Uit het Martyrologium Romanum:
zondag 31 december 2017
Uit het Martyrologium Romanum op 1 januari
1 januari
Uit het Martyrologium Romanum:
Op de octaafdag van de Geboorte van de Heer en de dag van zijn besnijdenis, het hoogfeest van de Heilige Maria, Moeder van God, die op het Concilie van Efese door de Vaders werd uitgeroepen tot Theotokos, omdat het Woord het vlees heeft aangenomen uit haar en onder de mensen heeft gewoond als de Zoon van God, de Vredevorst, aan wie de Naam boven elke naam is verleend.
Uit het Martyrologium Romanum:
St. John Paul II A powerful prayer for the family
St. John Paul II was well known for his special love of the family. He famously said while on an apostolic visit to Australia, “As the family goes, so goes the nation, and so goes the whole world in which we live.”
John Paul II firmly believed in the family and its foundational role in society. During his pontificate he left a powerful prayer for the family that calls upon God to give specific graces to various members of a household.
It is a beautiful prayer, one that is perfect for the feast of the Holy Family.
Lord God, from You every family in Heaven and on earth takes its name.
Father, You are love and life. Through Your Son, Jesus Christ, born of woman, and through the Holy Spirit, the fountain of divine charity, grant that every family on earth may become for each successive generation a true shrine of life and love.
Grant that Your grace may guide the thoughts and actions of husbands and wives for the good of their families and of all the families in the world.
Grant that the young may find in the family solid support for their human dignity and for their growth in truth and love.
Grant that love, strengthened by the grace of the sacrament of marriage, may prove mightier than all the weaknesses and trials through which our families sometimes pass.
Through the intercession of the Holy Family of Nazareth, grant that the Church may fruitfully carry out her worldwide mission in the family and through the family.
We ask this of You, Who is life, truth and love with the Son and the Holy Spirit. Amen.
We thank aleteia.org
John Paul II firmly believed in the family and its foundational role in society. During his pontificate he left a powerful prayer for the family that calls upon God to give specific graces to various members of a household.
It is a beautiful prayer, one that is perfect for the feast of the Holy Family.
Lord God, from You every family in Heaven and on earth takes its name.
Father, You are love and life. Through Your Son, Jesus Christ, born of woman, and through the Holy Spirit, the fountain of divine charity, grant that every family on earth may become for each successive generation a true shrine of life and love.
Grant that Your grace may guide the thoughts and actions of husbands and wives for the good of their families and of all the families in the world.
Grant that the young may find in the family solid support for their human dignity and for their growth in truth and love.
Grant that love, strengthened by the grace of the sacrament of marriage, may prove mightier than all the weaknesses and trials through which our families sometimes pass.
Through the intercession of the Holy Family of Nazareth, grant that the Church may fruitfully carry out her worldwide mission in the family and through the family.
We ask this of You, Who is life, truth and love with the Son and the Holy Spirit. Amen.
We thank aleteia.org
Zondag, 31 december 2017 Hem behoren tijd en eeuwigheid
Laten wij bidden,
nu wij aan het
einde van het jaar terugkijken, voor al hetgeen we ontvingen danken, ook voor
de kracht die God ons gaf toen wij het moeilijk hadden, hen gedenken die van
ons zijn heengegaan, het oude jaar met het goede en slechte, dat ons is
overkomen terugleggen in Zijn handen en mogen wij met betrekking tot het
Lichaam van Christus in de H. Eucharistie beleven wat wij bij de lichtritus in
de Paasnacht horen:
Christus, gisteren
en heden,
Begin en Einde,
Hem behoren tijd
en eeuwigheid.
Hem behoren
heerlijkheid en heerschappij
door alle eeuwen der eeuwen.
zaterdag 30 december 2017
Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Die 30 decembris De die VI infra octavam Nativitatis Ad Officium lectionis St Hippolytus Verbum caro factum deificat nos
Lectio
altera
Ex Tractátu sancti Hippólyti presbýteri De
refutatióne ómnium hæresum
(Cap. 10, 33-34: PG
16, 3452-3453)
Tweede
lezing
Uit het tractaat
“De weerlegging van alle ketterijen” van de H. Hippolytus, priester
Het
vlees-geworden Woord vergoddelijkt ons
Ons geloof steunt niet op ijdele woorden;
ook laten wij ons niet meeslepen door plotselinge opwellingen van het hart of
worden we betoverd door het gevlei van zoete woorden, maar we kunnen geen
geloof weigeren aan woorden met goddelijke kracht.
En deze gaf God mee aan zijn Woord; het
Woord sprak ze uit, daardoor de mens terugbrengend van zijn ongehoorzaamheid,
hem niet met geweld tot slavernij brengend, maar door hem te roepen tot
vrijheid en in een vrije beslissing.
