woensdag 13 mei 2020

Getijdengebed 13 mei 2015: Beatæ Mariæ Virginis de Fatima Onze Lieve Vrouw van Fatima


Uit het Getijdengebed van 13 mei 2015:
Beatæ Mariæ Virginis de Fatima
Onze Lieve Vrouw van Fatima

Inleiding
Van 13 mei tot 13 oktober 1917 verscheen de Moeder Gods in het Portugese Fatima aan drie kinderen: Lucia, Francesco en Jacinta. Aan deze verschijningen gingen drie verschijningen van een engel in de lente van 1916 vooraf. Maria spoorde hen telkens aan de Rozenkrans te bidden en eerherstel te brengen voor de beledigingen die haar Onbevlekt Hart moet ondergaan. Op 13 oktober vond een wonder plaats, dat door duizenden mensen werd gadegeslagen en dat door Onze Lieve Vrouw was aangekondigd, opdat de wereld de waarachtigheid van deze verschijningen zou begrijpen: de zon begon als een vurige schijf rond zichzelf te draaien en leek op een rad van vuur. Het verschijnsel duurde ongeveer tien minuten.
Maria vroeg om de wereld aan haar Onbevlekt Hart toe te wijden. Deze toewijding werd, op verzoek van het Portugese bisschoppencollege, plechtig door Pius XII verwezenlijkt op 31 oktober 1942 en door Johannes-Paulus II hernieuwd.
Tweede lezing
Uit de preken van de heilige Efraem de Syriër, diaken
 (Sermo 3 de diversis: Opera omnia, III syr. et lat., Romae 1743, 607)
Hem die de gehele wereld niet bevatten kan, wordt door Maria alleen omvat
Maria is voor ons de hemel geworden. Want zij draagt de goddelijkheid van Christus die Hij, vanaf het moment dat Hij de heerlijkheid van de Vader verliet, binnen de kleine begrenzingen van haar moederschoot heeft ingesloten, om de mensen te verheffen tot een hogere waardigheid. Haar alleen heeft Hij uit de hele schare van maagden uitverkoren om het instrument te worden van ons heil.
In haar vonden de voorspellingen van alle rechtvaardigen en profeten hun einde. Uit haar kwam die meest stralende ster voort, onder wier leiding het volk, dat in duisternis wandelde, een groot licht heeft gezien.
Maria kan op zeer passende wijze met verschillende namen worden genoemd. Zij is immers de tempel van de Zoon van God, die op een volledig andere wijze uit haar naar buiten trad dan Hij bij haar was binnengetreden; was Hij haar moederschoot immers zonder lichaam binnengegaan, in een lichaam gehuld trad Hij naar buiten.
Zij is de nieuwe, mystieke hemel, die de Koning der koningen heeft bewoond als zijn verblijfplaats, en van waaruit Hij op aarde kwam, een aardse gedaante en gelijkenis dragend.
Zij is de wijnstok die een vrucht van aangename geur voortbrengt, een vrucht die haar gelijkenis moest ontlenen aan de boom, daar zij uit zichzelf zoveel van de natuur van die boom verschilt.
Zij is de bron die opwelt uit het huis van de Heer, waaruit voor dorstigen stromen van levend water vloeien. Proeft iemand van dit water - al is het maar met de rand van zijn lippen - dan krijgt hij in eeuwigheid geen dorst.
Hij dwaalt, geliefden, die meent dat de dag van Maria’s verlossing vergeleken kan worden met een andere dag in de schepping. In het begin is immers de aarde geschapen, maar door haar is de aarde vernieuwd. In het begin is de aarde vanwege de zonde van Adam vervloekt in haar werk, door Maria echter werden de vrede en de rust aan de aarde teruggegeven. In het begin ging door de misdaad van onze eerste ouders de dood over op alle mensen, nu zijn wij echter overgebracht van de dood naar het leven. In het begin stopte de slang Eva’s oren dicht met haar gif en vervolgens verspreidde zij het gif over het gehele lichaam, vandaag vangt Maria met haar oren de stem op van Hem die het eeuwig geluk verzekert. Wat het instrument voor de dood is geweest, is tegelijk het instrument voor het leven gebleken.
Hij, die zetelt boven de Cherubijnen, zie: Hij wordt nu ondersteund door de armen van een vrouw; Hem die de hele wereld niet bevatten kan, Hij wordt nu omvat door de armen van alleen Maria; Hij die door Tronen en Heerschappijen wordt gevreesd, wordt gekoesterd door een meisje; Hij, wiens verblijf in de eeuwen der eeuwen vast staat, zie: Hij zit neer op de knieën van een maagd; Hij voor wie de aarde een voetbank is voor zijn voeten, laat in diezelfde aarde het voetspoor van een kind na.
Responsorium
R/. Het hart van de Maagd bleef ongerept: bij het bericht van de engel ontving zij het goddelijke geheim; toen nam zij op in haar zuivere schoot, de schoonste onder de kinderen der mensen * en gaf zij die in eeuwigheid gezegend is, ons de mensgeworden God.
V/. De verblijfplaats van haar zuivere schoot werd terstond Gods tempel: door toedoen van een woord ontving de ongeschonden Maagd de Zoon.
* En gaf zij die in eeuwigheid gezegend is, ons de mensgeworden God.
Afsluitend gebed

God, Gij die de Moeder van uw Zoon ook hebt aangesteld tot onze Moeder, verleen ons dat wij in boetvaardigheid en gebed volharden voor het heil van de wereld en zo in staat mogen zijn van dag tot dag het rijk van Christus met meer daadkracht te doen groeien. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen.
Amen.