Wij zijn als mensen die uit de slaap ontwaken en onze
gedachten niet meteen kunnen verzamelen noch begrijpen waar wij zijn. De hele
waarheid openbaart zich slechts geleidelijk.
Zo staan we ook in de wereld, als kinderen van het licht,
die slechts langzaam tot zelfkennis komen. Laten wij bidden, nadenken en werken
om geleidelijk te mogen beseffen wat wij zijn.
Zo zullen wij, met het voorbijschuiven van de tijd eerst één
zaak veroveren, daarna een andere. Langzamerhand zullen wij het onwezenlijke
opgeven en het wezenlijke vinden. Door dag na dag op God te wachten, zullen wij
ook dag na dag vooruitgaan, en tot het ware en duidelijke inzicht komen van wat
wij zijn in Christus.
Jaar na jaar zullen wij iets veroveren en ieder paasfeest
dat komt zal ons beter in staat stellen ons met hart en ziel te verheugen om de
grote verlossing die Christus bracht.
We zullen ondervinden dat de plichten, die Hij ons oplegt,
op providentiële wijze weldoende kunnen zijn. Onze plichten tegenover god en
mens zijn niet slechts plichten die wij voor Hem vervullen; zij zijn ook middelen die ons verlichten en
ons geloof aanvaardbaar maken.
Iedere daad van gehoorzaamheid maakt ons dieper overtuigd
van de hemel. Elk offer maakt ons ijveriger. Ieder zelfverloochening maakt ons
meer toegewijd…
Wij geloven dat wij steeds beter zullen begrijpen wie wij
zijn indien wij aldus te werk gaan.
Wij zijn er nederig van overtuigd dat onze ogen dingen
zullen zien die slechts op geestelijke wijze onderscheiden kunnen worden,
wanneer wij onszelf reinigen van het wereldse.
Wij hopen dat de woorden van de zaligspreking “Zalig de
zuiveren van hart, want zij zullen God zien”, aan ons zullen worden vervuld…
P.P.S. VI, 8, 99-100.