donderdag 31 januari 2019
woensdag 30 januari 2019
Uit de Roerecho van vandaag- aanstaande zaterdag Pontificale Hoogmis op de Kerkberg
Zaterdag 2 februari
MARIA LICHTMIS / OPDRACHT VAN DE HEER
10.00 uur: Pontificale Hoogmis in de basiliek voorafgegaan door
kaarsenwijding en -processie. De Hoogmis wordt opgedragen om zegen
te vragen bij het begin van het Noviciaat van Erica Schruer.
Gregoriaanse gezangen door de herenschola van Sint Odiliënberg en
Beesel. Na afloop gelegenheid tot feliciteren in Priorij Thabor
(via groene poort en passerelle)
MARIA LICHTMIS / OPDRACHT VAN DE HEER
10.00 uur: Pontificale Hoogmis in de basiliek voorafgegaan door
kaarsenwijding en -processie. De Hoogmis wordt opgedragen om zegen
te vragen bij het begin van het Noviciaat van Erica Schruer.
Gregoriaanse gezangen door de herenschola van Sint Odiliënberg en
Beesel. Na afloop gelegenheid tot feliciteren in Priorij Thabor
(via groene poort en passerelle)
dinsdag 29 januari 2019
Paus Benedictus XVI - De kracht van de Heilige Geest
Maar wat is deze “kracht” van de Heilige Geest? Het is de kracht van
Gods leven! Het is de kracht van dezelfde Geest die bij het begin van de
schepping over de wateren zweefde en die, in de volheid der tijden,
Jezus deed opstaan uit de dood. Het is de kracht die ons en onze wereld,
wijst naar de komst van het Koninkrijk van God. In het Evangelie van
vandaag verkondigt Jezus dat een nieuwe tijd is aangebroken, waarin de
Heilige Geest over alle mensen uitgestort zal worden
De kracht van de Geest houdt nooit op om de Kerk met leven te vullen! Door de genade van de kerkelijke Sacramenten stroomt die kracht ook diep in ons, als een ondergrondse rivier die onze geest voedt en ons nog dichter trekt naar de bron van ons echte leven, welke Christus is. Sint Ignatius van Antiochië, die aan het begin van de tweede eeuw als martelaar in Rome stierf, heeft aan ons een prachtige beschrijving nagelaten van de kracht van de Geest die in ons woont. Hij sprak van de Geest als een fontein van levend water die in ons hart opspringt en fluistert: “Kom, kom tot de Vader”
Deze
kracht, de genade van de Geest, is echter niet iets wat we kunnen
verdienen of bereiken, maar alleen als zuivere gave ontvangen. Gods
liefde kan alleen zijn kracht ontketenen wanneer wij toelaten dat zij
ons van binnenuit verandert. Wij moeten de Geest door de harde korst van
onze onverschilligheid, onze geestelijke vermoeidheid, onze blinde
overeenstemming met de geest van deze tijd laten breken. Alleen dan
kunnen we de Geest onze verbeelding laten ontbranden en onze diepste
verlangens doen vormen. Daarom is bidden zo belangrijk: dagelijks gebed,
persoonlijk gebed in de stilte van ons hart en voor het Allerheiligst
Sacrament, en het liturgisch gebed in het hart van de Kerk. Bidden is
zuivere ontvankelijkheid voor Gods genade, liefde in actie, gemeenschap
met de Geest die in ons woont, ons leidt, door Jezus, in de Kerk, naar
onze hemelse Vader. In de kracht van zijn Geest, is Jezus altijd
aanwezig in ons hart, rustig op ons wachtend om toch met Hem te zijn,
zijn stem te horen, te vertoeven in zijn liefde, en de “kracht vanuit de
hoge” te ontvangen, waardoor wij in staat zijn zout en licht voor onze
wereld te zijn.
Bij zijn Hemelvaart zei Jezus tot zijn leerlingen: “Gij zult mijn getuigen zijn ... tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8).
Laten wij hier in Australië de Heer danken voor de gave van geloof, die
als een schat aan ons is overgeleverd van generatie op generatie in de
gemeenschap van de Kerk. Laten wij hier in Oceanië op bijzondere wijze
dank zeggen voor alle heroïsche missionarissen, toegewijde priesters en
religieuzen, christelijke ouders en grootouders, leraren en catecheten
die de kerk in deze landen hebben opgebouwd – getuigen zoals de zalige
Maria MacKillop, de heilige Peter Chanel, de zalige Peter To Rot en zo
vele anderen! De kracht van de Geest, geopenbaard in hun leven, is nog
steeds aan het werk in het goede wat zij achterlieten, in de samenleving
die zij hebben gevormd en die aan jullie wordt doorgegeven.
Hijzelf, ontvangen door de Heilige Geest en geboren uit de maagd
Maria, kwam onder ons om die Geest te brengen. Als de bron van onze
nieuwe leven in Christus, is de Heilige Geest ook, in een zeer reële
manier, de ziel van de Kerk, de liefde die ons bindt aan de Heer en
elkaar, en het licht die onze ogen opent om overal om ons heen de
wonderen van Gods genade te zien.
Hier in Australië, “dit grote Zuidland van de Heilige Geest”, hebben
wij allen een onvergetelijke ervaring gehad van de aanwezigheid en de
kracht van de Geest in de schoonheid van de natuur. Onze ogen zijn
geopend om de wereld om ons heen te zien zoals zij echt is: “vervuld”,
zoals de dichter zegt, ”van Gods grootheid“, gevuld met de glorie van
zijn scheppende liefde. Ook hier, op deze bijeenkomst van jonge
Christenen uit de gehele wereld, hebben we een levendige ervaring gehad
van de aanwezigheid van de Geest en zijn kracht in het leven van de
Kerk. We hebben de Kerk gezien zoals zij werkelijk is: het Lichaam van
Christus, een liefdesgemeenschap, mensen van elke ras, natie en taal,
van elke tijd en plaats omhelzend, in de eenheid geboren uit ons geloof
in de verrezen Heer. De kracht van de Geest houdt nooit op om de Kerk met leven te vullen! Door de genade van de kerkelijke Sacramenten stroomt die kracht ook diep in ons, als een ondergrondse rivier die onze geest voedt en ons nog dichter trekt naar de bron van ons echte leven, welke Christus is. Sint Ignatius van Antiochië, die aan het begin van de tweede eeuw als martelaar in Rome stierf, heeft aan ons een prachtige beschrijving nagelaten van de kracht van de Geest die in ons woont. Hij sprak van de Geest als een fontein van levend water die in ons hart opspringt en fluistert: “Kom, kom tot de Vader”
Homilie aan het einde van de 23e Wereld Jongeren Dag op 20 juli 2008, met dank aan rkdocumenten
zondag 27 januari 2019
Mgr. Robert Barron. THIRD SUNDAY IN ORDINARY TIME "healing to those whose very self has been broken".
