dinsdag 31 maart 2020
Een van onze zusters in de krant "Je hoeft het niet allemaal zelf te doen"
Ze is een van de acht slotzusters in de priorij Thabor van de Kanunnikessen van het heilig Graf in Sint Odiliënberg, Limburg. Ze leeft er, net als de andere kanunnikessen, in clausuur. “Vroeger zeiden de mensen: achter tralies. Eigenlijk zijn wij geen echte slotzusters, maar in principe verlaten ook wij ons klooster niet. We ontvangen veel bezoek: voor advies, voor cursussen, om mee te bidden, voor pastorale gesprekken. Dat is natuurlijk nu allemaal stopgezet. Binnen het slot leven we met ons achten. Ons leven speelt zich voor een groot deel in de kapel van het klooster af. Daar komen we volgens een vast ritme zes keer per dag bij elkaar om te bidden. Ook op zaterdag en zondag. Vakanties kennen wij niet. Je zou kunnen zeggen dat onze orde al eeuwen aan zelfquarantaine doet.
Tegen mensen die nu voor het eerst langdurig thuis zitten, in een te kleine ruimte met veel mensen op elkaar zou ik willen zeggen: geef de dag structuur. Structuur bepaalt ons leven. Er is zoiets als de troost van de herhaling. Al denk ik zelf wel eens bij het zoveelste uur van het koorgebed: ‘het mag ook wel wat minder.’ Maar dan denk ik: ‘Daarom ben jij hier, niet zeuren.’ Wat verder helpt om de tijd met elkaar door te komen is om je eigen plek te hebben - al is het maar een stoel - waar mensen je met rust laten. In een klooster leef je dicht op elkaar met gezamenlijk bidden, eten en recreëren, maar er is ook een privédomein in de vorm van je eigen cel en werkruimte. Daar komt niemand tenzij er een bijzondere reden is , bijvoorbeeld als je ziek bent.
En, als je geïrriteerd bent: laat dat dan niet blijken. Dat heeft namelijk geen zin op dat moment en er zijn trouwens wel ergere dingen. Altijd en nu helemaal. Flutdingen zinken daarbij in het niet. Ik maak me ook zorgen over al die mensen die nu in thuisisolatie zijn. Zelf heb ik er lang op moeten oefenen en ik vind het af en toe nog steeds lastig. Nog een tip: steek je hoofd uit het raam of ga op je balkon staan en adem frisse lucht in. Ik maak elke dag een wandelingetje in de kloostertuin. Voor de rest bidden wij ons een ongeluk, zeg ik wel eens.
Vandaag ben ik om half zes opgestaan, het is nu half twaalf en ik heb alles bij elkaar nu vier uur gebeden heb. Wij krijgen ook heel veel gebedsintenties en nu nog veel meer met de coronacrisis. Rond Sint Odiliënberg zijn al de nodige mensen aan het coronavirus gestorven. Dat ik alles bij God kan neerleggen geeft mij rust en de overtuiging dat het uiteindelijk goed komt. Je hoeft het niet allemaal zelf te doen.”
Stijn Fens in Trouw van 31 maart 2020
maandag 30 maart 2020
Preek van onze Pastoor, Vijfde zondag Veertigdagentijd jaar A Soeverein de dood tegemoet treden
(A 2020) Het verhaal over de opwekking van Lazarus is en blijft toch ook een prachtig verhaal over vriendschap, de vriendschap die Jezus verbond met Lazarus en diens zussen Martha en Maria. Dat is het ook. Maar het is vooral een verhaal dat ons laat weten dat Jezus niet zomaar iemand is, dat Hij weliswaar deel uitmaakt van onze werkelijkheid, maar van de andere kant daar toch ook weer boven staat. Jezus deelt ons menselijk leven, onze goede en kwade dagen, maar laat ook zee en wind gehoorzamen, ja zelfs ziekte en dood zijn aan Hem onderworpen.
Vandaag gaat het dan ook niet om Lazarus die door Jezus ten leven wordt gewekt, vandaag gaat het om Jezus die soeverein de dood tegemoet treedt, niet alleen die van zijn vriend Lazarus, maar straks ook zijn eigen dood aan het kruis. Het verhaal van Lazarus is het laatste van de zeven tekenen die Jezus in het evangelie van Johannes doet. Het gebeuren dat ons zojuist beschreven werd, speelt zich af terwijl het nog dag is. Kort nadien breekt de nacht aan, de nacht van lijden en sterven, de nacht van eenzaamheid en Godverlatenheid. Het verhaal getuigt van het geloof van de beide zussen van Lazarus. Met hen moeten wij dezelfde weg afleggen die nodig is om in Jezus de verrijzenis en het leven te ontdekken. Inderdaad een geloofsweg, een geloof dat op de proef wordt gesteld, maar ook een geloof dat zich langzaam maar zeker van iets algemeens naar iets concreets. Een geloof dat beproeft wordt: “Heer, als gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn”. Maar ook een geloof dat niet alleen is voor straks en later, maar ook en vooral voor hier en nu.
Natuurlijk zal Lazarus tot nieuw leven komen, dat is ook wat wij met de Joden geloven. Maar het gaat om meer en om dat meer is het Jezus te doen. Dat is ook wat ons christelijk geloof zo bijzonder maakt. Het gaat niet alleen om straks, maar ook en vooral om het hier en nu. Niet straks bij de verrijzenis op de laatste dag, maar ook hier en nu al kan Lazarus, kunnen ook wij tot nieuw leven komen. “Ik ben de verrijzenis en het leven”, zegt Jezus, “wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven. En ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven”.
Tot dat geloof wil Jezus ons vandaag uitnodigen, het geloof dat hier en nu al het verschil maakt. Het is door ons geloof in Jezus dat ook wij tot verrijzenis en nieuw leven komen. Dat is trouwens al gebeurd, bij ons doopsel, maar het is de vraag of wij het zelf wel geloven, er ook echt naar leven, zodat ook anderen het merken en kunnen geloven. Dat wij dankzij onze verbondenheid met Christus die de verrijzenis en het leven is toch op een andere manier in het leven staan, omdat het leven meer is dan dat wij er al dan niet van maken, dat er meer in het leven zit dan wij er al dan niet uithalen. Het leven dat ons wordt toegezegd, is Gods leven, het leven dat God leeft, het leven in overvloed waarin Hij ook ons wil laten delen.
Daarom zou het verhaal van vandaag ons ook op het verkeerde been zou kunnen zetten. Alsof het genoeg zou zijn als de dood niet meer zou zijn, als er “geen rouw, geen geween, geen mart meer zou zijn” (Apc.21,4). Het gaat om meer. “Zie ik maak alles nieuw”, zegt de Heer. Het oude is voorbij. In en met Jezus begint iets een nieuws: nieuw leven wordt toegezegd aan een vergankelijk wereld, aan de vergankelijke mens. “Ik ben de verrijzenis en het leven”, zegt Jezus, “wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven. En ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft Ge dit?”
Van ons antwoord hangt veel, zo niet alles af. Ons geloof in Jezus die de verrijzenis en het leven is maakt ons tot andere, nieuwe mensen; tot mensen die op een andere manier in het leven staan. Daarvan kunnen en mogen wij hier en nu al getuigen. Ook en vooral in deze coronatijd. Dat wij de pandemie serieus nemen, maar ons tegelijkertijd niet bang of gek laten maken. God is er ook nog. En om dat te onderstrepen heeft Hij ons Jezus zijn Zoon gezonden, die met ons is, zeker ook wanneer over ons komt de nacht van beproeving en angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge en onverbiddelijke dood. Daarom kunnen en we ook telkens weer vertrouwvol tot Hem bidden: blijf bij ons, Heer, in leven en sterven,
Ook in de Passietijd gaan we onverminderd door met de Aanbidding van het Allerheiligste voor al Uw intenties
voor de coronacrisis gebedsintenties zie deze link
Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep maart 2020 bijgewerkt
U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook.
Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!
Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus en de H. Odilia
Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!
Mededeling voor de leden van de Kerkberg Gebedsgroep:
De leden van de Kerkberg Gebedsgroep wordt gevraagd mee te bidden met voor deze intenties. Zie ook Hartelijke uitnodiging om mee te doen met de Kerkberg Gebedsgroep “In lumine tuo videbimus Lumen”.
Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!
Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus en de H. Odilia
Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!
