Ziende door het licht van het geloof
De H. Odilia is een heilige bij wie de Adventssymboliek van licht en duisternis aansluit. Zij werd namelijk blind geboren en bij haar doopsel werd zij op miraculeuze wijze ziende: met het licht van het geloof ontving zij het licht in de ogen en in haar geest.
Odilia werd rond 660 geboren als dochter van hertog Etticho I woonachtig in de Elzas. Volgens de legende was haar vader in het geheel niet blij met zijn dochter. Hij had liever een zoon gehad en bovendien was zij blind. Hij verstootte haar. Haar moeder Bereswind echter vertrouwde haar toe aan een toegewijde dienares, die het kind verzorgde alsof het haar eigen kind was. Bereswind zond haar na een jaar naar het klooster Baume des Dames (Palma) bij Besançon. Hier ontving ze op 12-jarige leeftijd uit handen van bisschop Erhard van Regensburg († ca 700, feest 8 januari) het doopsel. Op miraculeuze wijze kon ze hetzelfde moment weer zien, aldus haar biograaf.
Haar vader zou haar jarenlang dwars blijven zitten. Toen hij stervende was, wilde hij zich echter met zijn vrome dochter verzoenen. Hij schonk haar Hohenburg, waar zij rond 690 het klooster Hohenburg ('Sainte-Odile') in de Elzas stichtte, en omstreeks 707 ook nog Niedermünster aan de voet van de berg. Het werd juist hier gebouwd om pelgrims de moeizame tocht naar boven te besparen. Zij stelde haar nicht Sint Gundelindis (of Gwendolina) aan als abdis († ca 750, feest 28 maart).
Ca 720 stierf Odilia. Een legende vertelt dat de stervende abdis haar zusters naar de kloosterkerk stuurde voor het Officie. Toen zij terugkwamen, vonden ze haar dood, zonder de laatste sacramenten. De zusters waren daar volkomen van in de war. Door hun gebed werd ze echter weer levend. Verbaasd vroeg Odilia waar zij zich zo druk om maakten. Ze zei dat Sint Lucia bij haar was geweest. Daarna, liet zij een priester komen van wie zij de H. Communie ontving en stierf opnieuw.
Zij werd begraven in Mont Sainte-Odile (dit is de latere benaming voor Hohenburg) en opgevolgd door Sint Eugenia († ca 735, feest 16 september). Door de eeuwen heen is het klooster geplunderd, verwoest en meer dan eens van eigenaar gewisseld. Niettemin rust haar gebeente nog steeds in een stenen sarcofaag in de crypte.
Odilia werd (wordt) aangeroepen bij oog-, oor-, en hoofdkwalen. Paus Pius VII riep haar in 1807 uit tot patrones van de Elzas.
Oud-Duits bedevaartsgebed tot de H. Odilia
Heilige Odilia,
bid voor ons.
Geliefde dochter van de Vader des Lichts,
bid voor ons.
U hebt geneeskrachtig water uit de rots geslagen,
smeek voor ons om genezing en dorst naar inzicht en waarheid.
Heilige Odilia,
geef ons de helderheid van het innerlijke en uiterlijke licht,
U, licht van de liefde Gods,
U, bron van troost,
U, helderheid van de ogen,
U, stralende ster!
Kroniek verering van H. Odilia van Mont Sainte-Odile in Sint-Odiliënberg, Nederland
en in de Orde van het H. Graf
1297 Eerste - tot nu toe bekende - oorkonde met de aanduiding Mons Odiliæ voor de vroegere gangbare plaatsnaam Berg(h), Petrusberg, Sint Pietersberg en tevens voor de nog in de 13e eeuw en later gebruikte naam Odelenberg/Oedelenberg/Udelenberg met hun variaties.
1437, 7 september
In de acte waarin Melchior van Ringelstein, Proost van Denkendorf, de overdracht aan de Heilige Graforde van de berg en de collegiale kerk alhier aanvaardt, is voor het eerst sprake van Mons Sanctae Odiliæ.
15e eeuw, 2e helft
In het Antiphonarium van de hier op de berg wonende Kanunniken van het Heilig Graf staat op folio 286 – tussen het feest van Maria Onbevlekte Ontvangenis (8 december) en dat van de H. Lucia (13 december) – ingevoegd het (feest van) Sancte Odilie Virginis semiduplex.
16e eeuw
In een manuscript van het vrouwenklooster Jeruzalem van de Heilig Graforde te Sint Truiden is op 13 december het feest van Odilia genoteerd. Het handschrift bevat bovendien het levensverhaal van Odilia van de Elzas, dat geregeld in het kapittel werd voorgelezen.
1686
In de berichten over de Kerkwijding in mei 1686, waarbij de relieken van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus plechtig vanuit Roermond naar Sint Odiliënberg worden teruggebracht en deze drie tevens tot Kerkpatronen worden verheven, wordt gemeld dat het altaar mede aan Odilia wordt gewijd. De bisschop van Roermond, Reginaldus Cools o.p., schenkt de kerk tevens een relikwie van de H. Odilia, maagd en martelares. (H. Odilia van Keulen) Vanaf dit moment wordt de verering van de beide Odilia’s verstrengeld. Tijdens dit Kerkwijdingsfeest wordt een blind meisje genezen.
1704, 24 mei
Paus Clemens XI verleent aan de bezoekers der kerk van Sint-Odiliënberg voor een periode van zeven jaar een volle aflaat op de feestdag van de H. Odilia of op een andere dag van het jaar.