dat deze genade - deze grote gave van Gods liefde - ons niet tot vonnis wordt, maar tot zegen en heil.