Mededeling voor de leden van de Kerkberg Gebedsgroep:
De leden van de Kerkberg Gebedsgroep wordt gevraagd mee te bidden met voor deze intenties. Zie ook Hartelijke uitnodiging om mee te doen met de Kerkberg Gebedsgroep “In lumine tuo videbimus Lumen”.
Hierbij de intenties van de maand maart 2020:
Voor de zielerust van Pastoor-Deken Ton Cassee die vanmorgen vroeg na een lang ziekbed is overleden en tot steun en troost van zijn dierbaren
Voor een gunstige uitslag van een medisch onderzoek
Voor een overleden echtgenoot, voor zijn zielerust, troost voor zijn echtgenote en steun bij het in standhouden van de onderneming
Dat iemand slaagt voor zijn laatste examen (daarna geen herkansing meer)
Voor de zielerust van Pastoor-Deken Ton Cassee die vanmorgen vroeg na een lang ziekbed is overleden en tot steun en troost van zijn dierbaren
Voor een gunstige uitslag van een medisch onderzoek
Voor een overleden echtgenoot, voor zijn zielerust, troost voor zijn echtgenote en steun bij het in standhouden van de onderneming
Dat iemand slaagt voor zijn laatste examen (daarna geen herkansing meer)
Voor een gunstige uitslag van een medisch onderzoek
Uit dankbaarheid wegens gebedsverhoring
Dat hoogbejaarden in Italië niet mogen worden uitgesloten van zorg
Voor voorspoedig herstel van een zus die van haar fiets is gevallen
Voor een overleden oma
Voor een ernstige zieke vriend
Voor een zieke vader van een jong gezin
Voor een zieke broer die onverwacht in het ziekenhuis is opgenomen
voor de slachtoffers van de tramaanslag in Utrecht en hun dierbaren
voor de dader van die aanslag - dat hij tot inkeer komt
Uit dankbaarheid wegens gebedsverhoring
Dat hoogbejaarden in Italië niet mogen worden uitgesloten van zorg
Voor voorspoedig herstel van een zus die van haar fiets is gevallen
Voor een overleden oma
Voor een ernstige zieke vriend
Voor een zieke vader van een jong gezin
Voor een zieke broer die onverwacht in het ziekenhuis is opgenomen
voor de slachtoffers van de tramaanslag in Utrecht en hun dierbaren
voor de dader van die aanslag - dat hij tot inkeer komt
dat de epidemie van het coronavirus tot stilstand komt en verdwijnt
om zegen over de coronapatienten en hun omgeving - dat ze de infectie overlevenvoor de zielerust van degenen die aan het coronavirus zin overleden en troost voor hun dierbaren
om zegen over de medische hulpverleners aan coronapatienten - dat zij beschermd worden tegen infectie
Uit dankbaarheid na gebedsverhoring
Voor een pasgeboren meisje en haar moeder
Zegen over een komend kleinkind
Zegen over een klein kind
Een menswaardige toekomst voor Syrische vluchtelingen
Voor een ziek hondje en haar bazen
om zegen over een geestelijk beperkt kind van 15 jaar met ernstige verslavingsproblemen waarvoor moeilijk geschikte hulpverlening kan worden gevonden en voor zijn ouders; dat er goede hulp komt
Om uitkomst
voorspraak van de H. Odilia van Keulen voor een slechtziende die vandaag speciaal naar de Basiliek kwam om daarvoor te bidden
Uit dankbaarheid voor al degenen die maand in maand uit met ons meebidden in het kader van de Kerkberg Gebedsgroep
Voor een moeder die na een val in coma ligt
Voor een ernstig zieke moeder en haar dierbaren (O)
Voor een ernstige zieke moeder en haar dierbaren (R1)
Voor een ernstige zieke moeder en haar dierbaren (R2)
Uit dankbaarheid wegens gebedsverhoring
Om wijsheid, troost en kracht voor onze zoon, zielerust voor onze dochter en troost en kracht voor hun ouders
Voor mensen die afhankelijk zijn geworden van opiaten
dat het geweld in het Midden Oosten niet verder escaleert, maar dat er vrede komt
Voor een jonge volwassene met zorgen over haar toekomst
Voor vervolgde christenen in het Midden Oosten en elders - dat zij worden vertroost en hun vervolgers tot inkeer komen
Om vrede in het Midden Oosten en Afrika
Voor onze Nederlandse militairen, vooral die met missies buiten Nederland
Om voorspraak van de H. Odilia van de Elzas voor iemand met oogproblemen
Voor een broer in psychische problemen
Voor bescherming van het ongeboren leven
Voor de catechese kinderen van ons klooster
Om werk
Om uitkomst
voorspraak van de H. Odilia van Keulen voor een slechtziende die vandaag speciaal naar de Basiliek kwam om daarvoor te bidden
Uit dankbaarheid voor al degenen die maand in maand uit met ons meebidden in het kader van de Kerkberg Gebedsgroep
Voor een moeder die na een val in coma ligt
Voor een ernstig zieke moeder en haar dierbaren (O)
Voor een ernstige zieke moeder en haar dierbaren (R1)
Voor een ernstige zieke moeder en haar dierbaren (R2)
Uit dankbaarheid wegens gebedsverhoring
Om wijsheid, troost en kracht voor onze zoon, zielerust voor onze dochter en troost en kracht voor hun ouders
Voor mensen die afhankelijk zijn geworden van opiaten
dat het geweld in het Midden Oosten niet verder escaleert, maar dat er vrede komt
Voor een jonge volwassene met zorgen over haar toekomst
Voor vervolgde christenen in het Midden Oosten en elders - dat zij worden vertroost en hun vervolgers tot inkeer komen
Om vrede in het Midden Oosten en Afrika
Voor onze Nederlandse militairen, vooral die met missies buiten Nederland
Om voorspraak van de H. Odilia van de Elzas voor iemand met oogproblemen
Voor een broer in psychische problemen
Voor bescherming van het ongeboren leven
Voor de catechese kinderen van ons klooster
Om werk
Om uitkomst voor een echtgenoot, vader, vriend en collega die plotseling getroffen is door een ernstige ziekte en kracht voor zijn dierbaren
Voor een zieke vriendin
voor zieken en stervenden
voor onze kinderen en kleinkinderen
voor onze kinderen en kleinkinderen
een zieke buurvrouw
voor het voltooien van een studie
Voor een kleinkind - dat het medisch onderzoek leidt tot een oplossing
Om herstel van een diepe, geestelijke wond
Om inzicht in levensroeping
Voor iemand met een roeping - dat ze de kracht vindt die te volgen
Voor iemand met een roeping - dat ze de kracht vindt die te volgen
Dat het geloof in Christus en Zijn Kerk in onze streken behouden blijft.
voor een voorspoedig en algeheel herstel na een open hart operatie
Om vrede in Syrie
om een rechtvaardig vonnis in een strafzaak tegen onze zoon
Voor een kloosterling die voornemens is de naam Wiro te gaan dragen
voor een zieke zuster
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor een vader met drie kinderen in een echtscheiding
een rechtvaardig oordeel in de zaak tegen kardinaal Pell
een ernstig zieke priester / vriend van het klooster
vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
Voor de mensen in het dorp en al hun noden
vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze bisschop
zondag 29 maart 2020
Lezingen H. Mis 5e zondag van de Veerigdagentijd, jaar A Ik ben de verrijzenis en het leven
Eerste lezing: Ez. 37,12-14
Ik zal mijn geest over u uitstorten en gij zult leven.
Zo spreekt de Heer:
Ik ga uw graven openen;
in de massa’s zal Ik u uit uw graven wegvoeren
en u brengen naar de grond van Israël.
En wanneer Ik dan uw graven geopend heb
en u in massa’s zal hebben weggevoerd uit uw graven,
zult gij weten dat Ik de Heer ben.
Mijn geest zal Ik over u uitstorten en gij zult leven;
Ik zal u vestigen op uw eigen grond
en gij zult weten dat Ik de Heer ben:
Wat Ik zeg, dat volbreng Ik!”
Zo luidt de godsspraak van de Heer.
Tweede lezing: Rom. 8, 8-11
De Geest van Hem, die Jezus van de doden heeft opge-
wekt, woont in u.
Broeders en zusters,
zij die zelfzuchtig leven,
kunnen God niet behagen.
Maar uw bestaan wordt niet beheerst
door de zelfgenoegzaamheid,
maar door de Geest,
omdat de Geest van God in u woont.
