Eerste lezing (Spr. 9, 1-6)
Uit de Spreuken.
De wijsheid heeft zich een huis gebouwd,
zeven zuilen heeft zij zich gehouwen,
haar vee heeft ze geslacht,
haar wijn gemengd,
haar tafel gereed gemaakt.
Nu zendt ze haar dienstmeisjes uit,
op de hoogste punten der stad moeten ze roepen:
“Wie onervaren is, kome hierheen
en wie geen inzicht heeft, laat hem tot bezinning komen:
Kom en eet van mijn brood,
drink van de wijn, die ik gemengd heb.
Laat uw onnozelheid varen en u zult leven,
bewandel de weg der wijsheid!”
Tweede lezing (Ef. 5, 15-20)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze.
Broeders en zusters,
let dus nauwkeurig op hoe ge u gedraagt:
als verstandige mensen, niet als dwazen.
Benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn slecht.
Daarom, weest verstandig
maar tracht te begrijpen wat de Heer wil.
Bedwelmt u niet met wijn, wat tot losbandigheid leidt,
maar laat u bezielen door de Geest.
Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen,
ingegeven door de Geest.
Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte.
Zegt altijd voor alles dank aan God de Vader
in de Naam van onze Heer Jezus Christus.
Evangelie (Joh. 6, 51-58)
In die tijd zei Jezus tot de menigte:
“Ik ben het levende brood,
dat uit de hemel is neergedaald.
Als iemand van dit brood eet,
zal hij leven in eeuwigheid.
Het brood dat Ik zal geven
is mijn vlees,
ten bate van het leven der wereld.”
De Joden geraakten daarover met elkaar in twist en zeiden:
“Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?”
Jezus sprak daarop tot hen:
“Voorwaar, Ik zeg u,
als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet
en zijn bloed niet drinkt,
hebt gij het leven niet in u.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
heeft eeuwig leven
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Want mijn vlees is echt voedsel
en mijn bloed echte drank.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij in Ik in hem.
Zoals Ik door de Vader die leeft gezonden ben
en leef door de Vader,
zo zal ook hij die Mij eet
leven door Mij.
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald.
Het is niet zoals bij de vaderen,
die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn:
wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.”