woensdag 28 februari 2018

Zo arriveerde verleden jaar onze postulant


Op zondag 18 maart aanstaande neemt de Priorij Thabor deel aan de Geluksdag 2018 van de gemeente Roerdalen

Op de Kerkberg en in het klooster worden rondleidingen gehouden. Melden bij de poort op de Kerkberg om 15.15 uur. Nader bericht volgt.

Interview met kardinaal Sarah in Tertio "God wil dat we heilig worden"

"“De broosheid van het leven, de tragedies en het lijden beletten niet dat er zwart en wit bestaat. Er is dag en nacht, hemel en aarde, goed en kwaad, man en vrouw, zieken en gezonden. We moeten niet alles afzwakken en relativeren omdat er lijden en tragedies bestaan. God heeft immense ambities met ons. Hij wil ons niet laten steken in de modder. God wil dat we heilig worden. Al tweeduizend jaar brengen christenen daartoe enorme offers. De radicaliteit van het evangelie is geen rigorisme, geen rigiditeit. Het is onze roeping: allen zijn geroepen tot heiligheid.”
“Dieu ou rien; ik neem niets terug van die titel die goed weergeeft dat de mens altijd voor de keuze staat, een alternatief waarvan zijn eeuwige bestemming afhangt. Dat geldt zelfs nog meer in onze tijd, want het is niet alleen een keuze voor elk individu afzonderlijk, maar ook voor de toekomst van de hele mensheid. Sinds de Tweede Wereldoorlog en de twee atoombommen weten we dat ze sterfelijk is. Ze kan de nucleaire vernietiging over zichzelf uitroepen. Iets gelijkaardigs is het misprijzen van de natuur en het uitputten van de natuurlijke rijkdommen. Zelfde resultaat: vernedering, perversie en zelfdestructie. Ja, God of niets, dat is het alternatief. Ik geef toe, radicaal, maar eigenlijk is het een kreet van verdriet, de kreet van een zielzorger tegenover de hardvochtigheid van onze tijdgenoten. Het is niet anders dan een echo van Gods jammerklacht die als rode draad door de Bijbel loopt tot het Lam Gods alle lijden op zich neemt.  ‘Keer terug, Israël, naar de Heer uw God. Door je eigen wandaden ben je ten val gekomen’, klaagt God volgens de profeet Hosea (14, 1). Of in het boek Joël:  ‘Scheur uw hart en niet uw kleren, en keer terug tot de Heer uw God want Hij is genadig en barmhartig voor wie berouw toont’  (2, 13). Ja, wij hebben een keuze te maken: of God, of onze zelfvernietiging.”
Zie ook Tertio

Kerkberg op een vroege wintermorgen


zondag 25 februari 2018

Vastenboodschap 2018 van mgr. dr. Hub Schnackers

Brief van diocesaan administrator mgr. dr. Hub Schnackers bij gelegenheid van de Veertigdagentijd, ter voorlezing en/of publicatie in de Limburgse parochies in het weekeinde van 24 en 25 februari 2018.

Geliefde broeders en zusters, dierbare medegelovigen,

Het is heel gebruikelijk dat scholen, overheden en bedrijven van tijd tot tijd hun activiteiten willen opwaarderen. Er wordt gestreefd naar verbeteringen, naar een grotere intensiteit. Ook wij als gemeenschap van mensen die in Jezus geloven, willen onszelf onderzoeken om ons geloof in Hem bewuster en met meer vrucht te beleven.

Daarom willen we de band met Jezus aanhalen. We kunnen toch moeilijk zeggen dat we geïnspireerd zijn door iemand die we nauwelijks kennen? In deze voorbereidingstijd op Pasen willen we stilstaan bij de vraag: wie is deze Jezus, naar wie ik me christen noem? Wat betekent Hij voor mij? Hoe kan Hij mij tot voorbeeld zijn?

Wie denkt dat de veertigdaagse vasten een sombere tijd moet zijn, wordt vandaag uitgenodigd om zijn mening bij te stellen. Want eigenlijk zijn we vanaf Aswoensdag op weg naar een groot feest: het feest van Pasen. Pasen is het perspectief, ons reisdoel.

Daarom wordt op deze tweede zondag van de vasten het verhaal voorgelezen van de verheerlijking van Jezus op de Berg Tabor, als een aankondiging van dat grote feest. Jezus, Mozes en Elia laten zich in al hun heerlijkheid aan de leerlingen zien.