Zou iemand de Geest van Christus niet hebben,
dan behoort hij Hem niet toe.
Als Christus in u is,
blijft wel uw lichaam door de zonde
de dood gewijd,
maar uw geest lééft,
dankzij de gerechtigheid.
En als de Geest
van God, die Jezus van de dood heeft opgewekt, in u woont,
zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan,
ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken
door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft.
Evangelie: Joh. 11,1-45
Ik ben de verrijzenis en het leven.
Jezus riep met luide stem: “Lazarus, kom naar buiten!” De gestorvene kwam naar buiten, voeten en handen met zwachtels gebonden en met een zweetdoek om zijn gezicht.
In die tijd
was er iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië,
het dorp van Maria en haar zuster Marta.
Maria was de vrouw, die de Heer met geurige olie had gezalfd
en zijn voeten met haar haren had afgedroogd.
De zieke Lazarus was haar broer.
De zuster van Lazarus stuurde Jezus de boodschap:
“Heer, die Gij liefhebt, is ziek.”
Toen Jezus dit hoorde, zei Hij:
“Deze ziekte voert niet tot de dood,
maar is om Gods glorie,
opdat de Zoon Gods er door verheerlijkt moge worden.”
Jezus hield veel van Marta, haar zuster en Lazarus.
Toen Hij dan ook hoorde dat Lazarus ziek was,
bleef Hij weliswaar nog twee dagen ter plaatse,
maar daarna zei Hij tot zijn leerlingen:
“Laat ons weer naar Judea gaan.”
De leerlingen zeiden:
“Rabbi , nog pas probeerden de Joden U te stenigen
en gaat Gij er nu weer heen?”
Jezus antwoordde:
“Heeft de dag geen twaalf uren?
Overdag kan iemand gaan zonder zich te stoten,
omdat hij het licht van deze wereld ziet.
Maar gaat iemand ‘s nachts, dan stoot hij zich,
omdat het licht niet in hem is.”
Zo sprak Hij.
En Hij voegde er aan toe:
“Onze vriend Lazarus is ingeslapen,
maar Ik ga er heen om hem te wekken.”
Zijn leerlingen merkten op:
“Heer, als hij slaapt, zal hij beter worden.”
Jezus had echter van zijn dood gesproken,
terwijl zij meenden, dat Hij over de rust van de slaap sprak.
Daarom zei Jezus hun toen ronduit:
“Lazarus is gestorven,
en omwille van u verheug Ik Mij, dat Ik er niet was,
opdat gij moogt geloven.
Maar laat ons naar hem toegaan.”
Toen zei Tomas, bijgenaamd Didymus, tot zijn medeleerlingen:
“Laten ook wij gaan om met Hem te sterven.”
Bij zijn aankomst bevond Jezus
dat Lazarus al vier dagen in het graf lag.
Betanië nu was dichtbij Jeruzalem,
op een afstand van ongeveer drie kilometer.
Vele Joden waren dan ook naar Marta en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Marta hoorde dat Jezus op komst was,
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Marta zei tot Jezus:
“Heer, als Gij hier waart geweest,
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
“Uw broer zal verrijzen.”
Marta antwoordde:
“Ik weet dat hij zal verrijzen op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
“Ik ben de verrijzenis en het Leven.
Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij,
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
“Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods, die in de wereld komt.”
Na deze woorden ging zij haar zuster Maria roepen
en zei zachtjes:
“De Meester is er en vraagt naar je.”
Zodra Maria dit hoorde,
stond zij vlug op en ging naar Hem toe.
Jezus was nog niet in het dorp aangekomen,
maar bevond zich nog op de plaats waar Maria Hem ontmoet had.
Toen de Joden, die met Maria in huis waren om haar te troosten,
haar plotseling zagen opstaan en weggaan,
volgden zij haar
in de mening, dat zij naar het graf ging om daar te wenen.
Toen Maria op haar plaats kwam waar Jezus zich bevond,
viel zij Hem te voet zodra zij Hem zag en zei:
“Heer, als Gij hier waart geweest,
zou mijn broer niet gestorven zijn.”
Toen Jezus haar zag wenen,
en eveneens de Joden, die met haar waren meegekomen,
doorliep Hem een huivering en diep ontroerd
sprak Jezus:
“Waar hebt gij hem neergelegd?”
Zij zeiden Hem:
“Kom en zie, Heer.”
Jezus begon te wenen,
zodat de Joden zeiden:
“Zie eens hoe Hij van hem hield.”
Maar sommigen onder hen zeiden:
“Kon Hij, die de ogen van een blinde opende,
ook niet maken dat deze niet stierf?”
Bij het graf gekomen, overviel Jezus opnieuw een huivering.
Het was een rotsgraf en er lag een steen voor.
Jezus zei:
“Neem de steen weg.”
Marta, de zuster van de gestorvene, zei Hem:
“Hij riekt al, want het is reeds de vierde dag.”
Jezus gaf haar ten antwoord:
“Zei Ik u niet, dat als gij gelooft,
ge Gods heerlijkheid zult zien?”
Toen namen ze de steen weg.
Jezus sloeg de ogen ten hemel en sprak:
“Vader, Ik dank U, dat Gij Mij verhoord hebt.
Ik wist wel, dat Gij Mij altijd verhoort,
maar omwille van het volk rondom Mij,
heb Ik dit gezegd,
opdat zij mogen geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.”
Na deze woorden riep Hij met luide stem:
“Lazarus, kom naar buiten!”
De gestorvene kwam naar buiten,
voeten en handen met zwachtels gebonden
en met een zweetdoek om zijn gezicht.
Jezus beval hun:
“Maakt hem los en laat hem gaan.”
Vele Joden, die naar Maria waren gekomen
en zagen wat Hij gedaan had,
geloofden in Hem.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
Ik zal mijn geest over u uitstorten en gij zult leven.
Zo spreekt de Heer:
Ik ga uw graven openen;
in de massa’s zal Ik u uit uw graven wegvoeren
en u brengen naar de grond van Israël.
En wanneer Ik dan uw graven geopend heb
en u in massa’s zal hebben weggevoerd uit uw graven,
zult gij weten dat Ik de Heer ben.
Mijn geest zal Ik over u uitstorten en gij zult leven;
Ik zal u vestigen op uw eigen grond
en gij zult weten dat Ik de Heer ben:
Wat Ik zeg, dat volbreng Ik!”
Zo luidt de godsspraak van de Heer.
Tweede lezing: Rom. 8, 8-11
De Geest van Hem, die Jezus van de doden heeft opge-
wekt, woont in u.
Broeders en zusters,
zij die zelfzuchtig leven,
kunnen God niet behagen.
Maar uw bestaan wordt niet beheerst
door de zelfgenoegzaamheid,
maar door de Geest,
omdat de Geest van God in u woont.
Zou iemand de Geest van Christus niet hebben,
dan behoort hij Hem niet toe.
Als Christus in u is,
blijft wel uw lichaam door de zonde
de dood gewijd,
maar uw geest lééft,
dankzij de gerechtigheid.
En als de Geest
van God, die Jezus van de dood heeft opgewekt, in u woont,
zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan,
ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken
door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft.
Evangelie: Joh. 11,1-45
Ik ben de verrijzenis en het leven.
Jezus riep met luide stem: “Lazarus, kom naar buiten!” De gestorvene kwam naar buiten, voeten en handen met zwachtels gebonden en met een zweetdoek om zijn gezicht.
In die tijd
was er iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië,
het dorp van Maria en haar zuster Marta.
Maria was de vrouw, die de Heer met geurige olie had gezalfd
en zijn voeten met haar haren had afgedroogd.
De zieke Lazarus was haar broer.
De zuster van Lazarus stuurde Jezus de boodschap:
“Heer, die Gij liefhebt, is ziek.”
Toen Jezus dit hoorde, zei Hij:
“Deze ziekte voert niet tot de dood,
maar is om Gods glorie,
opdat de Zoon Gods er door verheerlijkt moge worden.”
Jezus hield veel van Marta, haar zuster en Lazarus.
Toen Hij dan ook hoorde dat Lazarus ziek was,
bleef Hij weliswaar nog twee dagen ter plaatse,
maar daarna zei Hij tot zijn leerlingen:
“Laat ons weer naar Judea gaan.”
De leerlingen zeiden:
“Rabbi , nog pas probeerden de Joden U te stenigen
en gaat Gij er nu weer heen?”