LUKE 1:1-4; 4:14-21
Friends, today’s Gospel recounts Jesus’ inaugural address in his hometown synagogue. Jesus reads words from the prophet Isaiah that he felt best summed up who he was and what his mission was. Therefore it behooves us to listen carefully.
Jesus first says, "The spirit of the Lord is upon me." The Ruach Yahweh, the breath of God, the spirit that hovered over the surface of the waters at the beginning of time, the life energy of God—this is what has seized and animated Jesus.
Animated by the Ruach Yahweh, what does Jesus do? He brings "glad tidings to the poor," "liberty to captives," and "recovery of sight to the blind." In other words, he brings God’s love to those who are marginalized by injustice, freedom to those who are imprisoned in sin, and healing to those whose very self has been broken.
After the Paschal Mystery and Resurrection, he breathed on his disciples, communicating to them something of this spirit—and drawing them into this mission.
Friends, today’s Gospel recounts Jesus’ inaugural address in his hometown synagogue. Jesus reads words from the prophet Isaiah that he felt best summed up who he was and what his mission was. Therefore it behooves us to listen carefully.
Jesus first says, "The spirit of the Lord is upon me." The Ruach Yahweh, the breath of God, the spirit that hovered over the surface of the waters at the beginning of time, the life energy of God—this is what has seized and animated Jesus.
Animated by the Ruach Yahweh, what does Jesus do? He brings "glad tidings to the poor," "liberty to captives," and "recovery of sight to the blind." In other words, he brings God’s love to those who are marginalized by injustice, freedom to those who are imprisoned in sin, and healing to those whose very self has been broken.
After the Paschal Mystery and Resurrection, he breathed on his disciples, communicating to them something of this spirit—and drawing them into this mission.
zaterdag 26 januari 2019
Vandaag bijgewerkt - Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep voor de maand januari
U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook.
Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!
Mededeling voor de leden van de Kerkberg Gebedsgroep:
De leden van de Kerkberg Gebedsgroep wordt gevraagd mee te bidden met voor de intenties die in deze maandrubriek verschijnen.
Zij ontvangen ieder persoonlijk de Maandbrief Kerkberg Gebedsgroep op papier of digitaal met een beschouwing over bidden en geestelijk leven. Deze teksten verschijnen niet algemeen digitaal op on line presenties van het klooster. Zie ook Hartelijke uitnodiging om mee te doen met de Kerkberg Gebedsgroep “In lumine tuo videbimus Lumen”.
Hierbij de intenties van de maand januari 2019:
Voor de slachtoffers van de bomaanslagen bij katholieke kerken op de Philippijnen
Zegen over een pasgeboren kind
Om herstel en kracht voor een zieke en zijn huisgenoot (P)
Zegen over een voorbereidingsretraite
Voor kinderen die met kogels zijn geraakt - dat ze toch hun basisvertrouwen bewaren
Voor een chronisch ziek kind (O)
Voor een ernstige zieke grootmoeder (N)
Voor het Spaanse jongetje dat is gevallen in een gat onder de grond
Voor iemand die ongeval heeft gehad, dat de schade meevalt (M)
Dat het rustig blijft in Polen na de aanslag op een burgemeester
Uit dankbaarheid wegens een gebedsverhoring (L)
Voor een rechtvaardig oordeel van een rechter (K)
Voor de zielerust van een overledene (I)
Voor een gezin waar grote onrust heerst (H) - dat Gods vrede neerdaalt
Voor een ernstig zieke jonge man (E)
Voor de zielerust van een overledene (G)
Voor de zielerust van een overledene (F)
Voor een parochiaan tevens vriend van het klooster die zaterdag begraven wordt en voor troost voor zijn familie
Voor een ernstige zieke (A)
Voor een vrouw die in verwachting is
Voor slachtoffers van vuurwerk
Voor slachtoffers van natuurrampen
Om de vrede die de wereld niet geven kan
Voor onze nieuwe bisschop
Om zegen over een noviciaat
Voor een puber-kind dat het leven maar moeilijk vindt
Voor een terminale zieke (B)
Voor verlenging van een arbeidscontract
Dat de rechter oog heeft voor de rechtvaardigheid van een verzoek om interventie (C)
Voor apostolische administrator Schnackers die afscheid neemt, dat Gods zegen op hem mag rusten.
Voor een ernstige zieke buurvrouw (D)
Voor een behouden thuiskomst na een verre dienstreis.
Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!
Hoe komt de mens op het idee om te bidden? Bidden is als ademen, eten, liefhebben. Bidden maakt gelukkig.
Wij bidden omdat we vol van oneindig heimwee zijn en God de mens zo heeft geschapen dat deze op Hem is gericht: ‘Onrustig is ons hart, tot het rust vindt in U’ (Augustinus). We bidden echter ook omdat we het nodig hebben, aldus Moeder Teresa: ‘Omdat ik niet op mezelf kan vertrouwen, vertrouw ik op Hem, 24 uur per dag.’ 1
Vaak vergeten we God, lopen we van Hem weg en verstoppen we ons. Maar of we het nu vermijden aan God te denken, of zijn bestaan ontkennen – Hij is er altijd voor ons. Hij zoekt ons nog voor wij Hem zoeken, Hij verlangt naar ons, Hij roept ons. Je spreekt met je geweten en merkt dan plotseling dat je met God spreekt. Je voelt je eenzaam, hebt niemand om mee te praten en merkt dan dat God altijd te spreken is. Je bent in gevaar en merkt dat de roep om hulp door God beantwoord wordt. Bidden is zo menselijk als ademen, eten, liefhebben. Bidden reinigt. Bidden maakt het weerstaan van verzoekingen mogelijk. Bidden sterkt bij zwakte. Bidden neemt de angst weg, verdubbelt de krachten, geeft een langere adem. Bidden maakt gelukkig.
