zondag 13 oktober 2024

Overweging 2 bij 28e zondag door het jaar B - God geeft wat geen mens of geld de mens geven kan.



Jezus waarschuwt in het evangelie van vandaag heel fel tegen rijkdom. Waarom? Omdat rijkdom gemakkelijk een hindernis is om binnen te treden in het Rijk van God. De rechtvaardige jood die het gesprek met Jezus aanging kwam in niets aan de Joodse wet tekort. En Jezus waardeert zijn eerlijk streven en kijkt hem daarom liefdevol aan. Maar wat ontbreekt hem nog eigenlijk? Jezus vraagt zich af welke raad hij de jongeman nog moet geven. En dan nodigt Jezus hem uit om zijn hele gave en goed te verkopen en het aan de armen te geven en om Hem dan te volgen. Maar die uitnodiging gaat de jongeman alle krachten te boven.

Duidelijk wordt dat de mens die het geld dient niet God kan dienen. Geld vult de beurs, maar geld vervult niet het diepste verlangen van de mens. De drang naar steeds meer geld verlamt alle andere krachten in het leven van de mens. Het blikveld wordt dan zo klein dat er geen plaats meer is voor de nood van de naaste, geen plaats meer is voor God. Eigenlijk kennen wij allemaal het gevaar van de rijkdom. Maar meestal ontdekken wij dat gevaar wel bij anderen maar niet bij ons zelf. Toch is in het leven de grootte van de rijkdom niet maatgevend, maar wel de  innerlijke binding. Die in zijn leven voor het geld gaat, vereenzelvigt zich uiteindelijk het leven met alles wat gekocht en verkocht kan worden. Het is daarom goed dat-wij allen naar de vermaning van Jezus in het evangelie van vandaag luisteren. Geloven betekent de laatste levenswaarden van God verwachten en daarbij zoveel innerlijke vrede ervaren dat de lok van geld geen invloed meer heeft op ons leven. De rijkdommen van het hart zijn een van gave van God aan mij als mens.

Wie gelooft vertrouwt zich helemaal toe aan God zodat hij zich geen zorgen maakt voor morgen en zodat ik vrij kan staan tegenover geld en bezit. Voor de mensen schijnt dit onmogelijk te zijn, maar voor God niet! Bij Hem is alles mogelijk! Vandaag roept het evangelie ons allemaal op om innerlijk vrij door het geven te gaan en alles te verwachten van God die de mens geeft wat hij fundamenteel nodig heeft en wat geen mens of geld de mens geven kan.