Jezus antwoordde:
“Heeft de dag geen twaalf uren?
Overdag kan iemand gaan zonder zich te stoten,
omdat hij het licht van deze wereld ziet.
Maar gaat iemand ‘s nachts, dan stoot hij zich,
omdat het licht niet in hem is.”
Zo sprak Hij.
En Hij voegde er aan toe:
“Onze vriend Lazarus is ingeslapen,
maar Ik ga er heen om hem te wekken.”
Zijn leerlingen merkten op:
“Heer, als hij slaapt, zal hij beter worden.”
Jezus had echter van zijn dood gesproken,
terwijl zij meenden, dat Hij over de rust van de slaap sprak.
Daarom zei Jezus hun toen ronduit:
“Lazarus is gestorven,
en omwille van u verheug Ik Mij, dat Ik er niet was,
opdat gij moogt geloven.
Maar laat ons naar hem toegaan.”
Toen zei Tomas, bijgenaamd Didymus, tot zijn medeleerlingen:
“Laten ook wij gaan om met Hem te sterven.”
Bij zijn aankomst bevond Jezus
dat Lazarus al vier dagen in het graf lag.
Betanië nu was dichtbij Jeruzalem,
op een afstand van ongeveer drie kilometer.
Vele Joden waren dan ook naar Marta en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Marta hoorde dat Jezus op komst was,
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Marta zei tot Jezus:
“Heer, als Gij hier waart geweest,
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
“Uw broer zal verrijzen.”
Marta antwoordde:
“Ik weet dat hij zal verrijzen op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
“Ik ben de verrijzenis en het Leven.
Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij,
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
“Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods, die in de wereld komt.”
Na deze woorden ging zij haar zuster Maria roepen
en zei zachtjes:
“De Meester is er en vraagt naar je.”
Zodra Maria dit hoorde,
stond zij vlug op en ging naar Hem toe.
Jezus was nog niet in het dorp aangekomen,
maar bevond zich nog op de plaats waar Maria Hem ontmoet had.
Toen de Joden, die met Maria in huis waren om haar te troosten,
haar plotseling zagen opstaan en weggaan,
volgden zij haar
in de mening, dat zij naar het graf ging om daar te wenen.
Toen Maria op haar plaats kwam waar Jezus zich bevond,
viel zij Hem te voet zodra zij Hem zag en zei:
“Heer, als Gij hier waart geweest,
zou mijn broer niet gestorven zijn.”
Toen Jezus haar zag wenen,
en eveneens de Joden, die met haar waren meegekomen,
doorliep Hem een huivering en diep ontroerd
sprak Jezus:
“Waar hebt gij hem neergelegd?”
Zij zeiden Hem:
“Kom en zie, Heer.”
Jezus begon te wenen,
zodat de Joden zeiden:
“Zie eens hoe Hij van hem hield.”
Maar sommigen onder hen zeiden:
“Kon Hij, die de ogen van een blinde opende,
ook niet maken dat deze niet stierf?”
Bij het graf gekomen, overviel Jezus opnieuw een huivering.
Het was een rotsgraf en er lag een steen voor.
Jezus zei:
“Neem de steen weg.”
Marta, de zuster van de gestorvene, zei Hem:
“Hij riekt al, want het is reeds de vierde dag.”
Jezus gaf haar ten antwoord:
“Zei Ik u niet, dat als gij gelooft,
ge Gods heerlijkheid zult zien?”
Toen namen ze de steen weg.
Jezus sloeg de ogen ten hemel en sprak:
“Vader, Ik dank U, dat Gij Mij verhoord hebt.
Ik wist wel, dat Gij Mij altijd verhoort,
maar omwille van het volk rondom Mij,
heb Ik dit gezegd,
opdat zij mogen geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.”
Na deze woorden riep Hij met luide stem:
“Lazarus, kom naar buiten!”
De gestorvene kwam naar buiten,
voeten en handen met zwachtels gebonden
en met een zweetdoek om zijn gezicht.
Jezus beval hun:
“Maakt hem los en laat hem gaan.”
Vele Joden, die naar Maria waren gekomen
en zagen wat Hij gedaan had,
geloofden in Hem.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
Op het einde van de H. Mis iedere zondag in de Veertigdagentijd Attende, Domine, et miserere - totdat de coronacrisis de liturgische orde verstoorde, nu luisteren we!
Het Gregoriaande gezang Attende Domine is voortgekomen uit een Mozarabische litanie uit de 10e eeuw en wordt met name gebeden in de Veertigdagentijd.
Ad te Rex summe, omnium Redemptor,
oculos nostros sublevamus flentes:
exaudi, Christe, supplicantum preces.
Dextera Patris, lapis angularis,
via salutis, ianua caelestis,
ablue nostri maculas delicti.
Rogamus, Deus, tuam maiestatem:
auribus sacris gemitus exaudi:
crimina nostra placidus indulge.
Tibi fatemur crimina admissa:
contrito corde pandimus occulta:
tua Redemptor, pietas ignoscat.
Innocens captus, nec repugnans ductus,
testibus falsis pro impiis damnatus:
quos redemisti, tu conserva, Christe.
Vertaling:
Luister, Heer, en heb medelijden,
want wij hebben tegen U gezondigd.
want wij hebben tegen U gezondigd.
Tot u hoogste Koning, Verlosser van allen,
slaan wij wenend onze ogen op:
verhoor, Christus, de smeekgebeden.
slaan wij wenend onze ogen op:
verhoor, Christus, de smeekgebeden.
Rechterhand van de Vader, hoeksteen,
heilsweg, hemelpoort,
was weg de smetten van onze vergrijpen.
heilsweg, hemelpoort,
was weg de smetten van onze vergrijpen.
God, wij vragen uw majesteit:
hoor met uw heilige oren naar het gezucht:
vergeef genadig onze misdaden.
hoor met uw heilige oren naar het gezucht:
vergeef genadig onze misdaden.
Tegen U hebben wij misdaden begaan,
met berouwvol hart onthullen wij onze geheimen:
Verlosser, moge uw liefde ze negeren.
met berouwvol hart onthullen wij onze geheimen:
Verlosser, moge uw liefde ze negeren.
Onschuldig gevangen, zonder verzet weggevoerd,
veroordeeld door valse getuigen tegenover goddelozen:
bewaar hen, Christus, die Gij verlost hebt.
veroordeeld door valse getuigen tegenover goddelozen:
bewaar hen, Christus, die Gij verlost hebt.
zaterdag 28 maart 2020
vrijdag 27 maart 2020
Reportage uitzending pontificaal lof met zegen met het Allerheiligste Urbi et orbi door Heilige Vader vanavond.
Dit was wereldgeschiedenis. De kracht van het geloof in de praktijk in tekst, muziek en rite, kortom de sacramentaliteit met een toespraak die nog decennia zal worden voorgelezen in de getijden.
Uit de nieuwsbrief Roerkerken Cluster: Maatregelen van de burgerlijk en kerkelijke overheid en hun gevolgen voor de liturgie op de Kerkberg
“De nieuwe maatregelen die het kabinet maandagavond (23 maart j.l.) heeft afgekondigd, hebben ook ingrijpende gevolgen voor de kerk”, aldus het bisdom. “De Nederlandse bisschoppen hebben inmiddels ook nieuwe instructies voor de hele kerk in Nederland uitgevaardigd … Deze komen er in grote lijnen op neer dat tot en met Pinksteren (31 mei) alle publieke vieringen – ook door de week – zijn afgelast. Wij zijn ons zeer bewust van de enorme impact die dit op parochies heeft. Omwille van de volksgezondheid willen wij u echter met nadruk vragen om alle door de burgerlijke en kerkelijke overheid genomen maatregelen in acht te nemen. Het bisdom zal de komende dagen bekijken welke initiatieven er wellicht genomen kunnen worden om parochies te helpen om hun parochianen op afstand toch nabij te kunnen zijn”. Eén van die initiatieven is de verspreiding van deze nieuwbrief van het Roerkerkenclust, aanmelden via
Inmiddels zijn niet alleen de voorbereidingslessen op de Eerste Heilige Communie afgeblazen, maar ook de viering van de Eerste H. Communie zelf in mei. De vraag is wanneer dit feest ingehaald kan worden. Misschien nog dit schooljaar, na 1 juni (tot wanneer de huidige maatregelen van kracht zijn) en voor 11 juli als de zomervakantie begint?