De Vader zond dit Woord op het einde der
tijden. Hij wilde niet langer spreken door een profeet, noch wilde Hij dat
hetgeen hij bedekt meedeelde maar vaag begrepen zou worden, maar het was zijn
plan dat zijn Woord zichtbaar zou verschijnen, opdat de wereld, door het Woord
zelf te zien, zou worden gered. Wij weten dat dit Woord uit de Maagd een
lichaam heeft aangenomen en de oude mens door die nieuwe ontvangenis in zich
heeft opgenomen. Wij weten dat dit (Woord) mens geworden is uit onze
stoffelijkheid; want als deze niet uit diezelfde mensheid was voortgekomen, zou
Hij on s tevergeefs bevolen hebben Hem als onze Meester na te volgen. Want als
die mens toevallig van een andere substantie was, waarom beveelt Hij mij dan,
die als zwakkeling geboren ben, Hem na te volgen, en hoe zou Hij dan goed en
rechtvaardig zijn?
Om echter niet gehouden te worden voor
iemand, die van ons verschilde, heeft Hij ook onze ellende op zich genomen: Hij
wilde honger lijden en weigerde niet dorst te gevoelen ; Hij rustte uit in zijn
slaap, wees het lijden niet af, gehoorzaamde aan de dood en deed ons zijn
verrijzenis zien. In dit alles bood Hij zijn mensheid aan als een
eerstelingen-offer opdat gij in uw lijden de moed niet zoudt verliezen, maar,
uzelf ook voor een mens houdend, eveneens zoudt mogen verwachten wat God aan
Hem schonk.
Als ge de ware God hebt leren kennen, zult
ge tegelijk met een ziel ook een onsterfelijk en onbederfelijk lichaam hebben
en het Rijk der hemelen verwerven, gij, die op aarde hebt verbleven en uw
hemelse Koning hebt leren kennen; want ge zult erfgenaam zijn van God en
medeerfgenaam van Christus, niet meer verstrikt in begeerlijkheden, of
hartstochten of neerliggend in ziekten, omdat ge vergoddelijkt zijt.
Wat voor ellenden ge ook gedragen hebt als
mens, God liet ze over u komen omdat ge mens waart; maar al wat God eigen is,
belooft Hij ook u te schenken, omdat ge vergoddelijkt zijt en onsterfelijk.
Daarom ken u zelf en erken God als uw Schepper; want kennen en
gekend worden komt hem toe, die door God is geroepen.
Wil daarom geen
onderlinge strijd voeren en aarzelt niet u terug te trekken. Want Christus is God over alles, die besloot
de zonden van de mensen af te wassen, de oude mens nieuw makend, nadat Hij van
den beginne af hem zijn beeld noemde en in dat beeld zijn liefde toonde, die
Hij jegens u heeft. Als ge zijn ernstige geboden onderhoudt en een goede
navolgers van de goede zijt geworden, zult ge aan Hem gelijk zijn en door Hem geërd.
Want God is niet arm, die ook u vergoddelijkt heeft tot zijn eigen glorie.
vrijdag 29 december 2017
29 december - Thomas Becket "Saints are not made by accident"
"A Christian martyrdom is never an accident, for Saints are not made by accident. Still less is a Christian martyrdom the effect of man's will to become a Saint, as a man by willing and contriving may become a ruler of men. A martyrdom is always the design of God, for His love of men, to warn them and to lead them, to bring them back to His ways. It is never the design of man; for the true martyr is he who has become the instrument of God, who has lost his will in the will of God, and who no longer desires anything for himself, not even the glory of becoming a martyr".
Uit T.S. Eliot "Murder in the Cathedral"
donderdag 28 december 2017
"Young people increasingly attracted to Gregorian chant" “If you give Gregorian chant to kids, they love it"
uit Catholic Herald:
When he discovered Gregorian chant near the turn of the century, he was inspired to reconnect with the Church.
“This music was so different and mysterious to me,” Senson told Catholic News Service during a recent interview. “It was telling me something. It was leading me somewhere.”
It eventually led him to Catholic music ministry and the 33-year-old is now music director at St John the Beloved Catholic Church in McLean, Virginia, a parish community where Gregorian chant is the principal sound.
This church community is unique in that the ancient sounds of Gregorian chant are deeply woven into its fabric, interlaced in every Mass, every choir and the education of the students in the parish school.
Church leaders at St John the Beloved made the bold decision in 2005 to switch its music from the praise and worship genre to sacred music featuring Gregorian chant, decades after the practice fell out of favour following the Second Vatican Council.
It turns out that parish is part of a growing trend in American Catholic culture in which Gregorian chant is slowly being re-embraced.
That movement began following the success of a 1990s album titled “Chant,” recorded by the Benedictine monks of Santo Domingo de Silos, Spain, said Timothy S McDonnell, director of the Institute of Sacred Music at The Catholic University of America.
“People became interested in it,” McDonnell told CNS. “Then you would start to hear Gregorian chant as samples in popular music. You’d start to hear it in soundtracks, things like that. So, Gregorian chant became popular with all kinds of people with all kinds of belief systems.”
That was a turning point for some church officials who recognised the music had intrinsic value, he said. “That this is our proper music for our liturgy. That movement of recovery of this material I think started at that point when it was recognised more broadly as a tremendous treasure.”