Het is een overweldigende gebeurtenis. "Laten wij hier drie tenten bouwen," roept Petrus uit. "Dit moet altijd zo blijven. Deze gelukervaring mag niet meer ophouden!"

Jezus laat zijn beste vrienden dit moment beleven, zodat hun geloof niet door twijfel of teleurstelling wordt neergeslagen, maar ze altijd hoopvol de weg naar Pasen mogen gaan. Verlangen we er niet allemaal naar om – al is het maar even – in onze geloofsbeleving zo’n geluksmoment door te maken?

De veertigdagentijd staat ook symbool voor onze eigen levensreis. Het perspectief waarheen ons leven onderweg is, kan ons snel ontgaan. Omdat we bij het ogenblik leven, met alles wat ons in beslag neemt en wat onze aandacht opzuigt.

Zelfs Jezus kent die bekoring van het alledaagse leven. Daarmee ondergaat Hij dezelfde spanning die wij dagelijks ervaren: het gevoel dat we naar twee kanten getrokken worden. Wij dreigen dan snel over te gaan tot goedkope compromissen of het goedpraten van af te keuren gedrag.

De eerste vastenzondag stond in het teken van die bekoringen. "Je kunt van stenen brood maken," hield de verleider Jezus voor. Dat wil zeggen: "Wij kunnen voor onszelf gaan leven, voor eigen gewin en voordeel." Of: "Ik heb jou niet nodig. Ik wil niet afhankelijk zijn." We praten het ook goed: "Ieder voor zich en God voor ons allen." Maar de apostel Paulus leert ons: "Niemand leeft voor zichzelf alleen."

"Waarom een God boven je dulden?" is vervolgens de ingeving van de verleider. "Maak jezelf toch tot je eigen God." Het is een vaak gehoord gezegde in een wereld die van God los is. Daarom plaatste de verleider Jezus bovenop de tempel. Worden wij niet allemaal dagelijks beïnvloed door de bekoring om onze eigen god te zijn?

Tenslotte adviseerde de duivel aan Jezus: "Kies toch een weg die succesvol is." Alle rijken van de wereld worden Jezus in het vooruitzicht gesteld als Hij de waarden van de duivel overneemt.

"Je kunt je levensdoel bereiken door de christelijke waarden van integriteit en oprechtheid voorop te stellen. Maar het gaat sneller via corruptie, met leugens of bedrog," zo wil de satan ons leren.

Ondanks deze aantrekkelijke perspectieven heeft Jezus aan geen van deze bekoringen toegegeven. Daarmee heeft Hij het kwaad ontmaskerd, dat in de wereld de macht wil grijpen. Daarom wil het kwaad niet anders dan dat Jezus moet sterven.

Dit vooruitzicht van zijn lijden en dood heeft Jezus, voorafgaand aan het beklimmen van de Berg, aan zijn leerlingen verteld. Dat heeft hen onzeker, ja zelfs moedeloos gemaakt. Petrus leest Jezus daarom de les. "Zo niet, Heer." Maar Jezus weerstaat ook Petrus door naar de bekoringen van de satan te verwijzen, die vaak aan zoveel menselijke overwegingen ten grondslag liggen.

Jezus wil niet dat de apostelen door de aankondiging van Zijn lijden in totale verwarring raken. Hij wil bewerken dat de apostelen na die pijnlijke gebeurtenissen van lijden en dood de verheerlijking voor ogen houden. Daarom voert Hij hen de Berg op, zodat ze Hem daar als de verheerlijkte Zoon van de hemelse Vader leren kennen. Zo wil Jezus bewerken dat in het uur van de grote beproeving de leerlingen toch hoopvol blijven, omdat na Zijn dood die nieuwe werkelijkheid aanbreekt.

Na Goede Vrijdag volgt dus Pasen, maar geen Pasen zonder Goede Vrijdag. Het woord ‘kruis’ van Goede Vrijdag kan in onze oren negatief en ontmoedigend klinken. Maar het woord ‘kruis’ staat voor trouw aan de waarheid en voor de volgehouden liefde, waaraan wij allemaal behoefte hebben.