De viering van het patroonsfeest in St. Odiliënberg (HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus) op 8 mei a.s. kan ook geen doorgang vinden. De bisschop was daar al voor uitgenodigd en ook de clusterschola had haar medewerking toegezegd.
Ook de gezongen Vespers ieder zondag om 17.00 uur in de basiliek van St. Odiliënberg worden tot 1 juni a.s. opgeschort.
Wie de nieuwsbrief wil ontvangen kan zich melden bij clustersecretariaat@roerkerken.nl
Paus geeft vandaag zegen Urbi et Orbi wegens coronacrisis
Paus Franciscus zal op vrijdag 27 maart om 18.00 uur bidden op het lege Sint Pietersplein. De paus nodigt alle gelovigen uit zich dan met hem in gebed te verenigen. “We zullen dan luisteren naar het Woord van God. We zullen onze smeekbede laten opstijgen. We zullen het Allerheiligste Sacrament aanbidden, waarmee ik aan het einde de zegening Urbi et Orbi zal verrichten, waaraan de mogelijkheid zal worden verbonden een volle aflaat te verkrijgen.”
Het Urbi et Orbi (‘aan de stad en de wereld’) is een pauselijke zegening van de hoogste rang. Deze zegen wordt gewoonlijk alleen gegeven op Kerstmis, op het Paasfeest en bij de presentatie van een nieuwe paus aan de wereld. Dat de paus dit heeft besloten, geeft aan dat ook hij de huidige crisis als een buitengewoon ernstige toestand beschouwt. Ook bijzonder is dat hij deze zegening zal verrichten met een monstrans met daarin het Allerheiligste
“Op de pandemie van het virus willen we reageren met de universaliteit van gebed, mededogen, tederheid. Laten we eensgezind blijven. Laten we blijk geven van onze verbondenheid met de eenzaamste en meest beproefde mensen; onze nabijheid tot artsen, gezondheidswerkers, verpleegkundigen en verplegers, vrijwilligers; onze nabijheid tot de autoriteiten die harde maatregelen moeten nemen, maar dan wel voor ons eigen bestwil; onze nabijheid tot de politieagenten, tot de soldaten op straat die steeds proberen de orde te bewaren, zodat de dingen worden gedaan die de regering ons vraagt te doen voor het welzijn van ons allemaal; nabijheid tot iedereen”, zei de paus.
donderdag 26 maart 2020
Van de zojuist gevormd facebook-groep Roerdalen Samen BELANGRIJKE OPROEP NOODHOSPITAAL!
Het is de bedoeling dat volgende week op een locatie in Midden-Limburg en een locatie in Noord-Limburg een hotel geopend wordt voor mensen met Corona die te ziek zijn om thuis verzorgd te worden maar niet naar het ziekenhuis hoeven. Voor dit hotel is de Zorggroep op zoek naar mensen met een zorgachtergrond maar vooral met een zorghart die iets willen betekenen. Het gaat naast zorgactiviteiten ook om activiteiten in schoonmaak, receptie, etc.
Indien iemand iets kan en wil betekenen dan graag vóór maandag 09:00 uur maar uiterlijk voor 12:00 contact opnemen met Nicole Mestrom, nicole.mestrom@dezorggroep.nl
Roerkerknieuws in coronatijd - Tijdelijke nieuwsbrief clusterparochies waaronder Parochie Wiro, Plechelmus en Otgerus Aanmeldingsmogelijkheid
Inleiding van de Pastoor Jos L'Ortye (Maria Boodschap)
De eerste uitgave van de tijdelijke nieuwbrief van de Roerstreekparochies in coronatijd. We bevinden ons midden in de coronacrisis. Met man en macht probeert men paal en perk te stellen aan het virus dat inmiddels – ook hier – al heel wat slachtoffers heeft gemaakt. De ene maatregel is nog niet ingedaald, of de volgende moet alweer worden genomen. Niet alleen van overheidswege, maar ook van kerkelijke zijde. Rigoureuze maatregelen, voor sommigen zelfs draconische maatregelen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Van kerkelijke zijde begon het eind februari met wat mildere (hygiënische) maatregelen die tot en met 31 maart van kracht zouden zijn. Op 18 maart kwamen daar strengere maatregelen overheen die tot en met Pasen zouden gelden: geen publieke zondagsvieringen meer. En inmiddels is dat sinds gisteren (24 maart) alweer opgeschaald: ze duren niet alleen langer (namelijk tot en met Pinksteren), maar gaan zelfs nog verder: nu ook geen publieke doordeweekse Missen meer. Een parochieleven zonder de gebruikelijke Missen, zonder de gebruikelijke vieringen zoals doopsel, communie, vormsel, om nog maar te zwijgen van huwelijken en uitvaarten … inderdaad rigoureuze, zelfs draconische maatregelen in onze strijd tegen een onooglijk klein virus dat niet alleen onze economie maar ook ons sociale leven helemaal lam legt. Tot en met Pinksteren: en we hebben nog 2½ week tot Pasen te gaan. En dan nóg de vraag of we de situatie dan al onder controle hebben. Wie weet, God weet! We bidden er in ieder geval voor. Tot en met Pinksteren, dat is nog ver weg, maar tenminste iets. Dan heb je iets om je op te richten. Dat is ook wat we in deze Veertigdagentijd doen, ons voorbereiden op Pasen. En dat feest zal komen, of het nu groots gevierd wordt of ‘in het verborgene’ en alleen nog maar via de moderne media te volgen zal zijn. Pasen wordt het. God heeft de dood en alles wat daarmee te maken heeft overwonnen. En dat willen we weten … en natuurlijk ook vieren. Maar ja … die maatregelen die zelfs de viering van het Paasfeest aan banden legt.
In ieder geval op Maria Boodschap goed nieuws, blijde boodschap. “Zie, Gij zult zwanger worden”, zegt de engel tot Maria, “en een zoon ter wereld brengen en gij moet Hem de naam Jezus geven”. Hij zal met koninklijke waardigheid worden bekleed, inderdaad, maar wel eerst door lijden en kruis heen moeten gaan, voordat Hij met die koninklijke heerlijkheid en macht bekleed zal worden. Maar ook Maria zelf zal er niet aan ontkomen, zo werd niet lang na zijn geboorte voorspeld: niet alleen dat dit kind bestemd (is) tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt”, maar ook dat “Maria’s ziel door een zwaard zal worden doorboord” (Luc.2,34-35).
Vandaag wordt ons over het hoofd van Maria heen heil aangezegd. Vandaag wordt als het ware een stip op de horizon gezet, de dageraad begint al te gloren, de dageraad van het heil. Met de komst van Gods zoon begint Zijn licht door te breken in onze wereld. Dat dat ook het geval mag zijn in de coronacrisis die wij momenteel doormaken. Dat Gods licht ook daarin mag doordringen, zoals het doordringt in de duisternis van lijden en kruis, in de duisternis van de dood. Noch de dood, noch het coronavirus hebben het laatste woord. Vandaag spreekt God zijn Woord, geeft God ons Zijn Woord, een eeuwig Woord dat door de heilige Geest uit de maagd Maria mens wordt.
Wie de nieuwsbrief wil ontvangen kan zich melden bij clustersecretariaat@roerkerken.nl
woensdag 25 maart 2020
Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomadæ IV Quadragesimæ feria V Contemplatio dominicæ passionis. De beschouwing van het lijden des Heren.
Ad Officium
lectionis
Lectio altera
Ex Sermónibus sancti Leónis
Magni papæ
(Sermo 15, De passione Domini, 3-4: PL 54, 366-367)
Tweede lezing
Uit de Preken van de H. Leo
de Grote, paus
(Sermo 15, De passione Domini, 3-4: PL 54, 366-367)
De beschouwing van het lijden des Heren
De ware vereerder van het
lijden des Heren moet zó de Gekruiste Jezus met de ogen van zijn hart
beschouwen, zodat hij het Vlees van de Gekruisigde als zijn eigen vlees ziet.
De aardse mens moet wel
sidderen bij het lijden van zijn Verlosser. Laten zij, die als stervelingen
onder het gewicht van de grafstenen liggen, na de stenen obstakels stuk
geslagen te hebben uit hun graven springen. Laten zij ook nu als tekenen van de
toekomstige verrijzenis verschijnen in de heilige stad, dat wil zeggen in de
Kerk van God. Wat eenmaal in het lichaam te gebeuren staat, moge dat nu in het
hart geschieden.