Though still not the core music in most American Catholic parishes, Gregorian chant continues to gain popularity among the youth, said Scott Turkington, director of sacred music at Holy Family Catholic Church and the parish school, Holy Family Academy, in St Louis Park, Minnesota.
“If you give Gregorian chant to kids, they love it,” Turkington said.
The Holy Innocents, Martyrs Even before they learn to speak, they proclaim Christ
The Holy Innocents are the children who were slaughtered at the orders of King Herod, in the hope that by killing every boy born in Bethlehem at the same time as Jesus, he would succeed in killing the new-born King of the Jews. There was nothing about those baby boys that made them deserve death. Look at any one of them, and you can see that he had no chance to do anything, or be anyone, or become anyone. He had done nothing. He had done nothing bad, he had done nothing good. He was born, and then he died, and that was all there was to him. So passive are these babies that some people find it hard to understand how they can share the title of “martyr” with people like St Stephen (the day before yesterday), who insisted on preaching the truth until his hearers stoned him for it, or St Thomas Becket (tomorrow), who insisted on living the truth until his king had him killed because of it. These children did not insist on anything except their mothers’ milk; and unlike Stephen and Thomas, there was no voluntary act of theirs that we can see as making the difference between being martyred and not being martyred. So in our rational human terms these children are a puzzle, and that is one reason why God has inspired the Church to celebrate this very feast – to show us how inadequate our seemingly rational, worldly-wise thoughts are. As he reminds us again and again throughout salvation history, his thoughts are not our thoughts. Babies may not rank high on the scale as far as our human calculus is concerned; but then neither do sparrows, and yet God has told us that God sees and counts every one of those. The Holy Innocents can stand, therefore, for the “unimportant” and “unnecessary” pawns, child and adult alike, that permeate the whole of human history, the ones who can be sacrificed for some greater cause because they “don’t really matter”; the eggs that were broken to make an omelette... or even broken to make nothing at all. There are plenty of them, one way or another. The feast of the Holy Innocents reminds us that in God’s eyes (that is, according to the true value of things), no-one is unimportant, no-one is unnecessary, no-one “doesn’t really matter.” However meaningless their lives and deaths may seem to us, they shine glorious in heaven. On a more personal level, the honour given to the Holy Innocents reminds us that if we suffer or even die for God’s sake, it has value even if we have little or no say in it ourselves. Honouring them effectively honours also the martyrdom of the people these children could have become, and their children’s children as well; and at the same time we can remember the contemporary and continuing massacre of those who die before birth for the convenience of those who have them killed,
A sermon of St Quodvultdeus
A sermon of St Quodvultdeus
Even before they learn to speak, they proclaim Christ |
---|
A tiny child is born, who is a great king. Wise men are led to him from afar. They come to adore one who lies in a manger and yet reigns in heaven and on earth. When they tell of one who is born a king, Herod is disturbed. To save his kingdom he resolves to kill him, though if he would have faith in the child, he himself would reign in peace in this life and for ever in the life to come.
Why are you afraid, Herod, when you hear of the birth of a king? He does not come to drive you out, but to conquer the devil. But because you do not understand this you are disturbed and in a rage, and to destroy one child whom you seek, you show your cruelty in the death of so many children.
You are not restrained by the love of weeping mothers or fathers mourning the deaths of their sons, nor by the cries and sobs of the children. You destroy those who are tiny in body because fear is destroying your heart. You imagine that if you accomplish your desire you can prolong your own life, though you are seeking to kill Life himself.
Yet your throne is threatened by the source of grace, so small, yet so great, who is lying in the manger. He is using you, all unaware of it, to work out his own purposes freeing souls from captivity to the devil. He has taken up the sons of the enemy into the ranks of God’s adopted children.
The children die for Christ, though they do not know it. The parents mourn for the death of martyrs. The child makes of those as yet unable to speak fit witnesses to himself. See the kind of kingdom that is his, coming as he did in order to be this kind of king. See how the deliverer is already working deliverance, the saviour already working salvation.
But you, Herod, do not know this and are disturbed and furious. While you vent your fury against the child, you are already paying him homage, and do not know it.
How great a gift of grace is here! To what merits of their own do the children owe this kind of victory? They cannot speak, yet they bear witness to Christ. They cannot use their limbs to engage in battle, yet already they bear off the palm of victory.
woensdag 27 december 2017
dinsdag 26 december 2017
maandag 25 december 2017
Homilie uit de Nachtmis in ons klooster 2017 Ik sta voor de deur en Ik klop…
Homilie van de
zeereerwaarde heer P. Pierik
In Nativitate
Domini 2017 in nocte
Ik
sta voor de deur en Ik klop…
Er was voor hen
geen plaats in de herberg. Zo horen wij vandaag in het evangelie. Je leest er
zo gemakkelijk overheen. “Terwijl zij in Bethlehem verbleven, brak het uur aan
waarop zij moeder zou worden; zij bracht een zoon ter wereld, haar
eerstgeborenen. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg”.