Youcat 470
vrijdag 25 januari 2019
Hoe de eerste christenen op zondag de H.Eucharistie vierden - ''En bij alle offers loven wij de Schepper van alles, door zijn Zoon Jezus Christus en door de Heilige Geest'
Het is niemand geoorloofd aan de Eucharistie deel te nemen dan alleen hij, die gelooft, dat het waar is wat wij leren, en die bovendien is afgewassen door het bad tot vergiffenis der zonden en tot de wedergeboorte, en verder zó leeft als Christus het heeft overgeleverd.
Want wij nuttigen
dit niet als gewoon brood of als gewone drank, maar zoals door het Woord Gods
Jezus Christus onze Verlosser vlees is geworden en vlees en bloed bezat om ons
te verlossen – zó heeft men ons geleerd, dat deze spijs, waarover de
dankgebeden worden uitgesproken en waarmee ons vlees en bloed door de
stofwisseling worden gevoed, zowel het Vlees als het Bloed is van de
Mensgeworden Jezus.
En op de Zondag,
zoals die dag genoemd wordt, komen alle bewoners van stad en land op dezelfde
plaats bijeen, en daar worden dan de gedenkschriften van de Apostelen en de
geschriften van de profeten gelezen, zolang er tijd voor is.
Daarna, waar een
lezer ontbreekt, zal hij, die voorzit, de toehoorders vermanen en hen aansporen
de zo heerlijke voorbeelden uit de lezing na te volgen.
Hierna staan we
tegelijk op en bidden; en zoals we reeds gezegd hebben, zodra we ophouden met
bidden, wordt er brood, wijn en water aangebracht. Die vóórzit, bidt en dankt
nu met alle vurigheid, en het volk antwoordt Amen, en van datgene waarover dank werd gebracht, wordt uitgedeeld
en uitgereikt aan ieder van de aanwezigen, en door de diakens wordt ervan
meegedeeld aan de afwezigen.
Die welgesteld
zijn, delen ervan mee zoveel ieder van hen wil, en wat er zodoende wordt
verzameld, deponeert men bij hem, die voorzit. Deze helpt er de weduwen en
wezen mee en degenen, die wegens zwakte of door andere oorzaken gebrek lijden,
zelfs ook de gevangenen en de gasten, die uit de vreemde komen. In één woord,
er wordt voor allen gezorgd, die er behoefte aan hebben.
Des zondags komen wij allen
tesamen, zowel omdat het op deze dag was dat God de duisternis en de stof
omvormde en de wereld schiep, alsook omdat onze Verlosser Jezus Christus op die
dag uit de doden verrees. Want de dag voor de zaterdag hebben ze Hem
gekruisigd, en op de volgende dag dit is Zondag verscheen Hij aan zijn
Apostelen en leerlingen, en leerde hun, wat ook wij u overleveren om te
beschouwen.
Ex Apologia prima sancti Iustini martyris pro Christianis (Cap. 66-67:
PG 427-431)
woensdag 23 januari 2019
zaterdag 19 januari 2019
Kloosterlijke stilte III - Christus zoekt mensen die hem willen aanhoren
Stilte en ingetogenheid zijn de voorwaarden om te horen wat Christus tot ons hart wil zeggen. In het visioen van de verheerlijking van Christus op de Berg Thabor wees de Stem van de Vader op de Zoon met de aansporing: “Luistert naar Hem!” Het binnentreden in het leven met Christus betekent luisteren en gehoorzamen. Het is een met Hem begraven willen worden om met Hem een nieuw leven te beginnen.
Er is dus een verband tussen horen, gehoorzamen en Hem willen toebehoren. Is het niet misgelopen met de wereld vanaf het moment dat de mens God niet meer wil toebehoren? Christus is het omgekeerde voorbeeld: “Ik heb u vrienden genoemd, want Ik heb u alles meegedeeld wat ik van de Vader heb gehoord” (Joh 15,15). Hij weet zich op vele manieren verstaanbaar te maken en steeds zijn het de gedachten van zijn Hart die Hij ons wil meedelen; zijn gedachten en zijn woorden staan niet buiten ons leven!
Christus zoekt mensen die Hem willen aanhoren, mensen die gevoelig zijn voor de vertroosting van de H.Geest. Hij zelf wekt in hen het begrip voor zijn woord. Wie zich de gewoonte eigen maakt naar Hem te luisteren wordt van lichte gedachten vervuld. Zijn woorden geven ten diepste vrede en vreugde. Ze hebben een eigen klank, een eigen warmte en klaarheid. Om deze woorden te horen is het nodig in alle eenvoud stil te worden, zoals kinderen dat kunnen, die weten dat ze eigenlijk niets weten te zeggen en het vanzelfsprekend vinden dat men hen onderricht. Dat is de wijsheid van kinderen.
Er is dus een verband tussen horen, gehoorzamen en Hem willen toebehoren. Is het niet misgelopen met de wereld vanaf het moment dat de mens God niet meer wil toebehoren? Christus is het omgekeerde voorbeeld: “Ik heb u vrienden genoemd, want Ik heb u alles meegedeeld wat ik van de Vader heb gehoord” (Joh 15,15). Hij weet zich op vele manieren verstaanbaar te maken en steeds zijn het de gedachten van zijn Hart die Hij ons wil meedelen; zijn gedachten en zijn woorden staan niet buiten ons leven!
Christus zoekt mensen die Hem willen aanhoren, mensen die gevoelig zijn voor de vertroosting van de H.Geest. Hij zelf wekt in hen het begrip voor zijn woord. Wie zich de gewoonte eigen maakt naar Hem te luisteren wordt van lichte gedachten vervuld. Zijn woorden geven ten diepste vrede en vreugde. Ze hebben een eigen klank, een eigen warmte en klaarheid. Om deze woorden te horen is het nodig in alle eenvoud stil te worden, zoals kinderen dat kunnen, die weten dat ze eigenlijk niets weten te zeggen en het vanzelfsprekend vinden dat men hen onderricht. Dat is de wijsheid van kinderen.
vrijdag 18 januari 2019
St Augustine Faith, hope and charity. Our first beginning and our last end
He
is the truth, the absolute good, and the soul’s goodness comes from that same
source which has made it; the soul’s perfecting in goodness comes from the
conforming of its will to its nature, when it turns in love towards that good
to which it owes its very existence – an existence which cannot be lost even if
the will turns away from its creator.
This
good is not far from any of us, for ‘in him we live and move and have our
being’. But we must cleave in love to it so that we may enjoy the presence of
him from whom we have our being.
The
apostle says we walk by faith as yet, and not by sight. But unless we already
love him, we shall never see him. How can we love what we do not know? To know
God is to perceive him with the assured grasp of the mind, and so see and
apprehend him is given to the pure in heart. Our hearts however cannot be made
pure to see him unless we love him in faith.
