H. Thomas van Aquino - De weg om tot het ware leven te komen
Die weg is Christus zelf,
en daarom zegt Hij ook: “Ik ben de Weg.”
Dat is begrijpelijk genoeg, want door Hem
hebben wij toegang tot de Vader.
Maar omdat die weg niet
veraf ligt van het eindpunt, maar ermee verbonden is, voegt Hij eraan toe: de Waarheid en het Leven; en zo is Hij
tegelijk én Weg én doel. Hij is de Weg volgens zijn Mensheid, einddoel volgens
zijn Godheid. Zo kan Hij dus zeggen naar zijn Mensheid: Ik ben de Weg, en naar zijn Godheid eraan toevoegen: de Waarheid en het Leven. Door deze twee
termen wordt het einddoel van dat leven op juiste wijze aangeduid.
Want het eindpunt van deze
weg is het doel van het menselijk verlangen. De mens toch verlangt vooral twee
zaken: op de eerste plaats kennis van de waarheid, die hem als mens eigen is;
op de tweede plaats de voortzetting van zichzelf, wat eigen is aan alle wezens.
Christus echter is de Weg om tot de kennis van de waarheid te komen omdat Hij
immers Zelf de Waarheid is: Geleid mij, Heer,
in de waarheid en wandelen zal ik op uw weg. Christus ook is de weg om tot
het leven te komen, omdat Hij toch Zelf het Leven is: Gij hebt mij de wegen naar het leven leren kennen.
En zo heeft Hij het einde
van de weg aangeduid door de waarheid en het leven: beide zijn hierboven al op
Christus toegepast. Eerst werd gezegd, dat Hij het Leven is: vandaar wordt er
gezegd: in Hem was het Leven, daarna is
gezegd, dat Hij de Waarheid is omdat Hij het Licht der mensen was: het licht
toch betekent waarheid.
Als ge dus zoekt langs
welke weg ge moet gaan, neem dan Christus aan, want Hij is de Weg: Dit is de weg; bewandel die. En
Augustinus zegt: Ga uw weg langs de Mens,
en ge zult tot God komen. Want beter is het op de weg te hinken dan naast
de weg flink te wandelen. Want die op de weg hinkt, ook al vordert hij weinig,
komt bij het einde aan; maar wie naast de weg loopt zal, hoe steviger hij ook
doorloopt, des te meer van het einddoel afdwalen.
Als ge echter zoekt,
waarheen ge gaat, houd u dan aan Christus, omdat Hij de Waarheid is, waartoe
wij verlangen te komen: Mijn gehemelte
zal de waarheid overwegen. Als ge een plaats zoekt om er te blijven, hecht
u dan aan Christus, want Hij is het Leven: Wie
Mij zal vinden, zal het Leven vinden en redding verkrijgen van de Heer.
Daarom, hecht u aan
Christus, als ge veilig wilt zijn; want ge kunt niet afdwalen, omdat Hij de Weg
is. Van daar dat zij die Hem aanhangen, niet buiten de weg wandelen maar langs de
juiste weg. Ook kan Hij niet misleid worden, want Hij is de Waarheid en leert
ook alle waarheid: Hij zegt immers: Hiertoe
ben Ik geboren en hiertoe ben Ik gekomen, om getuigenis af te leggen van de
waarheid. Ook kan hij niet verontrust worden, want Hij is het Leven en
geeft het leven, zoals Hij zegt: Ik ben
gekomen, opdat zij het leven zouden hebben en wel in overvloed.