Aan niemand van de zwakken
wordt de overwinning van het kruis geweigerd; en er is niemand, die niet door
het gebed van Christus wordt geholpen. Als dat gebed voor velen, die tegen Hem
woedden, van voordeel is geweest, hoeveel te meer zal het dan hen helpen, die
zich tot Hem bekeren?
De onwetendheid is
verdwenen, de moeilijkheden zijn overwonnen en dat vlammende zwaard, dat het
land van het leven versperde, is door het heilig Bloed van Christus uitgedoofd.
De duisternis van de vroegere nacht is geweken voor het ware licht.
Het christenvolk wordt
uitgenodigd tot de rijkdommen van het paradijs, en voor alle herborenen is de
terugkeer naar het verloren vaderland toegankelijk gemaakt, als niemand voor
zich die weg door eigen schuld afsluit, die voor het geloof van de goede
moordenaar geopend kon worden.
De bezigheden van het leven
moeten ons niet angstig of hoogmoedig in beslag nemen, zodat wij ons niet met
heel ons hart kunnen toeleggen om door middel van zijn voorbeeld gelijkvormig
te worden aan onze Verlosser. Er is niets wat Hij niet tot ons heil heeft
gedaan of geleden, om te bewerken, dat de kracht die in het Hoofd was ook in
het lichaam aanwezig zou zijn.
Want, om te beginnen met die
opneming van onze natuur in de Godheid, waardoor het Woord is vlees geworden en onder ons heeft gewoond – welke
mens, tenzij de ongelovige, liet Hij geen deel hebben aan zijn barmhartigheid?
En wie heeft geen gemeenschappelijke natuur met Christus, als hij Hem ontvangt,
die deze natuur in zich opnam, en die in die geest is herboren waardoor hij is
voortgekomen? Vervolgens, wie ziet niet in Hem zijn eigen zwakheden? Wie ziet
niet, dat bij Christus het gebruik van voedsel, de rust en de slaap, de kommer
van zijn droefheid, de tranen van zijn meeleven iets was van onze slavennatuur?
Omdat deze natuur van haar
oude wonden moest worden genezen en gezuiverd van de opeenhoping van zonden, is
de Eniggeborene van God ook zó een zoon van mensen geworden, dat Hij niets van
het waarachtig mens-zijn miste, noch de volheid van de Godheid.
Het was dus iets van ons,
dat Hij ontzield in het graf lag, maar ook dat Hij op de derde dag verrees en
tot boven alle hemelen opsteeg om te zitten aan de rechterhand van de majesteit
van zijn Vader: opdat – als wij maar voortgaan op de weg van zijn geboden en er
ons niet voor schamen te erkennen, wat Hij in zijn lichamelijke vernedering
voor ons heil betaald heeft – ook wij verheven mogen worden tot de deelname in
zijn glorie: omdat openlijk in vervulling zal gaan wat Hij voorzegt heeft: Eenieder die Mij belijdt voor de mensen, zal
ook Ik belijden voor mijn Vader, die in de hemelen is.
Paus Franciscus roept op vandaag om 12.00u in gezamenlijkheid het Pater Noster te bidden in antwoord op coronacrisis
Aan het einde van zijn toespraak bij het Angelus-gebed, riep paus Franciscus zondag 22 maart alle christenen op om zich dagelijks te verenigen in gebed, in antwoord op de wereldwijde dreiging van het coronavirus. Heel bijzonder vraagt de paus om woensdag 25 maart, wanneer het hoogfeest van de Aankondiging van de Heer (Maria Boodschap), wordt gevierd, op het middaguur in gezamenlijkheid het Onze Vader te bidden.
Paus Franciscus: “In deze benarde dagen terwijl de mensheid beeft van angst door de dreiging van de pandemie, zou ik willen voorstellen aan alle christenen samen hun stemmen te verheffen naar de hemel. Ik nodig alle Hoofden van de Kerken en de leiders van iedere Christelijke gemeenschap uit, om samen met alle christenen van verschillende confessies, de Almachtige God aan te roepen, om op dezelfde tijd het gebed te bidden dat Jezus, onze Heer, ons geleerd heeft. Daarom, nodig ik iedereen uit om dit verschillende keren per dag te doen, maar allemaal samen het Onze Vader te bidden aanstaande woensdag 25 maart op het middaguur. Moge de Heer op die dag waarop veel christenen de aankondiging van de menswording van het Woord aan de Maagd Maria gedenken, luisteren naar het verenigde gebed van alle leerlingen die zich voorbereiden om de overwinning van de Verrezen Christus te vieren.”
Wij zullen ons hierbij aansluiten en in het Latijn het Onze Vader (Pater Noster) bidden zoals wij dat altijd doen.
maandag 23 maart 2020
Coronavirus in Italy: 50 priests have died - we pray for them - and for the priests in hospitals
Van Aleteia overgenomen:
The number of priests who have died as a result of the coronavirus infection sweeping Italy has reached 50, the Italian newspaper Avvenire reported on Sunday.
The newspaper has received updates from Catholic diocese, parishes family members and parishioners. On Thursday, eights priests died of complications due to COVID-19, and ten more died between Friday and Saturday, it was reported.
The town of Bergamo, in northern Italy has been hit the hardest with at least 20 fallen priests. Seventeen more have been taken to the hospital there, and two are in intensive care, according to the report.
The priests who have died range in age from 45 to 104 years old, and many were in their fifties and sixties, according to an account in Corriere Della Sera.
While public Masses have been suspended, priests in Italy continue to accompany the faithful, as the pandemic ravages the country.
“It is painful to see the priests fall sick,” Enrico Salmi, the bishop of Parma, told the Avvenire.
“Sometimes it happens (to them) out of pastoral zeal. They enter the intensive care unit where, naturally, no one is supposed to go.”
While the clergy in Italy are among the most disproportionally affected — even more than doctors, according to one report — the number of fallen priests reflects the surging number of deaths in the country as a whole. The Italian health ministry reported on March 22 that at least 5,476 people have died due to COVID-109. On Saturday, 793 deaths were reported.
zondag 22 maart 2020
Alle berichten op facebook over bidden ten tijde van coronacrisis VERWIJDERD
Een aantal berichten over bidden tijdens coronacrisis van het klooster die vanaf dit weblog zijn geplaatst, zijn met terugwerkende kracht aangemerkt als spam en onleesbaar gemaakt
Volgens facebook heeft iemand die aangemeld als aanstootgevend. Kennelijk wordt dan klakkeloos tekst verwijderd.
Bezwaar indienen bij facebook schijnt weinig kans te hebben. Op aanraden van derden hebben we inmiddels gisteren toch bezwaar aangetekend en vervolgens niets vernomen, dat schijnt normaal te zijn.
Op facebook wordt nu toch nog geplaatst direct door de zuster die het account heeft, we zullen zien hoe lang dat nog wel kan.
Volgens facebook heeft iemand die aangemeld als aanstootgevend. Kennelijk wordt dan klakkeloos tekst verwijderd.
Bezwaar indienen bij facebook schijnt weinig kans te hebben. Op aanraden van derden hebben we inmiddels gisteren toch bezwaar aangetekend en vervolgens niets vernomen, dat schijnt normaal te zijn.
Op facebook wordt nu toch nog geplaatst direct door de zuster die het account heeft, we zullen zien hoe lang dat nog wel kan.
Wij bidden in deze tijd extra voor het Allerheiligste. Stuur ons Uw coronacrisis-gebedsintenties!
Wij weten dat thuis velen onze on line presentie volgen en meebidden.
Weet dat wij op onze beurt met U meebidden en bidden voor U, voor Uw dierbaren, en voor een spoedig einde van de pandemie.
Aarzel niet om Uw persoonlijke intenties aan ons door te geven via contact@kerkberg.nl
Zie overzicht van coronacrisis-gebedsintenties
Weet dat wij op onze beurt met U meebidden en bidden voor U, voor Uw dierbaren, en voor een spoedig einde van de pandemie.
Aarzel niet om Uw persoonlijke intenties aan ons door te geven via contact@kerkberg.nl
Zie overzicht van coronacrisis-gebedsintenties
Lezingen H. Mis 4e zondag van de Veertigdagentijd, jaar A Hij ging, waste zich en kwam ziende terug.
Eerste lezing: 1 Sam. 16, 1b, 6-7. 10-13a
David wordt gezalfd tot koning over Israël.
Uit het eerste boek Samuël.
