dinsdag 25 oktober 2016

Inleiding bij de Votiefmis van de Verrijzenis vandaag




Kerk-zijn is ook het lijden dat de Kerk onvermijdelijk tekent: meedragen.
Dat betekent trouw zijn aan de boodschap van de Heer en aan zijn Lijden, Dood en Verrijzenis.
De eerste geloofsbelijdenis was: “Hij is verrezen, de Heer leeft!”
Als wij die Verrijzenis bezingen in de Paasnacht, klinkt in alle duisternis: “Lumen Christi!”
Als het Licht van Christus doorbreekt zullen alle werken van het kwaad worden afgewezen.
In die kracht verrichtten de Apostelen wonderen van genezing en herkende Maria Magdalena na enig aarzelen haar Heer.
Het verrijzenisleven is van een heel andere orde, dan wij ons  - soms met al te menselijke beelden – voorstellen.
Geloven in de Verrijzenis en het eeuwige leven vraagt dat wij het verbond van God, in al zijn rijkdom en diepte trouw zijn en steeds opnieuw beleven.
Met ons Doopsel is het nieuwe leven in Christus aangebroken.
In iedere Eucharistie wordt deze realiteit verdiept en gevoed, door het woord van de Heer en door zijn aanwezigheid in zijn Lichaam en Bloed.
Christus nodigt ons uit binnen te treden in zijn Leven.
Vragen wij oprecht om vergeving zodat we daartoe waardig zijn.