Voor wie maken wij
deze kerst plaats? Zijn het familieleden of vrienden; blijft U misschien alleen
en wilt U liever voor niemand plaats maken? Plaats maken, ruimte geven aan
mensen, dat zijn dingen die met ons hart te maken hebben. Je bent van harte uitgenodigd. Hartelijk
welkom.
Al jaren lang
spreek ik met de kinderen in de Advent over het volgende zinnetje: “Ik sta voor
de deur en ik klop. Als iemand voor Mij de deur opent, zal Ik bij hem
binnentreden. Ik zal maaltijd met hem of haar houden en hij of zij met Mij”.
“Een Kind is ons
geboren” en ook: “Dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren Kind
vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe”. Het lijkt wel of God zich verstopt bij zijn
ingrijpen in onze wereld. Een klein Kind. En toch is het groots. Paulus
omschrijft dat ingrijpen als volgt: “De genade van God, bron van alle heil voor
alle mensen is op aarde verschenen”.
Had dat
verschijnen niet een beetje indrukwekkender kunnen zijn. Herodes verwachtte in
de Christus een geweldenaar, en daarmee een gevaar voor zijn eigen koningschap.
En zou een figuur zoals Gladiator in de
beroemde film over dit soort helden niet veel meer indruk gemaakt hebben?
“Ik sta voor de
deur en Ik klop”. Jezus klopt zachtjes, en waarom: Gods ingrijpen heeft de liefde als
uitgangspunt. Daarover zegt Paulus: “De goedheid en mensenliefde van God is op
aarde verschenen.” Welnu, de liefde dringt zich niet op. Diezelfde Paulus
omschrijft de goddelijke liefde als volgt: “De liefde praalt niet, zij beeldt
zich niets in, zij verdraagt alles”. Dat zijn mooie woorden. Maar weten wij
ook, hoe wij met die liefde, die God is, moeten omgaan?
Als God zich
aandient als bron van liefde, hoor ik Hem dan? De liefde dringt zich nu eenmaal
niet op. Kijken we naar de mensen die in de eerste kerstnacht het Kind van God
ontdekten; zij leefden allemaal in de stilte. En wie in de stilte durft leven,
vangt iets op. Wie stil durft te zijn, kan naar anderen luisteren. Hebt U
iemand in Uw leven die echt naar U luistert? Iemand die opneemt wat U zegt, die
zich probeert eigen te maken wat U bezig houdt! Lang niet iedereen weet te
luisteren. Wij zijn vaak zo druk met onszelf, dat de nood van anderen ons
totaal ontgaat.
Dat Jezus die
nacht in de kribbe eindigt en niet in een kinderbed, heeft alles te maken met
het feit, dat mensen zich niet de moeite nemen om stil te staan bij de nood van
anderen. Het begint al met de keizer. Zijn volkstelling heeft het leven van
heel wat gezinnen totaal ontregeld. Of de keizer daarvan enig besef had?
En wat dacht u van
de mensen in Bethlehem. Zagen zij de nood van Maria en Jozef niet? Was er een Ferrari gestopt, dan had menige
herberg zeker nog wel een plaatsje gevonden. Maar de liefde prijst zich niet
aan zoals een Ferrari. Zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij verdraagt
alles. Of zoals wederom Paulus zegt in een van zijn brieven: “Hij heeft
zichzelf voor ons gegeven”.
Het zijn de
herders die als eersten het Kind van God gewaar worden. En waarom? Zij zijn
stil. Waarschijnlijk uit armoede. Zij zaten in het open veld en bewaakten de
kudden. Een walkman of iPod kende men toen nog niet.
Wie stil durft te
zijn, ontwikkelt een open oor voor alles wat Hem omringt. Maria bewaarde al de
woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. Welke zijn dan die woorden:
“Heden is U een Redder geboren. De genade van God, bron van heil voor alle
mensen is verschenen”.
“Ik sta voor de deur en Ik klop”. Ik wens
ons allen een heel gezellig kerstfeest, lekker eten en geslaagde cadeaus. Ik
wens ons toe veel gezelligheid te midden van familie en vrienden.
Als priester wens
ik ons allen echter ook tijden van stilte toe. Om te luisteren naar de noden
van anderen.
In feite kloppen
Maria en Jozef deze nacht bij ons aan. Zij zijn wederom in nood. Heb ik ruimte
voor het Kind van God? Mag de herberg van mijn leven Jezus er voor behoeden om
wederom in een kribbe te belanden?
Zo straks bij de
Communie is het dan zo ver. Hij zal bij mij aankloppen. Zachtjes om mij vrij te
laten. De liefde dringt zich nu eenmaal niet op. Maar mocht ik Hem binnenlaten
en vervolgens in stilte bij Hem verblijven, dan zullen de woorden van de engel
vlees en bloed worden in mijn leven: Heden is u een Redder geboren die uit
liefde voor jou zich zal overleveren.
zondag 24 december 2017
John Henri cardinal Newman Sermon 16. Christ Hidden from the World Seasons - Christmas "The light shineth in darkness, and the darkness comprehended it not." John i. 5.