Bovendien is het hoopvol dat, daar waar deze liefde van Jezus onze mensenharten bereikt, wij veranderen tot in het diepst van ons wezen en we ophouden om voor onszelf te leven, om ons als een eigen god te gedragen of om toe te geven aan bedrog of ander kwaad. Dat is wat wij nodig hebben voor ons dagelijks leven. Zó mogen wij nu al een Pasen ervaren.

Vandaag laat Jezus in een oogwenk oplichten dat zijn kruisweg zegen brengt: "God gaat niet in zee met het kwaad, want dat brengt alleen onheil. God kiest voor de waarheid en verzet zich tegen de leugen. Gods liefde voor de mens brengt leven, eeuwig leven. Daarom liet God Zijn Zoon mens worden en wekte Hem na Zijn kruisdood op Paasdag weer tot leven."

In deze veertigdagentijd willen wij stilstaan bij het hoogste gebaar van Gods liefde. Gods Zoon heeft zijn leven voor ons gegeven. Al lijkt de liefde in zoveel harten soms te doven, zij dooft niet uit in Gods hart. Daarom moeten we er iets tegenover plaatsen: onze eigen trouwe liefde in gebed, in sacramentenontvangst en in een grotere liefde voor de naaste.

Daartoe roept elke vastentijd ons weer op. Zo kunnen we ons christen-zijn intensiveren. Dan helpt Pasen ons vooruit en worden wij er betere mensen van.


Roermond, februari 2018

Mgr. Hub Schnackers,
diocesaan administrator

zaterdag 24 februari 2018

Deus in adjutorium meum intende - Zo beginnen we vandaag om 17.00u de Vespers

Maria-antifoon tot Witte Donderdag Ave Regina caelorum



Ave Regina caelorum,
ave Domina Angelorum:
Salve radix, salve porta,
ex qua mundo lux est orta:

Gaude Virgo gloriosa,
super omnes speciosa:
Vale o valde decora,
et pro nobis Christum exora.

Wees gegroet, Hemelkoningin,
Wees gegroet, vorstin van de Engelen.
Heil U, wortel; heil U, poort
waaruit het licht voor de wereld is opgegaan.

Verheug U, glorierijke Maagd,
die bovenal lieflijk zijt.
Gegroet, Gij wonderschone,
en wees onze voorspraak bij Christus.


OPENSTELLING EN KLOOSTERDINER PRIORIJ THABOR op zondag 15 april 2018


Voor deze keer en omdat de HVR mede is opgericht door onze vorige overste Moeder M. Matthea zie deze link!

Op zondag 15 april 2018 vindt in Sint Odiliënberg een uniek muzikaal festijn plaats onder de titel “Een carrousel van muziek rondom de kerk door de eeuwen heen”. De organisatie berust bij Heemkundevereniging Roerstreek (HVR).

Het publiek kan van 13.00 tot 17.30 uur genieten van diverse soorten muziek, een muziekgeschiedenis door de eeuwen heen. De drie historische en sfeervolle locaties aan het Kerkplein in Sint Odiliënberg zijn uitermate geschikt voor deze muzikale reis door de tijd: de basiliek met orgel, de naastgelegen Mariakapel en de kloosterkapel van Priorij Thabor.

Het klooster is speciaal voor dit evenement Graf opengesteld. De zusters gunnen het publiek hiermee een blik in hun kloosterleven en in ruimten die normaal gesloten blijven, zoals de oude kloosterkamers. In het klooster kunnen drankjes en hapjes genuttigd worden. Voor de liefhebbers wordt er vanaf 18.00 uur een kloosterdiner geserveerd in de refter van de priorij.

Ook kunt u die middag het 10e-eeuws reliekengraf onder het priesterkoor van de basiliek bezoeken, evenals de grafkelder van de priesters van Sint Odiliënberg op het kerkhof en een bezoek brengen aan het Roerstreekmuseum, gelegen aan de voet van de basiliek.

Voor opgave zie website HVR.

donderdag 22 februari 2018

"Het gebed ingaan door de nauwe poort van het geloof"

Catechismus
2656 Men gaat het gebed in, zoals men de liturgie ingaat: door de nauwe poort van het geloof. Via de tekens van de aanwezigheid van de Heer zoeken en verlangen wij naar het gelaat van de Heer en willen wij zijn woord horen en in ons bewaren.