Faith,
hope and charity are the virtues for whose building the whole scaffolding of
Scripture is set up. The soul which believes what it does not yet see, hopes in
and loves that which it believes – that is why we can love God if we believe,
even before we know him.
On the Trinity. VIII. 5
dinsdag 15 januari 2019
Als we de Getijden bidden, doen we dat mede namens degenen die daar niet de gelegenheid voor hebben
"Das Stundengebet ist eine grundlegende Weise des Seins bei ihm: Da beten wir als des Gesprächs mit Gott bedürftige Menschen, aber da nehmen wir auch die anderen Menschen mit, die nicht Zeit und Möglichkeit zu solchem Beten haben".
Benedictus XVI in zijn overweging bij de Vespers met de religieuzen en seminaristen van Beieren, Sint Annabasiliek, Altötting, 11.9.2006
Benedictus XVI in zijn overweging bij de Vespers met de religieuzen en seminaristen van Beieren, Sint Annabasiliek, Altötting, 11.9.2006
maandag 14 januari 2019
De Liturgie is uitwendige en inwendige eredienst
De Liturgie is uitwendige en inwendige eredienst
1. Uitwendige eredienst.
In haar hele omvang nu moet de eredienst, die de Kerk aan God brengt, tegelijk uitwendig en inwendig zijn. Uitwendig, want dit vordert de natuur van de mens, die uit ziel en lichaam bestaat; eveneens, omdat God het zo beschikt heeft, "dat wij, nu wij God op zichtbare wijze kennen, door Hem tot de liefde voor het onzichtbare worden opgevoerd".<Missale Romanum, Prefatie van Kerstmis]> Bovendien, al wat uit de ziel voortkomt, wordt natuurlijkerwijze door de zintuigen tot uiting gebracht. En ook, de goddelijke eredienst gaat niet slechts de enkelingen aan, maar ook de menselijke collectiviteit en moet dus sociaal wezen, hetgeen onmogelijk het geval kan zijn dan alleen als er, ook in het godsdienstige, uiterlijke banden en uiterlijke tekenen bestaan. Ten slotte openbaart en verheldert dit op een bijzondere wijze de eenheid van het mystieke Lichaam; het doet zijn heilige vurigheid toenemen; versterkt zijn krachten en maakt zijn werking dagelijks intenser. "Ofschoon immers de ceremonies op zich geen enkele volmaaktheid, geen enkele heiligheid bevatten, zijn het toch uitwendige daden van godsdienstigheid, die, als tekens, de ziel opwekken tot verering van het heilige, de geest verheffen tot de bovennatuurlijke dingen, de godsvrucht voeden, de liefde doen ontbranden, het geloof doen groeien, de devotie versterken, de eenvoudigen onderrichten, de eredienst opluisteren, de godsdienst in stand houden en de ware gelovigen van de schijngelovigen en van de andersdenkenden onderscheiden."
2. Het hoofdbestanddeel van de Liturgie is de inwendige eredienst.
Het hoofdbestanddeel van de goddelijke eredienst moet inwendig zijn. Men moet immers altijd in Christus leven, zich geheel aan Hem overgeven, opdat in Hem en met Hem en door Hem aan de hemelse Vader de verschuldigde eer gegeven wordt. De heilige Liturgie nu vordert, dat die twee bestanddelen innig verbonden zijn. Dat blijft zij zelf met alle kracht herhalen, zo dikwijls zij een of andere uitwendige daad van eredienst voorschrijft. Zo bijvoorbeeld spoort zij ons met betrekking tot het vasten aan, "dat hetgeen onze onderhouding van het vasten uiterlijk te kennen geeft, inderdaad in ons innerlijke wordt uitgewerkt." 2 Is het anders, dan wordt de godsdienst ongetwijfeld een inhoudsloze ritus en een leeg formalisme. Gij weet echter, eerbiedwaardige broeders, de goddelijke Meester acht degenen, die menen God te eren alleen met goed samengestelde en welluidend klinkende woorden en met theatrale houdingen en die zich wijs maken, dat zij heel goed voor hun eeuwig heil kunnen zorgen, zonder de verouderde ondeugden met wortel en tak uit hun ziel te rukken, Zijn heilige tempel onwaardig en wil hen er uitgeworpen zien. 3 4 De Kerk wil dus, dat alle gelovigen zich aan de voeten van de Verlosser werpen om Hem hun verering en hun liefde te betuigen; zij verlangt vurig, dat de menigten, naar het voorbeeld van de kinderen, die Jezus bij Zijn intocht te Jeruzalem met blijde toejuichingen tegemoet gingen, hun hymnen zingen en de Koning van de koningen en de hoogste Gever van alle weldaden met lofgezangen en dankliederen begeleiden; zij verlangt, dat van hun lippen nu eens smeekbeden, dan weer vreugde- en dankgebeden klinken, om, gelijk de apostelen bij het meer van Tiberias daardoor de hulp van Zijn goedheid en macht te kunnen ondervinden, of, zoals Petrus op de berg Thabor, in het licht en de vervoering van de zalige beschouwing zich zelf en al het hunne aan de eeuwige God over te laten.
Daarom dwalen degenen, die de heilige Liturgie houden voor een alleen maar uiterlijk en zinnelijk waarneembaar onderdeel van de goddelijke eredienst, of voor een mooi ceremonieel, geheel van het ware begrip en de juiste opvatting er van af. Niet minder dwalen degenen, die haar beschouwen als een loutere samenvatting van wetten en voorschriften, waardoor de kerkelijke hiërarchie het verrichten van de godsdienstige plechtigheden regelt.
Uit de catechismus van de Katholieke Kerk over De Goede Herder
"De kerk is immers de schaapsstal waarvan Christus de enige en noodzakelijke toegangsdeur is. Zij is ook de kudde waarvan God zelf op voorhand heeft aangekondigd dat Hij de herder zou zijn. De schapen van deze kudde worden, ook al staan er menselijke herders aan hun hoofd, toch voortdurend geleid en gevoed door Christus zelf, de Goede Herder en de opperherder, die zijn leven heeft gegeven voor zijn schapen. [(Joh. 10, 11-15)"
Dit koninkrijk wordt voor de mensen zichtbaar door het woord, de daden en de tegenwoordigheid van Christus. Het woord van Jezus ontvangen is "het koninkrijk zelf ontvangen". De "kleine kudde" (Lc. 12, 32) bestaande uit hen die Jezus rondom zich is komen samenroepen en van wie Hijzelf de herder is, is de kiem van het begin van het koninkrijk. Zij vormen de echte familie van Jezus. Aan hen die Hij zo rondom zich heeft verzameld, heeft Hij een nieuwe "manier van handelen", maar ook een eigen manier van bidden geleerd.
