Traditiegetrouw
vieren we in Sint Odiliënberg op de derde zondag van juli het Sint Odiliafeest,
dit jaar dus op zondag 16 juli. Die dag is er de gebruikelijke hoogmis om 9.30
uur, met aansluitend de gelegenheid tot het vereren van de relieken. ’s Middags
om 15.00 uur staat het Odilialof op het programma, met zegening van het Odiliawater
en ook weer de gelegenheid tot relikwieverering. Om 17.00 uur zullen de
Latijnse vespers worden gezongen. Dat heeft evenwel niet zozeer met het Sint
Odiliafeest te maken, als wel met het gegeven dat dat sinds kort iedere zondag
het geval is.
De derde zondag van
juli is gekoppeld aan de feestdag van de H. Odilia van Keulen (18 juli), een
van de gezellen van de H. Ursula die omstreeks 453 in Keulen de marteldood
stierven. Dit ter onderscheiding van de andere H. Odilia (13 december), abdis
van Hohenburg (Elzas), naar wie na haar dood rond 720 ook het klooster zou
worden genoemd (Mont Ste. Odile oftewel Sint Odiliënberg). Van beide heiligen
hebben we een afbeelding in de kerk, van eerstgenoemde een beeld, van
laatstgenoemde een glas-in-loodraam. Ze zijn wel te onderscheiden, maar worden
desalniettemin allebei tegen oogkwalen aangeroepen.
De relieken die we
op het Sint Odiliafeest kunnen en mogen vereren betreffen die uit Keulen. Die
relieken van HH. Ursula en gezellen raakten in de middeleeuwen over heel Europa
verspreid. Er kwamen er ook in Roermond terecht. Vier jaar geleden werden
achter een muurtje in de Munsterkerk aldaar ruim vijftig schedels en twee
complete geraamtes gevonden, waarvan vermoed werd en wordt dat het om de
overblijfselen van deze heiligen gaat.
Reliekenverering is
terug te voeren op het vroegchristelijke gebruik om de Eucharistie op of bij de
graven van de martelaren (bijvoorbeeld in de catacomben) te vieren. Toen in
latere tijden op of nabij die graven kerken werden gebouwd, ontstond de
gewoonten om relieken in het altaar te plaatsen, een gebruik dat in onze Kerk
tot op de dag van vandaag in ere wordt gehouden (vgl. in Berg de plaats van het
reliekschrijn in het altaar). Ook kent onze kerk van oudsher het gebruik om de feestdag
van de desbetreffende heilige zijn/haar relieken te tonen en/of ter verering aan
te bieden. Dan komt men naar voren om de reliek (gevat in een ‘theca’ of
reliekhouder) te kussen. Als het om belangrijke relieken gaat (zoals in Aken,
Maastricht en Susteren) wordt ook wel een zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart
gehouden, een meerdaags ‘religieus evenement’ waarin de betekenis van relieken
voor ons leven op allerlei manieren wordt uitgebeeld.
Jos L’Ortye, pastoor
(“Roerecho”,
donderdag 13 juli 2017, jaargang 51, nummer 28)