2657 De Heilige Geest, die ons de liturgie leert vieren in de verwachting van de wederkomst van Christus, voedt ons op tot het gebed in de hoop. Omgekeerd voeden het gebed van de Kerk en het persoonlijke gebed in ons de hoop. Heel in het bijzonder leren ons de psalmen, met hun concreet en afwisselend taalgebruik, onze hoop te vestigen op God: "Met groot vertrouwen heb ik op de Heer gehoopt en Hij sloeg acht op mij. Hij heeft geluisterd naar mijn roepen" (Ps. 40, 2). "Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat gij overvloeit van hoop, door de kracht van de Heilige Geest" (Rom. 15, 13).

2658 "En de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken" (Rom. 5, 5). Het gebed dat door het liturgische leven gevormd wordt, put al zijn kracht uit de liefde, de liefde .. bemind worden in Christus en die ons in staat stelt om eraan te waarmee wij beantwoorden door lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad. De liefde is bij uitstek de bron van het gebed; wie daaruit put, bereikt de toppen van het gebed:

Ik heb U lief, mijn God, en mijn enig verlangen is het U lief te hebben tot de laatste zucht van mijn leven. Ik heb U lief, mijn oneindig beminnelijke God, en ik zou liever sterven in liefde voor U dan leven zonder U lief te hebben. Ik heb U lief, Heer, en de enige gunst die ik van U vraag, is U voor altijd en eeuwig lief te hebben. (...) Mijn God, als mijn tong niet op alle ogenblikken kan zeggen dat ik U liefheb, dan wil ik dat mijn hart het voor U herhaalt, net zo vaak als ik ademhaal.

2659 Wij leren bidden op vastgestelde ogenblikken: wanneer wij luisteren naar het woord van de Heer en wanneer wij deelnemen aan zijn paasmysterie; maar zijn Geest wordt ons te allen tijde, in de gebeurtenissen van elke dag, aangeboden om het gebed te laten opborrelen. De leer van Jezus over het gebed tot onze Vader ligt in dezelfde lijn als het onderwicht over de voorzienigheid: de tijd is in handen van de Vader. in het heden worden wij geconfronteerd met de tijd, niet gisteren en ook niet morgen, maar vandaag: "Luistert heden dan naar zijn stem: Weest niet halsstarrig" (Ps. 95, 7-

2660 Bidden bij de gebeurtenissen van elke dag en van elk ogenblik: dat is een van de geheimen van het rijk Gods die geopenbaard zijn aan de "kleinen", aan de dienaars van Christus, aan de armen uit de zaligsprekingen. Het is terecht en goed dat wij ervoor bidden dat de komst van het koninkrijk van gerechtigheid en vrede de loop van de geschiedenis beïnvloedt, maar het is ook van belang dat wij het deeg van de gewone alledaagse situaties doorkneden met het gebed. Elke vorm van gebed kan die gist zijn waarmee de Heer het rijk Gods vergelijkt.

maandag 19 februari 2018

Pope Benedict (2010) Angelus "The significance of the Lenten journey"

 The significance of the Lenten journey was the theme of Benedict XVI's remarks before praying the Angelus this morning with thousands of faithful gathered in St. Peter's Square.

The Pope commented on the story of the temptation of Jesus in the desert, which was the Gospel reading for today, the first Sunday of Lent, explaining that the temptations "were not a by-the-way incident, but the consequence of Jesus' decision to complete the mission entrusted to Him by the Father".

"Christ came into the world to free us from sin and from the ambiguous lure of seeking to plan our lives without God. He did this not with high-sounding proclamations but by struggling personally with the Tempter, all the way to the Cross. This example holds true for us all: that the world is improved by beginning with ourselves, by changing, with God's grace, what is wrong with our lives".

Of the three temptations of Jesus, the first "had its origin in hunger, in material want", said the Pope. "But Jesus responded with the words: 'One does not live by bread alone'". The second temptation came when the devil showed Christ all the kingdoms of the earth; this, the Holy Father explained, "is the lure of power which Jesus unmasked and rejected". To the third temptation, the proposal to perform a miracle that everyone might believe in Him, Jesus responded: "Do not put the Lord your God to the test.

"Making constant reference to Holy Scripture", the Pope added, Jesus "made human criteria subject to the only true criterion: obedience to the will of God. This is a fundamental lesson for us too: if we carry the Word of God in our minds and hearts, if it enters our lives, then we too can reject all the tricks of the Tempter".

