Soms vertellen de zusters op Sinterklaas een elkaar verhalen. Die kunnen verbonden zijn met de geschiedenis van de plaats, de Kerk en haar heiligen, de Orde van het H. Graf of ons klooster, of wat ook maar past in het jaarthema. Sommige verhalen zijn niet publicabel omdat actuele situaties rond de Kerkberg onverbloemd aan de orde komen. Van onderstaand verhaal durven we de publicatie wel aan, omdat de lezer zal begrijpen dat de inhoud geheel fictief is. hoewel....
Hier volgt het verhaal van Truus, Nico en Lena
Mijn naam is Truus, Truus van Myra en ik ben de oudste zus van degene die U, lezer, kortweg Sinterklaas noemt. Ik noem hem Nico, maar dat mag U natuurlijk niet tegen hem zeggen.
Mij kent U niet. Ik doe geen wonderen en ik houd, eerlijk
gezegd, ook niet zo van kinderen.
Mijn broer werd geboren in 280 in Patara bij Myra. Ik was
toen 10 jaar. Nico was op jonge leeftijd
al heel anders dan andere kinderen. Direct na zijn geboorte kon hij staan en zwaaide
met zijn armen. Mijn vrome ouders zeiden dan dat hij zo God wilde danken en
loven. Ook weigerde hij op vastendagen om moedermelk te drinken.
Het gezin te Myra met Truus en Nico
omstreeks 285
Ik bemoeide me nooit zo erg met de kleine Nico en dat is zo
gebleven. U begrijpt dadelijk wel waarom.
Nico wist al jong dat God hem riep om priester te worden. Er
hing als het ware een geur van heiligheid om hem heen. Toen hij wat ouder geworden
was, werd er ook wel gezegd dat mijn moeder na
haar huwelijk kinderloos was gebleven en toen God had beloofd, dat als zij een
kind kreeg, (hij!) priester zou worden. Een beetje zoals bij Hanna en Samuel. Maar hier begint het probleem; mijn moeder was
namelijk niet 100% kinderloos. Er was immers ook nog een Truus van Myra. Moi!
Ik gunde mijn ouders en Nico de vrome legende en hield mij levenslang
op de achtergrond, wat zeg ik, ik verdween zelfs, uiteindelijk naar verre
landen.
Nico werd -uiteraard- priester en werd in 299 door zijn oom,
die bisschop was -het zit in onze genen!- priester gewijd. Heeroom zei bij die
gelegenheid dat Nico ook bisschop zou worden en dat gebeurde inderdaad, en dan
nog van Myra! Zo gaat dat bij ons in de familie!
Nico beschermde daar de bevolking tegen demonen en deed
regelmatig wonderen als er een hongersnood dreigde. Hij gaf arme meisjes een
bruidsschat, regelde vrijspraak van onschuldig ter dood veroordeelden, en
bracht drie kinderen die door een herbergier waren vermoord en ingepekeld, weer
tot leven. Ik was toen allang het huis uitgegaan en werkte in een herberg –
niet die van de ingepekelde kinderen.
De geschiedenis vertelt dat Nico enkele keren het H. Land heeft
bezocht maar dat hij iedere keer als hij daar was, door een engel werd
gewaarschuwd dat hij terug moest, omdat er in zijn bisdom acute nood heerste. Het
kan best zijn dat hem een engel is verschenen, maar ik kan U verzekeren dat ik
hem iedere keer persoonlijk het Heilig Land heb uitgezet, aangezien ik al mijn
hele leven voortvluchtig was om uit zijn vaarwater te blijven: ik was immers het levende bewijs van de niet-kinderloosheid van
onze moeder. Nico zag het redelijke van mijn standpunt uiteindelijk in en
vertrok: ik het Heilig Land en hij de rest
van de wereld.
Ik was in het Heilig Land terecht gekomen door mijn
contacten met een collega uit de herberg in Klein-Azie, in Drepanum. Zij was de
dochter van de baas en heette Lena. Zij werd verliefd op een Romeinse soldaat
en daardoor moeder van een zoon genaamd Constantijn. Die Constantijn werd tot
mijn (en haar) verbazing keizer van het Romeinse rijk. Voortaan heette mijn
vriendin Lena Helena en was zij keizerin, maar ik mocht Lena blijven zeggen. Lena en Constantijn
lieten zich dopen en werden christen. Lena herinnerde zich toen, dat zij nog
een christen kende uit haar heidentijd. Dat was ik. Zij zocht me op, hernieuwde de vriendschap en
stelde voor dat we samen naar het Heilig Land zouden gaan om het graf van
Christus te zoeken en de plaats waar Hij was gekruisigd. Ik vond dat een goed
idee, omdat me dat een goede kans gaf op een leven waarin ik Nico niet in de
weg zat. Ik houd van mijn heerbroer! De zoektocht in het Heilig Land was geen
kleinigheid, ook al had Helena veel personeel meegenomen. Zij vond eerst het
Heilig Graf en zij vond ook de plaats waar Christus was gekruisigd. Die plaats was
bedolven met zand en de Romeinen hadden daar een tempel voor Venus gebouwd. O
schande! Helena wist zelfs de drie kruisen te vinden – maar toen hadden we een
probleem. We namelijk hadden geen flauw idee, aan welk kruis Christus was
gestorven. Maanden verhoorden we Joden die daar woonden, maar niemand wist
hierover iets te vertellen. Het naambordje (dat Helena titulum noemde) lag los
in de grond en gaf ook geen aanwijzingen. Bijna hadden we de drie kruisen
ingepakt en meegenomen naar Rome, totdat ik in een droom, je kunt rustig zeggen
een visioen, een idee kreeg. We legden het lijk van een pas gestorven jonge man
op elk van de drie kruisen, en toen – we geloofden onze ogen bijna niet- kwam
het lijk tot leven en wisten we welk kruis het Ware Kruis was.
Helena was een nobele vriendin. Ook al was ze keizerin, zij vroeg mij of het visioen over de wijze van de Kruisvinding op mijn naam in de geschiedenis zou moeten komen. Als iemand echter wist hoe graag Helena in de ogen van de wereld degene wilde zijn, die het Ware Kruis had gevonden, was ik het wel. Het omgaan met heilige personen had ik, zoals U weet, van huis uit al meegekregen en het was een van mijn specialismen geworden. De omgang met heilige vraagt begrip en behoedzaamheid. Het kostte me niet veel tijd om na te denken: ik gunde het haar, zoals ik het eerder ook Nico had gegund, formeel heilig te zijn. Bovendien zou ik dan Nico in de weg zitten. Van een heilige zus kun je veel last hebben.
In 329
overleed Helena en dankzij de geschiedschrijving van Eusebius werd ze
spoed door de Kerk heilig verklaard. In de Orde van het H. Graf en ook hier in ons klooster vereren we haar met toewijding.
En nu weet U, beste lezers, waarom er geen H. Gertrudis van
Myra heilig is verklaard, alleen een Nico(laas). En hem kent U allemaal.