Sermon 16. Christ Hidden from the World Seasons - Christmas
"The light shineth in darkness, and the darkness comprehended it not." John i. 5.
OF all the thoughts which rise in the mind when contemplating the sojourn of our Lord Jesus Christ upon earth, none perhaps is more affecting and subduing than the obscurity which attended it. I do not mean His obscure condition, in the sense of its being humble; but the obscurity in which He was shrouded, and the secrecy which He observed. This characteristic of His first Advent is
referred to very frequently in Scripture, as in the text, "The light shineth in darkness, and the darkness comprehended it not;" and is in contrast with what is foretold about His second Advent. Then "every eye shall see Him;" which implies that all shall recognize Him; whereas, when He came for the first time, though many saw Him, few indeed discerned Him. It had been prophesied, "When we shall see Him there is no beauty that we should desire Him;" and at the very end of his ministry, He said to one of His twelve chosen friends, "Have I been so long time with you, and yet hast thou not known Me, Philip?" [Isai. liii. 2. John xiv. 9.]
"The light shineth in darkness, and the darkness comprehended it not." John i. 5.
OF all the thoughts which rise in the mind when contemplating the sojourn of our Lord Jesus Christ upon earth, none perhaps is more affecting and subduing than the obscurity which attended it. I do not mean His obscure condition, in the sense of its being humble; but the obscurity in which He was shrouded, and the secrecy which He observed. This characteristic of His first Advent is
referred to very frequently in Scripture, as in the text, "The light shineth in darkness, and the darkness comprehended it not;" and is in contrast with what is foretold about His second Advent. Then "every eye shall see Him;" which implies that all shall recognize Him; whereas, when He came for the first time, though many saw Him, few indeed discerned Him. It had been prophesied, "When we shall see Him there is no beauty that we should desire Him;" and at the very end of his ministry, He said to one of His twelve chosen friends, "Have I been so long time with you, and yet hast thou not known Me, Philip?" [Isai. liii. 2. John xiv. 9.]
Zalig Kerstfeest - Kerstwens van onze Pastoor Jos. L’Ortye, pastoor
Waarom het burgerlijk jaar op 1 januari begint weet
waarschijnlijk niemand, maar (hopelijk) wel waarom het kerkelijk jaar met
Kerstmis (om precies te zijn: met aanloop daar naar toe - de Advent) begint.
Met Jezus’ geboorte (komst) in deze wereld heeft God immers een nieuw begin
gemaakt. Dat heeft men (pas een paar honderd jaar) later goed begrepen door
(terugrekenend) met Jezus’ geboorte (komst) een nieuw jaartelling te beginnen,
resp. onze geschiedenis in te delen in de periode vóór en na Christus. Dat men
daarbij (achteraf bezien) een paar telfoutjes heeft gemaakt mag de pret niet
drukken. Het gaat om de betekenis van Gods menswording voor onze wereld én voor
ons eigen leven.
Dat nieuwe leven met Jezus is voor ons persoonlijk begonnen
bij ons doopsel. Toen zijn we door onze (peet-)ouders op Jezus’ spoor gezet en
het is vooral sinds onze (eerste) heilige communie en het vormsel dat ons leven
nog meer spoort met Jezus’ levensweg. Al was het maar omdat we daarin ook en
vooral zelf een rol hebben te vervullen. Leven in het voetspoor van Jezus. Dat
klinkt gemakkelijker als dat het is. Want wat men tegenwoordig onder ‘christelijk’
(als fatsoensnorm) verstaat, valt niet altijd samen met datgene waartoe Jezus ons,
zijn volgelingen (nog altijd) uitnodigt. Dat is soms zo radicaal dat wij dat
tegenwoordig al gauw als fundamentalistisch bestempelen. Extremen, uitersten
zijn nooit goed, toch?
Of
Jezus dat ook zo ziet is een vraag. In ieder geval durft Jezus meer van ons te
vragen dan het algemeen gebruikelijke. “Als
uw gerechtigheid die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft”,
zo zei Hij bijvoorbeeld, “zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der
hemelen” (Mt.5,20). Of in gewoon Nederlands: “Mag het misschien een onsje
meer zijn?”
Dat
we onze liefde voor God en de naaste niet beperken tot het minimum, maar maximaal
rendement te laten dragen, dat is het wat Jezus van ons vraagt, durft vragen.
Want zelf is Hij ons daarin voorgegaan, niet alleen in zijn zelfgave aan het
kruis, maar ook in zijn menswording als geheel. “Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen
vastklampen aan de gelijkheid met God: Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en
het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als
mens verschenen heeft Hij zich vernederd, Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot
de dood aan een kruis” (Fil.2,6-8). Wat dat betreft liggen kribbe en kruis ook
niet ver uit elkaar. Minder ver dan misschien menigeen denkt. Zelfs de oude
tekstdichters merkten dat verband al gauw op: “’t (pasgeboren Kindeke) kwam op
de aarde en ’t had er geen huis, ’t kwam op de aarde en ’t droeg al zijn kruis”.