"Lent is like a long 'retreat' during which we can turn back into ourselves and listen to the voice of God, in order to defeat the temptations of the Evil One. It is a period of spiritual 'combat' which we must experience alongside Jesus, not with pride and presumption, but using the arms of faith: prayer, listening to the word of God and penance. In this way we will be able to celebrate Easter in truth, ready to renew the promises of our Baptism".

In closing his remarks the Holy Father invoked the help of the Virgin Mary "that we might live this period of grace joyfully and fruitfully. May she particularly intercede for me and my collaborators in the Roman Curia as we begin our spiritual exercises this evening", he concluded.

vrijdag 16 februari 2018

Kerkberg vol sneeuwklokjes


ORDO SANCTI SEPULCRI : KERKEN IN EUROPA Torres del Rio (Spanje)

ORDO SANCTI SEPULCRI : KERKEN IN EUROPA
Torres del Rio (Spanje)


Op zekere dag kwamen de leerlingen van Johannes tot Jezus met de vraag: Waarom vasten wij en de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet? Jezus sprak tot hen: De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet bedroefd zijn zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen; dan zullen zij vasten.
Matt 9, 14-15

Bij het horen van het Evangelie van deze morgen dringt de herinnering aan de kerk van het Heilig Graf van Torres del Rio zich op. Het is een kleine, schitterende en bijzondere romaaanse kerk, gebouwd rond 1170. Haar constructie verwijst naar de Orde van het Heilig Graf omdat deze de bijzondere architectuur van de Heilig Grafkerk van Jeruzalem oproept.


De octogonale ruimte is gedekt met een koepel, die zich verheft boven het belangrijkste corpus van het gebouw en waarin men de invloed van de bouwtrant der kaliefen herkent, met acht gepunte bogen die zich onderling kruisen zonder in het centrum bijeen te komen en wel zodanig dat ze in het midden een achthoekige ruimte open laten die op haar beurt wordt voortgezet met een koepelvormig gewelf, als basis voor de hoogste toren die wordt bekroond door een eveneens achtzijdige lantaarn. De koepel van het centrale corpus is een bijzonder opmerkelijk element, die de geest omhoog voert en bijna als het ware losmaakt van het gevoel van zwaartekracht.
Vanuit de octogonale ruimte betreedt men via een gepunte en dubbele triomfboog de absis. Let goed op de twee kapitelen en het snijwerk ervan welke sterk verwijzen naar het ‘grafkarakter’ dat men deze kerk toeschrijft. De kapitelen bevatten inderdaad enerzijds het tafereel van de Kruisafneming van Christus, het moment dat de smart van zijn dood  representeert en het andere de Verrijzenis met de drie Maria’s voor het lege Graf, symbool van hoop op het eeuwige leven en de overwinning op de dood.
Dit bijzonder bouwerk komt men tegen op weg naar Santiago di Compostella bij het passeren van Torres del Río, Navarra. Het roept de aandacht op door de mooie harmonie van basismaten en oprijzende elementen; het is een zeldzaam voorbeeld van middeleeuwse bouwkunst. Tegenover de horizontaliteit en zwaarte van het romaanse bouwconcept leidt alles in dit kleine heiligdom in verticale richting en doet de ogen omhoog heffen om genade en barmhartigheid te ontvangen.
Een zeer realistisch kruisbeeld met corpus, koninklijke kroon en vier nagels (XIIIe eeuw) domineert de kerk. Het is het beeld van de Bruidegom die de genodigden op de bruiloft verwacht; vanwege zijn afwezigheid vasten we echter nu in de vreugdevolle verwachting van de ontmoeting met Hem op Pasen.







maandag 12 februari 2018

13 februari Twee vroege Maaslandse heiligen: Harelindis en Relindis van Aldeneijk

Met Susteren, Sint Odiliënberg vormt Aldeneijk een trits van munsters in de middeleeuwse Maasgouw.
Feest van de heiligen Harlindis en Relindis in het bisdom Hasselt: 13 februari



Om de 25 jaar worden de relieken van deze twee zusters –  gezusters naar bloed- en geestelijke verwantschap -  in september vanuit Maaseik voor korte tijd teruggebracht naar Aldeneijk, het vertrekpunt van een feestelijke en inspirerende ommegang die de bevolking van deze streken gelegenheid geeft de heiligen van weleer te ontmoeten en nog een glimp op te vangen van de religieuze uitstraling van weleer, misschien.

