Maria op zaterdag
Uit een preek van de zalige Aelred, abt van Rievaulx († 1167)
Maria, onze moeder.
Laten wij naderen tot Christus’ bruid, naderen tot zijn moeder en tot zijn trouwe dienstmaagd. Dit alles is de heilige Maria.
Maar wat kunnen wij voor haar doen? Welke gaven kunnen wij haar aanbieden? Konden wij haar tenminste geven, wat wij haar rechtens verschuldigd zijn. Wij zijn haar eer verschuldigd, wij zijn haar dienstbetoon verschuldigd, wij zijn haar liefde verschuldigd, wij zijn haar lof verschuldigd. Wij zijn haar eer verschuldigd, omdat zij de moeder is van onze Heer. Want wie de moeder niet eert, eert ongetwijfeld ook de zoon niet. Zo staat het ook in de Schrift: ‘Eert uw vader en uw moeder’ (Ex. 20, 12).
Wat zullen we dan zeggen? Is Maria niet onze moeder? Zeker, zij is waarlijk onze moeder. Door haar toedoen zijn wij immers geboren, niet voor de wereld, maar voor God.
Wij waren allen, zoals gij gelooft en weet, overgeleverd aan dood en verwording en leefden in duisternis en ellende. Wij waren overgeleverd aan de dood, omdat wij de Heer verloren hadden, gedoemd tot verwording, omdat wij aan het bederf onderhevig waren; wij leefden in duisternis, omdat wij verstoken waren van het licht der wijsheid. Zo was onze ondergang volkomen.
Maar dank zij de heilige Maria zijn wij op veel betere wijze geboren dan door toedoen van Eva, want Christus is uit haar geboren. Onze verwording maakte plaats voor vernieuwing; in plaats van bederf kwam onbederfelijkheid, in plaats van duisternis licht.
Zij is onze moeder, de moeder door wie wij onze onbederfelijkheid en ons licht hebben gekregen. De apostel zegt van onze Heer: ‘Hij is van Godswege onze wijsheid geworden, onze gerechtigheid, heiliging en verlossing’ (1 Kor. 1, 30).
Zij die de moeder is van Christus, is dus de moeder van onze wijsheid, de moeder van onze gerechtigheid, de moeder van onze heiliging, de moeder van onze verlossing. In die zin is zij méér onze moeder dan onze aardse moeder het is. Aan haar danken wij een betere geboorte, omdat uit haar degene is voortgekomen, die onze heiligheid en wijsheid, onze gerechtigheid, heiliging en verlossing is.
‘Looft de Heer in zijn heiligen’ (Ps. 150, 1 Vulg.), zegt de Schrift. Als onze Heer lofwaardig is in die heiligen door wie Hij machtige daden en wonderen verricht, hoeveel te meer is Hij dan lofwaardig in Maria in wie Hij het wonder van zijn menswording heeft verricht, Hij die meer dan alle wonderen wonderbaar is!