Kerstmis is dan ook alles behalve een zoetsappig
feest om even bij weg te zwijmelen, zoals het meisje uit het bekende sprookje
van Andersen, dat zich bij het aansteken van een zwavelstokje even in een
andere wereld waande. Het is juist de kunst (of is het een gave?) de soms harde
werkelijkheid van het leven in het licht te zien van wat we met Kerstmis
eigenlijk vieren: dat God niet alleen mens-zijn wilde delen, maar ook het
lijden en kruis dat daar onlosmakelijk mee is verbonden. Juist daarin en daardoor wees Hij ons een weg
ten leven, de weg namelijk die ook ons door lijden en kruis brengt tot
verrijzenis en nieuw leven. Zalig Kerstmis!
Jos. L’Ortye, pastoor
zaterdag 23 december 2017
Liturgy of the Hours 4th Sunday of Advent Saint Augustine Truth has arisen from the earth and justice has looked down from heaven
Second Reading
From a sermon by Saint Augustine
Truth has arisen from the earth and justice has looked down from heaven
Awake, mankind! For your sake God has become man. Awake, you who sleep, rise up from the dead, and Christ will enlighten you. I tell you again: for your sake, God became man.
You would have suffered eternal death, had he not been born in time. Never would you have been freed from sinful flesh, had he not taken on himself the likeness of sinful flesh. You would have suffered everlasting unhappiness, had it not been for this mercy. You would never have returned to life, had he not shared your death. You would have been lost if he had not hastened to your aid. You would have perished, had he not come.
Let us then joyfully celebrate the coming of our salvation and redemption. Let us celebrate the festive day on which he who is the great and eternal day came from the great and endless day of eternity into our own short day of time.
He has become our justice, our sanctification, our redemption, so that, as it is written: Let him who glories glory in the Lord.
Truth, then, has arisen from the earth: Christ who said, I am the Truth, was born of the Virgin. And justice looked down from heaven: because believing in this new-born child, man is justified not by himself but by God.
Truth has arisen from the earth: because the Word was made flesh. And justice looked down from heaven: because every good gift and every perfect gift is from above.
Truth has arisen from the earth: flesh from Mary. And justice looked down from heaven: for man can receive nothing unless it has been given him from heaven.
Justified by faith, let us be at peace with God: for justice and peace have embraced one another. Through our Lord Jesus Christ: for Truth has arisen from the earth. Through whom we have access to that grace in which we stand, and our boast is in our hope of God’s glory. He does not say: “of our glory,” but of God’s glory: for justice has not come out of us but has looked down from heaven. Therefore he who glories, let him glory, not in himself, but in the Lord.
For this reason, when our Lord was born of the Virgin, the message of the angelic voices was: Glory to God in the highest, and peace to men of good will.
For how could there be peace on earth unless Truth has arisen from the earth, that is, unless Christ were born of our flesh? And he is our peace who made the two into one: that we might be men of good will, sweetly linked by the bond of unity.
Let us then rejoice in this grace, so that our glorying may bear witness to our good conscience by which we glory, not in ourselves, but in the Lord. That is why Scripture says: He is my glory, the one who lifts up my head. For what greater grace could God have made to dawn on us than to make his only Son become the son of man, so that a son of man might in his turn become son of God?
Ask if this were merited; ask for its reason, for its justification, and see whether you will find any other answer but sheer grace.
From a sermon by Saint Augustine
Truth has arisen from the earth and justice has looked down from heaven
Awake, mankind! For your sake God has become man. Awake, you who sleep, rise up from the dead, and Christ will enlighten you. I tell you again: for your sake, God became man.
You would have suffered eternal death, had he not been born in time. Never would you have been freed from sinful flesh, had he not taken on himself the likeness of sinful flesh. You would have suffered everlasting unhappiness, had it not been for this mercy. You would never have returned to life, had he not shared your death. You would have been lost if he had not hastened to your aid. You would have perished, had he not come.
Let us then joyfully celebrate the coming of our salvation and redemption. Let us celebrate the festive day on which he who is the great and eternal day came from the great and endless day of eternity into our own short day of time.
He has become our justice, our sanctification, our redemption, so that, as it is written: Let him who glories glory in the Lord.
Truth, then, has arisen from the earth: Christ who said, I am the Truth, was born of the Virgin. And justice looked down from heaven: because believing in this new-born child, man is justified not by himself but by God.
Truth has arisen from the earth: because the Word was made flesh. And justice looked down from heaven: because every good gift and every perfect gift is from above.
Truth has arisen from the earth: flesh from Mary. And justice looked down from heaven: for man can receive nothing unless it has been given him from heaven.
Justified by faith, let us be at peace with God: for justice and peace have embraced one another. Through our Lord Jesus Christ: for Truth has arisen from the earth. Through whom we have access to that grace in which we stand, and our boast is in our hope of God’s glory. He does not say: “of our glory,” but of God’s glory: for justice has not come out of us but has looked down from heaven. Therefore he who glories, let him glory, not in himself, but in the Lord.