In die dagen zei de Heer tot Samuël:
“Vul een hoorn met olie:
Ik zend u naar Isaï, de Betlehemiet,
want één van zijn zonen heb ik voor het koningschap bestemd.”
Toen Samuël daar aankwam, viel zijn blik op Eliab en hij dacht:
Die daar voor de Heer staat is ongetwijfeld zijn gezalfde!
Maar de Heer zei tot Samuël:
“Ga niet af op zijn voorkomen of rijzige gestalte;
hem wil Ik niet.
Want God ziet niet zoals een mens ziet;
een mens kijkt naar het uiterlijk,
maar de Heer naar het hart.”
Zo stelde Isaï zeven van zijn zonen aan Samuël voor,
maar Samuël zei tot Isaï:
“Geen van hen heeft de Heer uitverkoren.”
Daarop vroeg hij aan Isaï:
“Zijn dat al uw jongens?”
Hij antwoordde: “Alleen de jongste ontbreekt; die hoedt de schapen.”
Toen zei Samuël tot Isaï:
“Laat die dan halen, want we gaan niet aan tafel
voordat hij hier is.”
Isaï liet hem dus halen.
De jongen was rossig, had mooie ogen en een prettig voorkomen.
Nu zei de Heer: “Hem moet gij zalven: hij is het.”
Samuël nam dus de hoorn met olie
en zalfde hem te midden van zijn broers.
Sedert die dag
was de geest van de Heer vaardig over David.
Tweede lezing: Ef. 5,8-14
Sta op uit de dood en Christus’ licht zal over u stralen.
Broeders en zusters,
eens waart gij duisternis,
nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer.
Leeft dan ook als kinderen van het licht.
De vrucht van het licht kan alleen maar zijn:
goedheid, gerechtigheid, waarheid.
Tracht te ontdekken wat de Heer behaagt.
Neem geen deel aan duistere en onvruchtbare praktijken,
brengt ze liever aan het licht.
Wat die mensen in het geheim doen
is te schandelijk om ook maar over te spreken.
Alles echter wat aan het licht is gebracht,
komt in het licht tot helderheid.
En alles wat verhelderd wordt,
is zelf ‘licht’ geworden.
Zo zegt ook de hymne:
“Ontwaak, slaper,
sta op uit de dood
en Christus’ licht zal over u stralen.”
Evangelie: Joh. 9, 1-41 of 1. 6-9. 13-17. 34-38
Hij ging, waste zich en kwam ziende terug.
In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man, die blind was
van zijn geboorte af.
Zijn leerlingen vroegen Hem:
“Rabbi, wie heeft gezondigd,
hijzelf of zijn ouders,
dat hij blind geboren werd?”
Jezus antwoordde:
“Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd,
maar de werken Gods moeten in hem openbaar worden.
Wij moeten de werken van Hem, die Mij gezonden heeft,
verrichten zolang het dag is.
Er komt een nacht
en dan kan niemand werken.
Zolang Ik in de wereld ben,
ben Ik het licht der wereld.”
Toen Hij dit gezegd had,
spuwde Hij op de grond,
maakte met het speeksel slijk,
bestreek daarmee de ogen van de man
en zei tot hem:
“Ga u wassen in de vijver van Siloam,”
– dat betekent: gezonden –
Hij ging er naar toe, waste zich
en kwam er ziende vandaan.
Zijn buren nu
en degenen, die hem vroeger hadden zien bedelen, zeiden:
“Is dat niet de man, die zat te bedelen?”
Sommigen zeiden:
“Inderdaad, hij is het.”
Anderen:
“Nee, hij lijkt alleen maar op hem.”
Hijzelf zei:
“Ik ben het.”
Toen vroegen ze hem:
“Hoe zijn dan uw ogen geopend?”
Hij antwoordde:
“De man die Jezus heet, maakte slijk,
bestreek daarmee mijn ogen en zei tot mij:
Ga naar de Siloam en was u.
Ik ben dus gegaan, waste mij en kon zien.”
Ze vroegen hem toen:
“Waar is die man?”
Hij zei:
“Ik weet het niet.”
Men bracht nu de man, die blind geweest was
bij de Farizeeën;
de dag waarop Jezus slijk had gemaakt en zijn ogen geopend,
was namelijk een sabbat.
Ook de Farizeeën vroegen hem dus,
hoe hij het gezicht herkregen had.
Hij zei hun:
“De man die Jezus heet, deed slijk op mijn ogen,
ik waste mij en ik zie.”
Toen zeiden sommige Farizeeën:
“Die man komt niet van God,
want Hij onderhoudt de sabbat niet.”
Anderen zeiden:
“Hoe zou een zondig mens zulke tekenen kunnen doen?”
Zo was er verdeeldheid onder hen.
Zij richtten zich opnieuw tot de blinde en vroegen:
“Wat zegt gijzelf van Hem,
daar Hij u de ogen geopend heeft?”
Hij antwoordde:
“Hij is een profeet.”
De Joden wilden niet van hem aannemen,
dat hij blind was geweest en het gezicht herkregen had,
eer zij de ouders van de genezene hadden laten komen.
Zij stelden hun toen de vraag:
“Is dit uw zoon,
die volgens uw zeggen blind geboren is?
Hoe kan hij dan nu zien?”
Zijn ouders antwoordden:
“Wij weten, dat dit onze zoon is
en dat hij blind is geboren,
maar hoe hij nu zien kan, weten we niet;
of wie zijn ogen geopend heeft,
wij weten het niet.
“Vraagt het hemzelf
hij is oud genoeg
en hij zal zelf zijn woord wel doen.”
Zij ouders zeiden dit, omdat zij bang waren voor de Joden,
want de Joden hadden reeds afgesproken
dat al wie Hem als Messias beleed,
uit de synagoge gebannen zou worden.
Daarom zeiden zijn ouders:
Hij is oud genoeg, vraag het hemzelf.
Voor de tweede maal
riepen de Farizeeën nu de man die blind was geweest bij zich
en zeiden hem:
“Geef eer aan God.
Wij weten dat de man, die Jezus heet, een zondaar is.”
Hij echter antwoordde:
“Of Hij een zondaar is, weet ik niet.
Eén ding weet ik wel:
dat ik blind was en nu zie.”
Daarop vroegen zij hem wederom:
“Wat heeft Hij met u gedaan?
Hoe heeft Hij uw ogen geopend?”
Hij antwoordde:
“Dat heb ik al verteld, maar gij hebt niet geluisterd.
Waarom wilt gij het opnieuw horen?
Wilt ook gij soms leerlingen van Hem worden?”
Toen zeiden zij smalend tot hem:
“Jij bent een leerling van die man,
wij zijn leerlingen van Mozes.
Wij weten dat God tot Mozes gesproken heeft,
maar van deze weten wij niet waar Hij vandaan is.”
De man gaf hun ten antwoord:
“Dit is toch wel wonderlijk,
dat gij niet weet vanwaar Hij is;
en Hij heeft mij nog wel de ogen geopend.
Wij weten dat God niet naar zondaars luistert,
maar als iemand godvrezend is en zijn wil doet,
dan luistert Hij naar zo iemand.
Nooit in der eeuwigheid heeft men gehoord,
dat iemand de ogen van een blindgeborene heeft geopend.
Als deze man niet van God kwam,
had Hij zo iets nooit kunnen doen.”
Zij voegden hem toe:
“In zonden ben je geboren,
zo groot als je bent,
en jij wilt ons de les lezen?”
Toen wierpen zij hem buiten.
Jezus vernam dat men hem buitengeworpen had
en toen Hij hem aantrof, zei Hij:
“Gelooft ge in de Mensenzoon?”
Hij antwoordde:
“Wie is dat Heer?
Dan zal ik in Hem geloven.”
Jezus zei hem:
“Gij ziet Hem,
het is Degene die met u spreekt.”
Toen zei Hij:
“Ik geloof, Heer.”
En hij wierp zich voor Hem neer.
En Jezus sprak:
“Tot een oordeel ben ik in deze wereld gekomen,
opdat de niet-zienden zouden zien
en de zienden blind worden.”
Enkele Farizeeën die bij Hem stonden,
hoorden dit en zeiden tot Hem:
“Zij wij soms ook blind?”
Jezus antwoordde:
“Als gij blind waart, zoudt gij geen zonde hebben,
maar nu gij zegt: wij zien,
blijft uw zonde.”
David wordt gezalfd tot koning over Israël.
Uit het eerste boek Samuël.