Geboren uit een christelijke Frankisch adellijk geslacht stichtten Harlindis en Relindis na een kloosterlijke opvoeding in het Noord-Franse Valenciennes op het voorvaderlijk domein en met hulp van hun ouders Adelhard en Grimware, een zusterklooster. De Vita verhaalt dat de twee jonge vrouwen eigenhandig stenen aansjouwden en het vanzelfsprekend vonden eenvoudige handenarbeid te verrichten naar het voorbeeld van Jezus in het Evangelie.

Het Rozenwonder op het Leugenbrugske
Het verhaal gaat dat de twee vrouwen de stenen en keien die ze eigenhandig in de rivier zochten voor de bouw van de kloosterkerk in hun schort aandroegen, maar bij deze arbeid verrast werden door hun vader die niet was ingenomen met deze arbeid en hen vroeg was ze in hun schorten meetorsten. “Rozen!” was hun beider antwoord. Maar toen een van beide zusters haar schort opende om het aan haar vader te laten zien, viel inderdaad een enorme bos rozen op de grond. Vandaar dat het bruggetje sindsdien ''t leugenbrugske' wordt genoemd.

De kloosterstichting kwam spoedig tot bloei onder de bezielende leiding van abdis Harlindis en vervolgens Relindis. Volgens mondelinge overlevering genoot de H. Willibrord (+ 739), geloofsverkondiger en apostel van de Lage Landen, op zijn reizen hier graag gastvrijheid. Datzelfde gold ook voor de H. Bonifatius (+754) onderweg naar Friesland.

Tot de monastieke bezigheden van de gezusters behoorde het vervaardigen van kerkelijke gewaden en het kopiëren van liturgische manuscripten voor het goddelijk officie. Het schijnt dat Relindis uitmuntte in de liturgische borduur- en schilderkunst, zoals hen was onderwezen in het benedictinessenklooster van Valenciennes. Daar hen tijdens hun levens verschillende mirakelen werden toegeschreven, ontvingen ze het predicaat “heilig”.

Aanvankelijk werden beide zusters in de kloosterkerk van Aldeneijk begraven; in het begin van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) werden hun relieken naar Maaseik overgebracht en bijgezet in de neoclassicistische Sint Catharinakerk. Deze kerk uit 1840-1841 herbergt bijzondere kerkschatten. Naast zilversmeedwerk, reliekhouders en -schrijnen, kan men er het oudste evangelieboek van de Benelux bewonderen, de Codex Eyckensis (8e eeuw). Ook vindt men hier de oudst bewaarde Angelsaksische weefsels van Europa (9e eeuw). Het zou gaan om stoffen die toebehoorden aan de zussen Harlindis en Relindis en stukken van een vroegmiddeleeuwse kazuifel.

Via bovengenoemde twee Angelsaksische missionarissen, de H. Willibrord en de H. Bonifatius, zouden deze stoffen van geweven zijde en borduurwerk in de voormalige parochiekerk van Aldeneik terecht gekomen. Later werden ze overgebracht naar de Sint-Catharinakerk in Maaseik. De stoffen zijn van een fijnzinnige schoonheid.

Ook de kerk zelf, met haar opvallende kopergroene toren en prachtig stucwerk, trekt reeds van verre de aandacht.

