zaterdag 14 januari 2017

Kleine conferentie van de Zalige Priester Edward Poppe


Een dezer dagen kwam ik een korte conferentie tegen van de Zalige Priester Edward Poppe [1890-1924]. Het is een conferentie van 19 december 1922 te Leopoldsburg (B), waar Poppe  door kardinaal Mercier benoemd was tot geestelijk directeur van de Belgische seminaristen en religieuzen in militaire dienst.

Het centrum van zijn leven was de H. Eucharistie.

“De Kerk wil dat we God uitnodigen, niet met onze verlangens alleen, maar ook met boete en versterving.
Gij moet niet vasten, doch minstens in uw ziel, zo niet in uw lichaam de versterving dragen.
Ge moet uw ogen versterven door uw nieuwsgierigheid te bedwingen. Die versterving is dikwijls beter dan het vasten langs de maag. Met uw oren, juist zoals met de ogen! Zoekt niet naar nieuwtjes; dat betaamt ons niet.

Een “ziel” die daarmee bezig is, is niet bezig met God, maar met nietigheden.
Het is een teken dat ze niet wacht op Christus.

Vooral versterf uw tong:
“Wie niet misdoet met de tong is een volmaakt mens” [Jacobusbrief 2, 3]. Het is goed de tong te bedwingen. We moeten het doen van de vroege morgen tot de late avond. Het doet geen nadeel voor de gezondheid.

Luistert naar geen kritiek, noch kritikeer zelf over gelijk welke zaak die lastig valt. Zeg niet: “wat een weer”, dat toont dat zo iemand niet vast verenigd leeft met Christus. Dat zal soms harder vallen dan een discipline. Het laten vallen van alle kritiek, aangaande de oversten bijvoorbeeld, draagt zoveel bij tot de liefde en de glorie van Jezus Christus. Begin over iets anders. Als ge kleine zaken minacht, zult ge stilaan grote zaken verzuimen. Al die kleinigheden zijn zo vormend, zo vervolmakend! Indien ze zacht gedaan worden, zijn al deze verstervingen de grondslag en de bouwstof van onze heiligheid.”