Vaticanum II
Constitutie over de Heilige liturgie
nr.
47
Onze Verlosser heeft bij het laatste
avondmaal, in de nacht, waarin Hij werd verraden, het eucharistisch Offer van
Zijn Lichaam en Bloed ingesteld, om hierdoor het kruisoffer door de eeuwen heen
voort te zetten tot aan Zijn komst en zo aan Zijn geliefde bruid, de Kerk, het
gedachtenisteken van Zijn dood en verrijzenis toe te vertrouwen: het sacrament
van goedheid, teken van eenheid, band van liefde (1), het paasmaal,
"waarin Christus wordt genuttigd, de ziel met genade wordt vervuld en ons
een onderpand wordt geschonken van de toekomstige heerlijkheid." (2)
(1) Vgl. H.
Augustinus, In Ioannis Evangelium
Tractatus XXVI, hfdst. VI, nr. 13: PL 35, 1613
(2) Romeins Brevier, officie
van Sacramentsdag, tweede vespers, antifoon bij het Magnificat.