Vindplaats en annotatie met dank aan rk.documenten.nl
Dit koninkrijk wordt voor de mensen zichtbaar door het woord, de daden en de tegenwoordigheid van Christus. Het woord van Jezus ontvangen is "het koninkrijk zelf ontvangen". De "kleine kudde" (Lc. 12, 32) bestaande uit hen die Jezus rondom zich is komen samenroepen en van wie Hijzelf de herder is, is de kiem van het begin van het koninkrijk. Zij vormen de echte familie van Jezus. Aan hen die Hij zo rondom zich heeft verzameld, heeft Hij een nieuwe "manier van handelen", maar ook een eigen manier van bidden geleerd.
Vindplaats en annotatie met dank aan rk.documenten.nl
zondag 13 januari 2019
St Augustine Temptation
Many
people when they are first converted are fervent in prayer, but afterwards pray
languidly, coldly, and then without paying attention; this because they feel
secure. The enemy keeps watch and you are asleep.
Just
think for a moment, brethren, how easily you say of a certain man, ‘He is an
evil-doer, a scoundrel’. Look into your own heart in case you see wickedness
there. Are you not prepared to do yourself what you condemn in another?
Return
to your heart, there you will be alone with him who sees all things. Hate sin,
so that you may please God. Don’t cherish it, don’t think it over, rather
despise it and turn away from it.
Temptation
will suggest that sin can make you happy, it will threaten sorrow to tempt you
to evil; but all this is emptiness, and will pass away. Wicked suggestions can
come by thoughts or by evil conversations, and right living is easily
corrupted. Wherever they came from, throw them out of your heart, don’t pay
attention to them, don’t cherish them.
But
don’t add up your merits: we don’t come to Christ from righteousness, we have
all sinned, and it is by his inspiration that we accomplish the good he has
given us. We must remember what he commanded in his Gospel, ‘Pray without
ceasing’, and if you do not give up prayer you may be sure he will not forget
his mercy.
Psalm 46 passim
zaterdag 12 januari 2019
Zondag - dag der dagen - Dies Dierum - Zo wordt de verbondenheid van de Christen met Christus iedere week opnieuw intens gericht
Uit de apostolische brief Dies Domini van paus Johannes Paulus II van 31 mei 1998
De zondag in het liturgisch jaar
Hoewel de wekelijks terugkerende dag des Heren in de oudste traditie van de Kerk geworteld is en van levensbelang is voor de Christen, heeft een ander ritme niet lang op zich laten wachten: de jaarcyclus. Het stemt overeen met de psychologie van de mens jaardagen te vieren en zo de herinnering aan belangrijke gebeurtenissen in het verleden te koppelen aan de terugkeer van data en seizoenen. En wanneer het om beslissende gebeurtenissen voor het leven van een volk gaat, is het normaal dat de jaarlijkse herdenking ervan een feestelijke sfeer oproept die de eentonigheid van de dagen komt doorbreken.
De belangrijkste heilsgebeurtenissen waarop het leven van de Kerk berust zijn volgens het plan van God nauw verbonden met Pasen en Pinksteren, jaarlijkse feesten van de joden die op profetische wijze een voorafbeelding waren. Toen de Christenen vanaf de tweede eeuw in aanvulling op het wekelijks Pasen een jaarlijks Paasfeest gingen vieren, bood dat de mogelijkheid het overwegen van het mysterie van de gestorven en verrezen Christus een ruimere opzet te geven. Het Paasfeest, voorafgegaan door een vasten als voorbereiding, gevierd tijdens een lange wake, voortgezet tijdens de vijftig dagen die naar Pinksteren voeren is het "hoogfeest der hoogfeesten", de dag bij uitstek voor de initiatie van de doopleerlingen geworden. Als zij door het Doopsel werkelijk sterven voor de zonde en verrijzen tot een nieuw leven, is dat omdat Jezus "is overgeleverd om onze misslagen en opgewekt om onze rechtvaardiging" (Rom. 4, 25) 1 . In nauwe verwantschap met het Paasmysterie krijgt ook het Pinksterfeest, de dag waarop de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen die met Maria bijeenwaren en waarop de zending naar alle volkeren begon, een bijzondere glans. 2
Een soortgelijke gedachtenislogica heeft geleid tot de opbouw van het gehele liturgische jaar. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie benadrukt, heeft de Kerk in de loop van het jaar "het gehele mysterie van Christus door de jaarkring heen, vanaf de menswording en de geboorte tot de Hemelvaart, de Pinksterdag en de afwachting van de zalige hoop en de verschijning van de Heer willen ontplooien. Door zo de verlossingsmysteries te vieren, ontsluit zij voor de gelovigen de rijke schat van heilsdaden en verdiensten van haar Heer; en wel zo, dat deze mysteries te allen tijde in zekere zin tegenwoordig worden gesteld, opdat de gelovigen ermee in contact komen en van heilsgenade worden vervuld." 3
Naast Pasen en Pinksteren is ontegenzeggelijk de Geboorte van de Heer een ander zeer plechtig feest; de Christenen overwegen die dag het mysterie van de menswording en overdenken het Woord van God dat zich verwaardigd heeft onze mensheid aan te nemen om ons deelgenoot te maken van zijn goddelijkheid.
En het Concilie zegt verder: "Bij de viering van deze jaarlijkse kring van de mysteries van Christus vereert de kerk met een bijzondere liefde de zalige moeder van God, Maria, die onverbrekelijk met het heilswerk van haar Zoon is verbonden." 4 Op dezelfde wijze "verkondigt de kerk immers het paasmysterie in de heiligen, die met Christus hebben geleden en met Hem zijn verheerlijkt" 5 door de invoering van de gedachtenissen van martelaren en andere heiligen in de jaarcyclus bij gelegenheid van hun jaarlijkse feestdag. De in een authentiek liturgische geest gevierde gedachtenis van de heiligen versluiert de centrale plaats van Christus niet. Zij verheft integendeel deze plaats door de kracht van zijn Verlossing te tonen. Zoals Paulinus van Nola zingt, "alles gaat voorbij, de heerlijkheid van de heiligen blijft bestaan in Christus die alles vernieuwt en toch dezelfde blijft". 6 Deze intrinsieke relatie tussen de heerlijkheid van de heiligen en die van Christus is vastgelegd in de ordening van het liturgisch jaar en vindt juist in het fundamentele en dominerende karakter van de zondag als dag des Heren zijn meest sprekende uitdrukkingsvorm. Door de tijd van het liturgisch jaar te volgen met het onderhouden van de zondag die het hele jaar zijn ritme geeft, wordt de geestelijke en kerkelijke verbondenheid van de Christen intens op Christus gericht in wie hij zijn bestaansgrond heeft en bij wie hij zijn voedsel en inspiratie vindt.