For this reason, when our Lord was born of the Virgin, the message of the angelic voices was: Glory to God in the highest, and peace to men of good will.
For how could there be peace on earth unless Truth has arisen from the earth, that is, unless Christ were born of our flesh? And he is our peace who made the two into one: that we might be men of good will, sweetly linked by the bond of unity.
Let us then rejoice in this grace, so that our glorying may bear witness to our good conscience by which we glory, not in ourselves, but in the Lord. That is why Scripture says: He is my glory, the one who lifts up my head. For what greater grace could God have made to dawn on us than to make his only Son become the son of man, so that a son of man might in his turn become son of God?
Ask if this were merited; ask for its reason, for its justification, and see whether you will find any other answer but sheer grace.
Lezingen H. Mis Vierde zondag van de advent, jaar B
Eerste lezing (2 Sam. 7,1-5.8b-11.16)
Uit het tweede boek Samuël.
Toen Koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis
en de Heer gezorgd had,
dat al zijn vijanden, in heel de omtrek, hem met rust lieten,
zei hij tegen de profeet Natan:
“Nu moet u eens zien!
Zelf woon ik in een paleis van cederhout
en de ark van God staat onder tentdoek!”
Natan zei tot de koning:
“Doe gerust wat u van plan bent;
de Heer staat u bij.”
Maar diezelfde nacht nog
werd het woord van de Heer gericht tot Natan:
“Zeg aan mijn dienaar David:
Zo spreekt de Heer:
Gij wilt voor mij een huis bouwen en mij daarin
laten wonen?
Zo spreekt de Heer,
Heer van de hemelse machten:
Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan
om vorst te zijn over mijn volk Israël.
Op al uw tochten heb ik u bijgestaan,
al uw vijanden heb ik vernietigd,
uw naam heb ik groot gemaakt als die van de groten der aarde.
Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven
en het daar geplant om er te wonen.
Het wordt niet meer opgeschrikt en door geen
boosdoeners verdrukt
zoals vroeger,
in de tijd
dat ik over Israël, mijn volk, rechters had aangesteld.
Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten.
De Heer kondigt u aan,
dat Hij voor u een huis zal oprichten.
Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd stand houden;
uw troon staat vast voor eeuwig.”
Tweede lezing (Rom. 16,25-27)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters,
aan Hem
die bij machte is u te bevestigen
in het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig
- volgens de openbaring van het geheim
dat eeuwen lang verzwegen bleef,
maar dat nu is onthuld,
en dat krachtens de opdracht van de eeuwige God
aan de hand van de profetische geschriften
aan alle heidenvolken is bekend gemaakt
om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof -
aan Hem, de enige, alwijze God,
zij de heerlijkheid
door Jezus Christus
in de eeuwen der eeuwen! Amen.
Evangelie (Lc. 1,26-38)
Toen Elisabeth zes maanden zwanger was,
werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd, die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, de Heer is met u.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
Uit het tweede boek Samuël.
Toen Koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis
en de Heer gezorgd had,
dat al zijn vijanden, in heel de omtrek, hem met rust lieten,
zei hij tegen de profeet Natan:
“Nu moet u eens zien!
Zelf woon ik in een paleis van cederhout
en de ark van God staat onder tentdoek!”
Natan zei tot de koning:
“Doe gerust wat u van plan bent;
de Heer staat u bij.”
Maar diezelfde nacht nog
werd het woord van de Heer gericht tot Natan:
“Zeg aan mijn dienaar David:
Zo spreekt de Heer:
Gij wilt voor mij een huis bouwen en mij daarin
laten wonen?
Zo spreekt de Heer,
Heer van de hemelse machten:
Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan
om vorst te zijn over mijn volk Israël.
Op al uw tochten heb ik u bijgestaan,
al uw vijanden heb ik vernietigd,
uw naam heb ik groot gemaakt als die van de groten der aarde.
Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven
en het daar geplant om er te wonen.
Het wordt niet meer opgeschrikt en door geen
boosdoeners verdrukt
zoals vroeger,
in de tijd
dat ik over Israël, mijn volk, rechters had aangesteld.
Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten.
De Heer kondigt u aan,
dat Hij voor u een huis zal oprichten.
Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd stand houden;
uw troon staat vast voor eeuwig.”
Tweede lezing (Rom. 16,25-27)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters,
aan Hem
die bij machte is u te bevestigen
in het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig
- volgens de openbaring van het geheim
dat eeuwen lang verzwegen bleef,
maar dat nu is onthuld,
en dat krachtens de opdracht van de eeuwige God
aan de hand van de profetische geschriften
aan alle heidenvolken is bekend gemaakt
om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof -
aan Hem, de enige, alwijze God,
zij de heerlijkheid
door Jezus Christus
in de eeuwen der eeuwen! Amen.
