Eerste lezing (Jes. 49,14-15)
Uit de profeet Jesaja.
Sion zegt:
“De Heer heeft mij verlaten,
mijn God heeft mij vergeten.”
De Heer antwoordt:
“Kan een vrouw haar zuigeling vergeten?
Zou een moeder zich niet meer ontfermen
over het kind van haar schoot?
En ook al zou een moeder haar kind vergeten,
neen, Ik vergeet u nooit!”
Tweede lezing (1 Kor. 4,1-5)
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters,
men moet ons beschouwen als helpers van Christus,
belast met het beheer van Gods geheimen.
Welnu, van een beheerder wordt geëist,
dat hij betrouwbaar blijkt.
Mij is echter heel weinig gelegen aan uw oordeel
of van enige menselijke instantie.
Ik oordeel niet eens over mijzelf.
Want al ben ik mij van niets bewust,
daarom ga ik nog niet vrijuit.
De Heer is het die over mij oordeelt.
Oordeelt dus niet voorbarig, voordat de Heer gekomen is.
Hij zal wat in het duister verborgen is,
aan het licht brengen,
en openbaar maken
wat er in de harten omgaat.
Dan zal ieder van God lof ontvangen die hem toekomt.
Evangelie (Mt. 6,24-34)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Niemand kan twee heren dienen:
Hij zal de een haten en de ander liefhebben,
ofwel de een aanhangen en de ander verachten.
Gij kunt niet God dienen én de mammon.
Daarom zeg Ik u:
Weest niet bezorgd voor uw leven,
wat ge zult eten en wat ge zult drinken,
en ook niet voor uw lichaam,
wat ge zult aantrekken.
Is het leven niet méér dan het voedsel
en is het lichaam niet meer dan de kleding?
Let eens op de vogels in de lucht:
ze zaaien niet en maaien niet
en verzamelen niet in schuren,
maar uw hemelse Vader voedt ze.
Zijt gij dan niet veel meer dan zij?
Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben
aan zijn levensweg één el toe te voegen?
En wat maakt gij u zorgen over kleding?
Kijk naar de leliën in het veld:
hoe ze groeien.
Ze arbeiden noch spinnen.
Toch zeg Ik u:
Zelfs Salomo in al zijn pracht
was niet gekleed als een van hen.
Als God nu het veldgewas,
dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen,
zó kleedt,
hoeveel te meer dan u, kleingelovigen?
Maakt u dus geen zorgen over de vraag.
Wat zullen wij eten, en wat zullen wij drinken,
of wat zullen wij aantrekken?
Want dat alles jagen de heidenen na.
Uw hemelse Vader weet wel
dat gij al deze dingen nodig hebt.
Maar zoekt eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid;
dan zal dat alles u erbij gegeven worden.
Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen,
want de dag van morgen zorgt voor zichzelf.
Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.”