Referenties naar deze alinea vanuit documenten:
► Martyrologium Romanum, 10
79
De zondag verschijnt als het natuurlijk model om de hoogfeesten van het liturgisch jaar te begrijpen en te vieren. De waarde ervan voor het christelijk bestaan is zo groot, dat de Kerk besloten heeft het belang ervan te benadrukken door voor de gelovigen de verplichting in te voeren deel te nemen aan de eucharistie en de rust in acht te nemen ook al vallen deze hoogfeesten op een doordeweekse dag. 7 8 Het aantal van dergelijke feesten is in de loop der tijden wisselend geweest afhankelijk van de maatschappelijke en economische omstandigheden, en ook van hun verwevenheid met de kerkelijke traditie, en bovendien van de bijval van de burgerlijke wetgeving. 9 10 In de huidige kerkrechtelijke en liturgische regeling is voorzien, dat elke Bisschoppenconferentie op grond van de eigen omstandigheden in een of ander land de lijst van geboden feestdagen mag bekorten. Een eventuele beslissing in die richting behoeft de voorafgaande expliciete goedkeuring van de Apostolische Stoel, 11 12 en in dat geval moet de viering van een mysterie van de Heer, zoals de Openbaring van de Heer, Hemelvaart, Sacramentsdag, volgens de liturgische voorschriften verschoven worden naar de zondag, opdat de gelovigen de overweging van het mysterie niet behoeven te missen. 13 Zielenherders moet er veel aan gelegen zijn dat de gelovigen worden aangespoord deel te nemen aan de mis bij gelegenheid van feesten van een zekere importantie die door de week gevierd worden. 14
80
Nu moeten we een specifiek pastoraal probleem aan de orde stellen; het betreft de veel voorkomende situaties waarin culturele en volkstradities de viering van de zondag en andere liturgische feesten dreigen te overwoekeren door de geest van het authentiek christelijk geloof te vermengen met elementen die daar vreemd aan zijn en die deze zouden kunnen misvormen. In dat geval moet men in de catechese en bij daarvoor geschikte pastorale activiteiten, duidelijke taal spreken en verwijderen wat niet verenigbaar is met het evangelie van Christus. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat dergelijke tradities - en dat geldt, naar analogie, ook voor nieuwe culturele voorstellen vanuit de burgersamenleving - vaak waarden in zich hebben die zonder probleem samengaan met de eisen van het geloof. Het is de taak van de zielenherders zorgvuldig te werk te gaan en te zorgen dat de in een bepaalde maatschappelijke cultuur en vooral in de volksvroomheid aanwezige waarden onverlet blijven door te bewerkstelligen dat de liturgische vieringen, met name die van de zondag, er niet van te lijden hebben, maar er juist baat bij hebben. 15
De zondag in het liturgisch jaar
Hoewel de wekelijks terugkerende dag des Heren in de oudste traditie van de Kerk geworteld is en van levensbelang is voor de Christen, heeft een ander ritme niet lang op zich laten wachten: de jaarcyclus. Het stemt overeen met de psychologie van de mens jaardagen te vieren en zo de herinnering aan belangrijke gebeurtenissen in het verleden te koppelen aan de terugkeer van data en seizoenen. En wanneer het om beslissende gebeurtenissen voor het leven van een volk gaat, is het normaal dat de jaarlijkse herdenking ervan een feestelijke sfeer oproept die de eentonigheid van de dagen komt doorbreken.
De belangrijkste heilsgebeurtenissen waarop het leven van de Kerk berust zijn volgens het plan van God nauw verbonden met Pasen en Pinksteren, jaarlijkse feesten van de joden die op profetische wijze een voorafbeelding waren. Toen de Christenen vanaf de tweede eeuw in aanvulling op het wekelijks Pasen een jaarlijks Paasfeest gingen vieren, bood dat de mogelijkheid het overwegen van het mysterie van de gestorven en verrezen Christus een ruimere opzet te geven. Het Paasfeest, voorafgegaan door een vasten als voorbereiding, gevierd tijdens een lange wake, voortgezet tijdens de vijftig dagen die naar Pinksteren voeren is het "hoogfeest der hoogfeesten", de dag bij uitstek voor de initiatie van de doopleerlingen geworden. Als zij door het Doopsel werkelijk sterven voor de zonde en verrijzen tot een nieuw leven, is dat omdat Jezus "is overgeleverd om onze misslagen en opgewekt om onze rechtvaardiging" (Rom. 4, 25) 1 . In nauwe verwantschap met het Paasmysterie krijgt ook het Pinksterfeest, de dag waarop de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen die met Maria bijeenwaren en waarop de zending naar alle volkeren begon, een bijzondere glans. 2
Een soortgelijke gedachtenislogica heeft geleid tot de opbouw van het gehele liturgische jaar. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie benadrukt, heeft de Kerk in de loop van het jaar "het gehele mysterie van Christus door de jaarkring heen, vanaf de menswording en de geboorte tot de Hemelvaart, de Pinksterdag en de afwachting van de zalige hoop en de verschijning van de Heer willen ontplooien. Door zo de verlossingsmysteries te vieren, ontsluit zij voor de gelovigen de rijke schat van heilsdaden en verdiensten van haar Heer; en wel zo, dat deze mysteries te allen tijde in zekere zin tegenwoordig worden gesteld, opdat de gelovigen ermee in contact komen en van heilsgenade worden vervuld." 3
Naast Pasen en Pinksteren is ontegenzeggelijk de Geboorte van de Heer een ander zeer plechtig feest; de Christenen overwegen die dag het mysterie van de menswording en overdenken het Woord van God dat zich verwaardigd heeft onze mensheid aan te nemen om ons deelgenoot te maken van zijn goddelijkheid.