Evangelie (Lc. 1,26-38)
Toen Elisabeth zes maanden zwanger was,
werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd, die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, de Heer is met u.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
Lectio divina linqua latina Liturgia Horarum Die 23 decembris Ad Officium lectionis Manifestatio sacramenti absconditi
Lectio
altera
Ex Tractátu sancti Hippólyti presbýteri
Contra hæresim Noéti
(Cap. 9-12: PG 10,
815-819)
Twede lazing
Uit de verhandeling van de heilige priester Hippolytus
(† ca. 235) tegen de ketterij van Noëtus
De openbaring
van het verborgen geheim
Er
is één God die wij niet anders leren kennen dan uit de heilige Schrift. Welnu,
alles wat de Schrift verkondigt, willen wij onder ogen zien en alles wat zij onderwijst,
willen wij leren kennen. Zoals de Vader wil dat wij in Hem geloven, willen wij
ook in Hem geloven. Zoals Hij wil dat wij zijn Zoon prijzen, willen wij Hem ook
prijzen. Zoals Hij de heilige Geest wil geven, willen wij Hem ook ontvangen.
Niet naar eigen goeddunken, niet op grond van onze eigen opvatting. Dan zouden
wij Gods gave geweld aandoen. Zoals God zelf door de heilige Schrift wil
onderrichten, zo willen wij ook de zaken bekijken.
Toen
God alleen was en er niets samen met Hem bestond, wilde Hij de wereld scheppen.
Hij schiep in gedachte, woord en wil de wereld. En ze was er onmiddellijk,
geworden zoals God het wilde; en zoals Hij het wilde, heeft Hij ze tot stand
gebracht. Het is voor ons voldoende slechts te weten dat er niets tegelijk met
God was. Er was niets behalve Hem; Hij was in zijn eenheid tevens veelvuldig.
God was niet zonder rede, niet zonder wijsheid, niet zonder macht en niet
zonder wil. Alles was in Hem, Hij was het Al. Wanneer Hij wilde en zoals Hij
wilde, heeft God, op de door Hem vastgestelde tijd van het heil, zijn Woord
geopenbaard waardoor Hij alles gemaakt heeft.
God
droeg het Woord in zich en maakte het zichtbaar - ofschoon het onzichtbaar was
voor de geschapen wereld - doordat Hij het bij de schepping voor het eerst heeft
uitgesproken. Hij maakte licht uit licht en schonk aan zijn schepping haar Heer
en dus haar eigen diepste betekenis. Die eigen betekenis, die eerder alleen
voor Hemzelf zichtbaar was maar niet voor de wereld, maakte Hij zichtbaar,
opdat door het verschijnen ervan de wereld kon zien en gered kon worden.
Dat
nu is de bedoeling van God dat het Woord bij zijn komst in de wereld
geopenbaard is als de Zoon van God. Welnu, alles is door Hem (vgl. Joh. 1,
3), Hij echter komt alleen voort uit de Vader.
De
éne God gaf de wet en de profeten. En door deze gave liet Hij hen spreken in de
heilige Geest, opdat zij zijn besluiten en wil zouden verkondigen vanuit de
inspiratie van de vaderlijke macht.
Zo dus heeft het Woord zich geopenbaard, zoals de
heilige Johannes zegt, kernachtig uitdrukkend wat door de profeten gezegd is.
Hij toont namelijk aan dat door dit profetisch Woord
alles geworden is. Dat drukt hij toch uit met de woorden: ‘In het begin was het
Woord en het Woord was bij God en het Woord was God... Alles is door Hem
geworden en zonder Hem is niets geworden...’ (Joh. 1, 1-3). En even
verder zegt hij: ‘De wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld
Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet’ (Joh.
1, 10-11)...
vrijdag 22 december 2017
donderdag 21 december 2017
zondag 17 december 2017
Prefatie 2 Advent - Laat Hij ons waakzaam, biddend vinden
Mabuse,
Christus met de H.Maagd Maria en Sint Jan de Doper
Olieverf op paper, 122cm x 133 cm, Prado, Madrid
Heilige Vader, machtige eeuwige God,
om recht te doen aan uw heerlijkheid,
om heil en genezing te vinden
zullen wij U danken,
altijd en overal door Christus onze
Heer.
Profeten hebben Hem geschouwd, en Hem
voorzegd;
een vrouw, die Maagd en Moeder was,
heeft Hem gedragen;
Johannes heeft verkondigd dat Hij komen zou,
en Hem herkend en aangewezen toen Hij eenmaal
was gekomen.
Hij zelf ontsteekt in ons de vreugde en
de kracht
om toe te leven naar de dag van zijn
geboorte.
Laat Hij ons vinden, waakzaam, biddend,
vol van dat geheim,
zingend van alle grote dingen die Hij
heeft gedaan.
Daarom, met alle Engelen, Machten en
Krachten,
met allen die staan voor uw troon,
loven en aanbidden wij U
en zingen U toe vol vreugde:
Heilig, Heilig, Heilig, de Heer,
de God der hemelse Machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw
heerlijkheid.
Hosanna in den hoge.
Gezegend Hij, die komt in de Naam des
Heren.
Hosanna in den hoge.
Abonneren op:
Posts (Atom)