In die dagen zei de Heer tot Samuël:
“Vul een hoorn met olie:
Ik zend u naar Isaï, de Betlehemiet,
want één van zijn zonen heb ik voor het koningschap bestemd.”
Toen Samuël daar aankwam, viel zijn blik op Eliab en hij dacht:
Die daar voor de Heer staat is ongetwijfeld zijn gezalfde!
Maar de Heer zei tot Samuël:
“Ga niet af op zijn voorkomen of rijzige gestalte;
hem wil Ik niet.
Want God ziet niet zoals een mens ziet;
een mens kijkt naar het uiterlijk,
maar de Heer naar het hart.”
Zo stelde Isaï zeven van zijn zonen aan Samuël voor,
maar Samuël zei tot Isaï:
“Geen van hen heeft de Heer uitverkoren.”
Daarop vroeg hij aan Isaï:
“Zijn dat al uw jongens?”
Hij antwoordde: “Alleen de jongste ontbreekt; die hoedt de schapen.”
Toen zei Samuël tot Isaï:
“Laat die dan halen, want we gaan niet aan tafel
voordat hij hier is.”
Isaï liet hem dus halen.
De jongen was rossig, had mooie ogen en een prettig voorkomen.
Nu zei de Heer: “Hem moet gij zalven: hij is het.”
Samuël nam dus de hoorn met olie
en zalfde hem te midden van zijn broers.
Sedert die dag
was de geest van de Heer vaardig over David.
Tweede lezing: Ef. 5,8-14
Sta op uit de dood en Christus’ licht zal over u stralen.
Broeders en zusters,
eens waart gij duisternis,
nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer.
Leeft dan ook als kinderen van het licht.
De vrucht van het licht kan alleen maar zijn:
goedheid, gerechtigheid, waarheid.
Tracht te ontdekken wat de Heer behaagt.
Neem geen deel aan duistere en onvruchtbare praktijken,
brengt ze liever aan het licht.
Wat die mensen in het geheim doen
is te schandelijk om ook maar over te spreken.
Alles echter wat aan het licht is gebracht,
komt in het licht tot helderheid.
En alles wat verhelderd wordt,
is zelf ‘licht’ geworden.
Zo zegt ook de hymne:
“Ontwaak, slaper,
sta op uit de dood
en Christus’ licht zal over u stralen.”
Evangelie: Joh. 9, 1-41 of 1. 6-9. 13-17. 34-38
Hij ging, waste zich en kwam ziende terug.
In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man, die blind was
van zijn geboorte af.
Zijn leerlingen vroegen Hem:
“Rabbi, wie heeft gezondigd,
hijzelf of zijn ouders,
dat hij blind geboren werd?”
Jezus antwoordde:
“Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd,
maar de werken Gods moeten in hem openbaar worden.
Wij moeten de werken van Hem, die Mij gezonden heeft,
verrichten zolang het dag is.
Er komt een nacht
en dan kan niemand werken.
Zolang Ik in de wereld ben,
ben Ik het licht der wereld.”
Toen Hij dit gezegd had,
spuwde Hij op de grond,
maakte met het speeksel slijk,
bestreek daarmee de ogen van de man
en zei tot hem:
“Ga u wassen in de vijver van Siloam,”
– dat betekent: gezonden –
Hij ging er naar toe, waste zich
en kwam er ziende vandaan.
Zijn buren nu
en degenen, die hem vroeger hadden zien bedelen, zeiden:
“Is dat niet de man, die zat te bedelen?”
Sommigen zeiden:
“Inderdaad, hij is het.”
Anderen:
“Nee, hij lijkt alleen maar op hem.”
Hijzelf zei:
“Ik ben het.”
Toen vroegen ze hem:
“Hoe zijn dan uw ogen geopend?”
Hij antwoordde:
“De man die Jezus heet, maakte slijk,
bestreek daarmee mijn ogen en zei tot mij:
Ga naar de Siloam en was u.
Ik ben dus gegaan, waste mij en kon zien.”
Ze vroegen hem toen:
“Waar is die man?”
Hij zei:
“Ik weet het niet.”
Men bracht nu de man, die blind geweest was
bij de Farizeeën;
de dag waarop Jezus slijk had gemaakt en zijn ogen geopend,
was namelijk een sabbat.
Ook de Farizeeën vroegen hem dus,
hoe hij het gezicht herkregen had.
Hij zei hun:
“De man die Jezus heet, deed slijk op mijn ogen,
ik waste mij en ik zie.”
Toen zeiden sommige Farizeeën:
“Die man komt niet van God,
want Hij onderhoudt de sabbat niet.”
Anderen zeiden:
“Hoe zou een zondig mens zulke tekenen kunnen doen?”
Zo was er verdeeldheid onder hen.
Zij richtten zich opnieuw tot de blinde en vroegen:
“Wat zegt gijzelf van Hem,
daar Hij u de ogen geopend heeft?”
Hij antwoordde:
“Hij is een profeet.”
De Joden wilden niet van hem aannemen,
dat hij blind was geweest en het gezicht herkregen had,
eer zij de ouders van de genezene hadden laten komen.
Zij stelden hun toen de vraag:
“Is dit uw zoon,
die volgens uw zeggen blind geboren is?
Hoe kan hij dan nu zien?”
Zijn ouders antwoordden:
“Wij weten, dat dit onze zoon is
en dat hij blind is geboren,
maar hoe hij nu zien kan, weten we niet;
of wie zijn ogen geopend heeft,
wij weten het niet.
“Vraagt het hemzelf
hij is oud genoeg
en hij zal zelf zijn woord wel doen.”
Zij ouders zeiden dit, omdat zij bang waren voor de Joden,
want de Joden hadden reeds afgesproken
dat al wie Hem als Messias beleed,
uit de synagoge gebannen zou worden.
Daarom zeiden zijn ouders:
Hij is oud genoeg, vraag het hemzelf.
Voor de tweede maal
riepen de Farizeeën nu de man die blind was geweest bij zich
en zeiden hem:
“Geef eer aan God.
Wij weten dat de man, die Jezus heet, een zondaar is.”
Hij echter antwoordde:
“Of Hij een zondaar is, weet ik niet.
Eén ding weet ik wel:
dat ik blind was en nu zie.”
Daarop vroegen zij hem wederom:
“Wat heeft Hij met u gedaan?
Hoe heeft Hij uw ogen geopend?”
Hij antwoordde:
“Dat heb ik al verteld, maar gij hebt niet geluisterd.
Waarom wilt gij het opnieuw horen?
Wilt ook gij soms leerlingen van Hem worden?”
Toen zeiden zij smalend tot hem:
“Jij bent een leerling van die man,
wij zijn leerlingen van Mozes.
Wij weten dat God tot Mozes gesproken heeft,
maar van deze weten wij niet waar Hij vandaan is.”
De man gaf hun ten antwoord:
“Dit is toch wel wonderlijk,
dat gij niet weet vanwaar Hij is;
en Hij heeft mij nog wel de ogen geopend.
Wij weten dat God niet naar zondaars luistert,
maar als iemand godvrezend is en zijn wil doet,
dan luistert Hij naar zo iemand.
Nooit in der eeuwigheid heeft men gehoord,
dat iemand de ogen van een blindgeborene heeft geopend.
Als deze man niet van God kwam,
had Hij zo iets nooit kunnen doen.”
Zij voegden hem toe:
“In zonden ben je geboren,
zo groot als je bent,
en jij wilt ons de les lezen?”
Toen wierpen zij hem buiten.
Jezus vernam dat men hem buitengeworpen had
en toen Hij hem aantrof, zei Hij:
“Gelooft ge in de Mensenzoon?”
Hij antwoordde:
“Wie is dat Heer?
Dan zal ik in Hem geloven.”
Jezus zei hem:
“Gij ziet Hem,
het is Degene die met u spreekt.”
Toen zei Hij:
“Ik geloof, Heer.”
En hij wierp zich voor Hem neer.
En Jezus sprak:
“Tot een oordeel ben ik in deze wereld gekomen,
opdat de niet-zienden zouden zien
en de zienden blind worden.”
Enkele Farizeeën die bij Hem stonden,
hoorden dit en zeiden tot Hem:
“Zij wij soms ook blind?”
Jezus antwoordde:
“Als gij blind waart, zoudt gij geen zonde hebben,
maar nu gij zegt: wij zien,
blijft uw zonde.”
Abonneren op:
Posts (Atom)