En het Concilie zegt verder: "Bij de viering van deze jaarlijkse kring van de mysteries van Christus vereert de kerk met een bijzondere liefde de zalige moeder van God, Maria, die onverbrekelijk met het heilswerk van haar Zoon is verbonden." 4 Op dezelfde wijze "verkondigt de kerk immers het paasmysterie in de heiligen, die met Christus hebben geleden en met Hem zijn verheerlijkt" 5 door de invoering van de gedachtenissen van martelaren en andere heiligen in de jaarcyclus bij gelegenheid van hun jaarlijkse feestdag. De in een authentiek liturgische geest gevierde gedachtenis van de heiligen versluiert de centrale plaats van Christus niet. Zij verheft integendeel deze plaats door de kracht van zijn Verlossing te tonen. Zoals Paulinus van Nola zingt, "alles gaat voorbij, de heerlijkheid van de heiligen blijft bestaan in Christus die alles vernieuwt en toch dezelfde blijft". 6 Deze intrinsieke relatie tussen de heerlijkheid van de heiligen en die van Christus is vastgelegd in de ordening van het liturgisch jaar en vindt juist in het fundamentele en dominerende karakter van de zondag als dag des Heren zijn meest sprekende uitdrukkingsvorm. Door de tijd van het liturgisch jaar te volgen met het onderhouden van de zondag die het hele jaar zijn ritme geeft, wordt de geestelijke en kerkelijke verbondenheid van de Christen intens op Christus gericht in wie hij zijn bestaansgrond heeft en bij wie hij zijn voedsel en inspiratie vindt.
Referenties naar deze alinea vanuit documenten:
► Martyrologium Romanum, 10
79
De zondag verschijnt als het natuurlijk model om de hoogfeesten van het liturgisch jaar te begrijpen en te vieren. De waarde ervan voor het christelijk bestaan is zo groot, dat de Kerk besloten heeft het belang ervan te benadrukken door voor de gelovigen de verplichting in te voeren deel te nemen aan de eucharistie en de rust in acht te nemen ook al vallen deze hoogfeesten op een doordeweekse dag. 7 8 Het aantal van dergelijke feesten is in de loop der tijden wisselend geweest afhankelijk van de maatschappelijke en economische omstandigheden, en ook van hun verwevenheid met de kerkelijke traditie, en bovendien van de bijval van de burgerlijke wetgeving. 9 10 In de huidige kerkrechtelijke en liturgische regeling is voorzien, dat elke Bisschoppenconferentie op grond van de eigen omstandigheden in een of ander land de lijst van geboden feestdagen mag bekorten. Een eventuele beslissing in die richting behoeft de voorafgaande expliciete goedkeuring van de Apostolische Stoel, 11 12 en in dat geval moet de viering van een mysterie van de Heer, zoals de Openbaring van de Heer, Hemelvaart, Sacramentsdag, volgens de liturgische voorschriften verschoven worden naar de zondag, opdat de gelovigen de overweging van het mysterie niet behoeven te missen. 13 Zielenherders moet er veel aan gelegen zijn dat de gelovigen worden aangespoord deel te nemen aan de mis bij gelegenheid van feesten van een zekere importantie die door de week gevierd worden. 14
80
Nu moeten we een specifiek pastoraal probleem aan de orde stellen; het betreft de veel voorkomende situaties waarin culturele en volkstradities de viering van de zondag en andere liturgische feesten dreigen te overwoekeren door de geest van het authentiek christelijk geloof te vermengen met elementen die daar vreemd aan zijn en die deze zouden kunnen misvormen. In dat geval moet men in de catechese en bij daarvoor geschikte pastorale activiteiten, duidelijke taal spreken en verwijderen wat niet verenigbaar is met het evangelie van Christus. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat dergelijke tradities - en dat geldt, naar analogie, ook voor nieuwe culturele voorstellen vanuit de burgersamenleving - vaak waarden in zich hebben die zonder probleem samengaan met de eisen van het geloof. Het is de taak van de zielenherders zorgvuldig te werk te gaan en te zorgen dat de in een bepaalde maatschappelijke cultuur en vooral in de volksvroomheid aanwezige waarden onverlet blijven door te bewerkstelligen dat de liturgische vieringen, met name die van de zondag, er niet van te lijden hebben, maar er juist baat bij hebben. 15
vrijdag 11 januari 2019
Sint Augustinus - "Als ik de mensen wilde behagen, was ik geen dienaar van Christus"
Uit
Liturgia Horarum / Getijdengebed van dinsdag, de 13e week door het
jaar: vervolg van sermo 47, een preek van de H. Augustinus op Psalm 94, de
openingspsalm van het getijdengebed aan het begin van elke dag, vroeg in de
morgen.
Uit de Preken van de H. Augustinus, bisschop
Als ik de
mensen wilde behagen, was ik geen dienaar van Christus
Onze,
roem is dit: het getuigenis van ons geweten. Onder de mensen zijn vermetele rechters, kwaadsprekers,
onruststokers, mensen die morren, mensen die uit zijn op verdenkingen omtrent
hetgeen ze niet hebben gezien; zelfs zijn er, die graag iets rondstrooien
zonder enige verdenking – Wat blijft er tegenover zulke mensen anders over, dan
het getuigenis van een goed geweten? Want, broeders, zelfs in hen, die wij
willen behagen, zoeken wij onze eigen glorie niet of moeten die althans niet
zoeken, maar wij zoeken daar alleen hun heil, opdat, als wij goed wandelen, zij
niet afdwalen door ons te volgen. Laten zij ónze navolgers zijn, als wij het
zijn van Christus. Maar als wij Christus’ navolgers niet zijn, laten zij dan
navolgers van Christus zijn. Hij toch weidt zijn kudde, en Hij is alleen met
alle goede herders, omdat die allen in Hem zijn.
Wij zoeken dus niet ons
eigen voordeel, als wij de mensen willen behagen, maar willen ons verheugen in
de mensen en zijn blij hen te behagen, wat iets goeds is, voor hun nut, niet
ons eigen aanzien. Want tot wie de Apostel zei: Als ik de mensen zou willen behagen, was ik geen dienaar van Christus, is
duidelijk. En om wie hij zei: Behaagt aan
allen in alles, zoals ook ik aan allen behaag in alles, is eveneens
duidelijk. Beide uitspraken zijn duidelijk, beide zijn rustig geuit, beide
zuiver, beide niet verward. Weid dus slechts en drink, en wil niet minachten en
verwarring stichtten.
