Uit een preek van de heilige Sophronius, bisschop van Jeruzalem († 638)
De zegen van de Vader is aan de mensen verschenen dank zij Maria.
‘Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u’ (Lc. 1, 28).
Wat kan er boven deze vreugde gaan, Maagd en Moeder? Wat kan er
grootser zijn dan deze genade, die gij alleen van God hebt ontvangen? Of
kan men iets bedenken dat zo verheugend en stralend is als deze genade?
Alles staat ver beneden het wonder dat in u te zien is, alles blijft
ver beneden de genade die aan u is geschonken. Zelfs de grootste
voorrechten komen pas op de tweede plaats en staan hierbij in de
schaduw.
‘De Heer is met u.’ Wie durft
zich met u te vergelijken? God wordt uit u geboren. Wie zal voor u geen
plaats willen maken en aan u met vreugde de voorrang toekennen? Bij het
zien van uw bevoorrechting boven alle schepselen, roep ik u daarom
opgetogen toe: ‘Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u’. Van u uit
wordt er niet alleen vreugde gebracht aan de mensen maar ook aan de
hemelse machten.
Waarlijk ‘gij zijt gezegend
onder de vrouwen’, omdat gij de vloek van Eva in zegening hebt
veranderd. Omdat Adam, die onder de vervloeking gebukt ging, door
toedoen van u werd gezegend.
Waarlijk, gij zijt gezegend
onder de vrouwen, omdat dank zij u de zegen van de Vader aan de mensen
is verschenen en deze hen van de oude vervloeking heeft bevrijd.
Waarlijk gij zijt gezegend
onder de vrouwen, omdat dank zij u uw voorvaderen gered werden, want gij
zult de Verlosser ter wereld brengen, die hun Gods heil zal brengen.
Waarlijk, gij zijt gezegend
onder de vrouwen, omdat gij hoewel gij een ongezaaide akker waart - de
vrucht hebt voortgebracht die heel de aarde zegening schenkt en haar van
de vloek van distels en doornen bevrijdt.
Waarlijk, gij zijt gezegend
onder de vrouwen, omdat gij - die van nature een aardse vrouw zijt -
werkelijk moeder van God zult worden. Want als Hij die uit u geboren zal
worden, in waarheid de mensgeworden God is, moogt gij met het volste
recht moeder van God genoemd worden; gij baart immers werkelijk God. Gij
draagt in de beslotenheid van uw schoot God zelf, Hij woont in u naar
het vlees, en Hij treedt uit u naar buiten als een bruidegom, die aan
allen vreugde schenkt en over allen zijn goddelijk licht laat stralen.
Want in u, o Maagd, heeft God
als in een allerzuiverste en stralende hemel zijn tent opgeslagen en
uit u zal Hij naar buiten treden als een bruidegom uit het
bruidsvertrek. Als een reus zal Hij in zijn leven de weg gaan die alle
levenden tot het heil zal voeren. Zijn tocht zal gaan van het ene
uiteinde van de hemel tot het andere en alles zal Hij vervullen met zijn
goddelijke gloed en zijn levenschenkende glans.
Waarlijk gij zijt gezegend onder de
vrouwen, omdat gij de vloek van Eva in zegening hebt veranderd. Dank zij
u is de zegen van de Vader aan de mensen verschenen.
Dank zij u werden uw voorvaderen gered.
Dank zij u is de zegen van de Vader aan de mensen