Wie waardig en met vrucht het
Paasfeest vieren wil, zal Christus blij tegemoet gaan, nu onze zegevierende
Vorst als Overwinner van de dood uit de onderwereld en het graf te voorschijn
treedt.
Verheugen we ons op deze dag met
heel de menigte van de uitverkorenen! Aanbidden we eerbiedig met de Maria’s en
Thomas zijn onvergelijkelijke heerlijkheid: “Mij is alle macht gegeven in de
hemel en op aarde”.
Geven wij onszelf aan de verrezen
Eerstgeborenen van God, thans verheven boven alles, de Heer van leven en dood,
de opperste Rechter geheel gewonnen om zijn toegewijde dienaren te zijn. Hij is
onze weg, onze hoop, onze verrijzenis. Hij schittert hier waarlijk alsde Zoon
van God en hernieuwt het heelal. Daarom juichen wij vandaag en zingen wij een
nieuw loflied met de Heiligen, die in de hemel de Leeuw van Juda aanschouwen en
zich voor Hem op hun aangezicht neerwerpen en in brandende liefdegloed zonder
ophouden zingen: “Alleluia, want nu heerst God, onze Heer, de Alvermogende.
Laat ons blij zijn en feestvieren en eer brengen aan Hem, want thans ishet de
bruiloft van het Lam, zijn Bruid maakt zich gereed”.
De Bruidegom van onze zielen
ontvangen we heden met open armen: Hij is de enige Bewerker van ons leven: Hij
maakt ons deelachtig aan zijn Rijk en glorie. Hij zorgt voor ons, niet slechts
voor onze ziel, maar óók voor ons lichaam, dat eenmaal luisterrijk zal opstaan.
Als Hij terugkeert om te oordelen zullen wij delen in Zijn geluk en
heerlijkheid. “Wij weten dat wij, als Hij verschijnt, aan Hem gelijk zullen
zijn; wij zullen Hem zien zoals Hij is.”
Notæ
in evangelicas lectiones, quæ per totum annum dominicis diebus in Ecclesia
Catholica recitantur, 489. Freiburg 1595.