Want ge hebt toch ook het
woord gehoord van onze Heer zelf, Jesus Christus, de Leermeester van de
apostelen: Laat uw werken stralen voor
het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader
verheerlijken, die in de hemel is, Hem, die u zo gemaakt heeft. Want wij zijn het volk van zijn weide en de
schapen van zijn hand. Laat Hij dus geprezen worden, die u, als ge goed
zijt, goed gemáákt heeft, niet u, die uit uzelf alleen maar slecht kunt zijn.
Maar waarom wilt ge de waarheid in het tegendeel doen verkeren, dat ge wilt dat
gíj geprezen wordt, wanneer ge iets goeds doet, en de Heer gelaakt wilt zien
worden, wanneer ge iets slechts doet? Hij toch, die gezegd heeft: Laat uw werken schijnen voor het oog van de
mensen, zegt óók in dezelfde onderrichting: Beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen. Maar
zoals volgens u bij de Apostel die tegenspraak scheen te bestaan, zo zal dat
ook bij deze passage in het Evangelie wel het geval zijn. Als ge echter uw hart
niet laat verontrusten, zult ge ook hier de vrede van de Schriften erkennen, en
zult ge zelf ook vrede met ze hebben.
Laten wij er dus voor
zorgen, broeders, niet alleen goed te leven, maar ook goed om te gaan met de
anderen, en er niet alleen voor zorgen een goed geweten te hebben, maar ook,
voor zover onze zwakheid en de waakzaamheid over die menselijke zwakheid het
kan: er voor zorgen zelfs niets te doen, waarin voor een zwakke broeder
aanleiding zou kunnen liggen tot een kwaad vermoeden, om te voorkomen, dat wij
zelf wel zuiver gras eten en zuiver water drinken, maar dat wij de weiden van
God zelf met voeten treden en zo de zwakke schapen vertrapt gras te eten
krijgen en vertroebeld water om te drinken.
(S. Augustini, Sermo 47, 12-14, De ovibus: CCL 41, 582-584)
St. Augustine "Here today and gone tomorrow"
Wherever the soul
of man turns, unless it turns to you it clasps sorrow to its heart. Even if it
clings to what is lovely, if this loveliness is outside God, it has clung to
sorrow, for these beautiful things would not exist without you. Like the sun,
they rise and set: they have their beginning and then they grow old and die.
Let me praise you
for these things, my God, who made them all, but do not let the love of them be
like glue to fix them to my soul.
donderdag 10 januari 2019
Mgr. Robert Barron THURSDAY AFTER EPIPHANY The old world was over and broken
Thursday, January 10, 2019
THURSDAY AFTER EPIPHANY
LUKE 4:14-22
Friends, today in the Gospel Jesus declares that he fulfills the prophecy of Isaiah: "The Spirit of the Lord is upon me because he has anointed me to bring glad tidings to the poor."
Jesus came preaching the kingdom of God. The deaf hear, the blind see, the lame walk. The dead are raised to life, enemies are forgiven, and the poor have the Good News preached to them. And ultimately, in his Resurrection, Jesus’ followers saw that the old world—the world predicated upon death and the works of death, the world that had done Jesus in—was now defeated. God had definitively declared his opposition to that world and his support of the new one.
So awed were they by the Resurrection—and you can sense it in every book and letter of the New Testament—that they awaited the imminent arrival of the new state of affairs, the return of Jesus and the establishment of God’s kingdom. Though Jesus did not immediately return, the old world was over and broken. It was fully compromised, its destruction now just a matter of time.
THURSDAY AFTER EPIPHANY
LUKE 4:14-22
Friends, today in the Gospel Jesus declares that he fulfills the prophecy of Isaiah: "The Spirit of the Lord is upon me because he has anointed me to bring glad tidings to the poor."
Jesus came preaching the kingdom of God. The deaf hear, the blind see, the lame walk. The dead are raised to life, enemies are forgiven, and the poor have the Good News preached to them. And ultimately, in his Resurrection, Jesus’ followers saw that the old world—the world predicated upon death and the works of death, the world that had done Jesus in—was now defeated. God had definitively declared his opposition to that world and his support of the new one.
So awed were they by the Resurrection—and you can sense it in every book and letter of the New Testament—that they awaited the imminent arrival of the new state of affairs, the return of Jesus and the establishment of God’s kingdom. Though Jesus did not immediately return, the old world was over and broken. It was fully compromised, its destruction now just a matter of time.
Bij een overlijden Sint Augustinus "Ween niet! Ik ben slechts naar de andere kant"
Troostbrief van Sint Augustinus aan Sapida wier broer onlangs overleden is:
De dood is niets. Ik ben slechts naar de andere kant. Ik ben mezelf, jij bent jezelf. Wat we voor elkaar waren, zijn we nog altijd. Noem me zoals je me steeds genoemd hebt. Spreek tegen me zoals weleer, op dezelfde toon, niet plechtig, niet triest. Lach om wat ons samen heen doen lachen.
Denk aan mij, bid met mij. Spreek mijn naam uit thuis, zoals je altijd gedaan hebt zonder hem te benadrukken, zonder zweem van droefheid. Het leven is wat het altijd is geweest. De draad is niet gebroken. Waarom zou ik uit je gedachten zijn? Omdat je me niet meer ziet?
Nee, ik ben niet ver, juist aan de andere kant van de weg. Zie je, alles is goed. Je zult mijn hart opnieuw ontdekken en er de tederheid terugvinden. Dus, droog je tranen en ween niet, als je van me houdt.
Vindplaats: Augustijns Instituut.
Translation in English - complete edition
De dood is niets. Ik ben slechts naar de andere kant. Ik ben mezelf, jij bent jezelf. Wat we voor elkaar waren, zijn we nog altijd. Noem me zoals je me steeds genoemd hebt. Spreek tegen me zoals weleer, op dezelfde toon, niet plechtig, niet triest. Lach om wat ons samen heen doen lachen.
Denk aan mij, bid met mij. Spreek mijn naam uit thuis, zoals je altijd gedaan hebt zonder hem te benadrukken, zonder zweem van droefheid. Het leven is wat het altijd is geweest. De draad is niet gebroken. Waarom zou ik uit je gedachten zijn? Omdat je me niet meer ziet?
Nee, ik ben niet ver, juist aan de andere kant van de weg. Zie je, alles is goed. Je zult mijn hart opnieuw ontdekken en er de tederheid terugvinden. Dus, droog je tranen en ween niet, als je van me houdt.
Vindplaats: Augustijns Instituut.
Translation in English - complete edition
Abonneren op:
Posts (Atom)