vrijdag 17 augustus 2018

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XIX per annum feria VI Laten wij door de Geest in Christus een nieuwe levensweg bewandelen.




Lectio altera

Ex Sermóne sancti Paciáni epíscopi De baptísmo
(Nn. 5-6: PL 13, 1092-1093)

Tweede lezing

Uit een preek over het Doopsel van de H. Pacianus, bisschop
(Nn. 5-6: PL 13, 1092-1093)

Laten wij door de Geest in Christus een nieuwe levensweg bewandelen

De zonde van Adam was op heel ons geslacht overgegaan. Want, zoals de Apostel zegt: Door één mens is de zonde in de wereld gekomen, en door de zonde de dood; zo is ook de dood over alle mensen gekomen. derhalve is het nodig dat de gerechtigheid van Christus op ons geslacht overgaat. En zoals Adam zijn zonde zij nageslacht in het verderf stortte, zo heeft Christus door zijn gerechtigheid heel zijn geslacht leven gemaakt. Dat zegt de Apostel met nadruk: Zoals door de ongehoorzaamheid van één velen zondaars werden, zo werden door de gehoorzaamheid van één vele gerechtvaardigd. En zoals de zonde heerste tot in de dood, zo moge dan door de gerechtigheid de genade heersen tot het eeuwig leven.

Iemand zal mijn zeggen: ‘De zonde van Adam ging toch terecht over op zijn nakomelingen, omdat dezen uit hem geboren waren. Maar zijn wij soms uit Christus voortgekomen, dat wij om Hem zalig kunnen worden?’ Wilt hier niet te vleselijk denken. Gij zult nu gaan zien, hoe wij uit Christus als stamvader voortkomen. In deze laatste tijden heeft Christus uit Maria met zijn lichaam ook zijn ziel ontvangen; deze ziel kwam Hij zalig maken; deze liet Hij niet in de onderwereld; deze verenigde Hij met zijn geest en maakte haar ook tot de zijne. Dat is de bruiloft van de Heer, in één vlees verenigd, opdat volgens dat grote sacrament twee in één vlees zouden zijn, Christus en de Kerk.

Toen de Geest van de Heer van boven kwam, werd uit dit huwelijk het christenvolk geboren. Terstond daarna werd het wezen van onze zielen overgoten en gedrenkt met een hemels zaad en groeiden wij in het binnenste van onze moeder, dit is de Kerk. Uit haar schoot geboren gaan wij leven in Christus. Vandaar zegt de Apostel: De eerste Adam werd geschapen tot een levende ziel, de laatste Adam tot een levendmakende geest. Zo is Christus vruchtbaar in zijn Kerk door zijn priesters, zoals dezelfde Apostel zegt: In Christus heb ik u voortgebracht. En zo brengt een zaad van Christus, d.i. Gods Geest, door de handen van de priesters een nieuwe mens voort, in de moederschoot verwekt en door de baring van het doopsel geboren, met het geloof als begeleider.
Zo moet Christus dus ontvangen worden om voort te kunnen brengen, want zo zegt het de Apostel Johannes: Aan allen, die Hem ontvingen, gaf Hij het vermogen kinderen van God te worden. Maar dit kan niet anders geschieden dan door het sacrament van het doopsel, van het Chrisma en van de bisschop. Want door de doop worden de zonden afgewassen; door het Chrisma wordt de Heilige Geest uitgestort en beide verkrijgen wij door de hand en de mond van de bisschop. Zo wordt heel de mens in Christus herboren en opnieuw gevormd, opdat, zoals Christus uit de doden herrees, ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen. Dit is opdat wij, na de dwalingen van ons vroeger leven te hebben afgelegd door de Geest een nieuw leven zouden leiden in Christus.