De heilige gezusters Harlindis en Relindis worden meestal samen afgebeeld beiden de abdissenstaf dragend of met een model van hun klooster in de hand.
De relikwieën van Harlindis en Relindis hebben in de vorige eeuwen
een héél bijzonder parcours afgelegd om uiteindelijk terug naar Maaseik te komen. De relieken van Harlindis en Relindis werden in 1652 en 1660 opgeborgen in twee houten reliekkasten, vervaardigd in opdracht van De Borman-Puytlinck en de gebroeders Croll uit Wurfeld. In 1930 werden de kisten geopend om enkele relieken van de heilige Relindis te verwijderen.
In het jaar 1930 kwam namelijk één van de zusters van de Reinildastichting op bezoek naar Maaseik en uitte een bijzondere wens:
“Begrijpelijkerwijs kwam bij ons, leden der Reinildastichting, den wensch op, een relikwie van onze H. Patrones te bezitten. Z.D.H. Mgr. J.D.J. Aengenent is nu zoo goed geweest ons hierin te verblijden, en zo heeft op zijn verzoek Z.D.H. Mgr. L.Kerkhofs, bisschop van Luik, via den Hoog Eerw. Heer Deken van Maaseyck
en den ZeerEerw. Heer Pastoor ons twee zeer kostbare relikwieën uit Maaseik doen
geworden. “
De relieken van Harlindis en Relindis werden zo geschonken door de heer deken van Maaseik E.H. Marcellus Spitz (deken van 1928 tot 1950) aan de zusters van de Reinildastichting of de Vrouwen van Bethanië (NL).
Deze relikwieën bestonden uit een voorhoofdsbeen en een kleiner stuk been dat
verdeeld werd in vieren, zodat elk Reinildahuis of Huis van Bethanië (NL) een relikwie van de patrones zou bezitten. Tevens werden deze relikwieën toen in een passende zilveren reliekhouder geplaatst. En op 2 juli j.l. bracht de ZeerEerw. Heer secretaris van het bisdom, de vijf relikwieën van St.-Reinilda, omsloten
door een kostbaar zilveren schrijn. “Zo kan de Heilige St. Reinilda het werk beschermen, dat in de naar haar genoemde huizen wordt verricht”. (Uit De Tijd; zaterdag 16 augustus 1930)
Maar in 1996 schonken dit klooster en de congregatie van de Vrouwen van Bethanië de relikwieën terug aan de Musea Maaseik. Het moederhuis van Bethanië was ondertussen verkocht en ook verscheidene oudere zusters waren overleden. Zo kwamen deze relikwieën weer terug naar hun oorspronkelijk grondgebied.

De reliekhouders werden op 24 augustus 2016, samen met twee armrelieken en de
twee grote reliekkisten van Harlindis en Relindis geopend. De resten van de twee
heiligen werden antropologisch onderzocht door Caroline Polet en er werden stalen
afgenomen door het KIK-IRPA, o.l.v. Mark Van Strydonck, om een radiokoolstofdatering te kunnen uitvoeren op deze botten. De resultaten van dit uitgebreide onderzoek
werden inmiddels bekend gemaakt worden op 27 oktober 2016 op het congres ‘Relics @ the lab’ en via de facebookpagina en Blog van de Musea.

Op 24 november 2016 schreef Het Belang van Limburg: “Minstens twaalf individuen uit vier verschillende historische periodes, verbrande resten, geitenkeutels en een pruimenpit. Dat is in een notendop de inhoud van de reliekschrijnen van Harlindis en Relindis. Het onderzoek naar sporen van de heilige zusjes heeft verrassende resultaten opgeleverd” […] Onderzoeker Mark van Strydock van het KIK-team kijkt uit naar de publicatie van het onderzoek. “We zijn heel blij dat we bij deze relieken geen vervalsing aantroffen. Hier is duidelijk sprake van materiaal dat ze destijds [8e eeuw] kost wat kost wilden recupereren, omdat ze ervan uit gingen dat het echt was. Het verhaal is uitgebreid gedocumenteerd en wat we aantroffen komt overeen met de documenten”.

U kunt deze mooie relikwieën van Relindis en de grote reliekkisten momenteel bewonderen in de kerkschatten van Maaseik.
Tevens bezit de kerkschat van de St-Catharinakerk o.a. prachtige beelden, armreliekhouders in hout en schrijnen van de H.H. Harlindis en Relindis waarvan enkele artefacten vroegere klooster van Aldeneik. In de tweede helft van de 16de eeuw werd Aldeneik namelijk geteisterd door oorlogsperikelen waardoor het kapittel van kanunniken van “Alden”-Eyck zich in
1571 binnen de versterkte stad “Maas”-Eyck vestigde. Tevens namen ze ook de relikwieën van Aldeneik mee naar dit veiligere oord.
In de middenbeuk van de kapittelkerk van Aldeneik werd ook een reeks prachtige
muurschilderingen aangebracht (13e eeuw) o.a. met de voorstelling van Harlindis en Relindis.
En eens in de 25 jaar vindt de H.H. Harlindisen-Relindisommegang plaats. De volgende staat in 2022 te gebeuren.
Lange tijd dacht men dat ook de mooie Codex Eyckensis - het oudste evangelieboek
van de Benelux - van de hand van deze twee heilige dames zou zijn. Dit is jammer genoeg echt maar een legende. In de tekst zelf staat immers dat hij door een man, waarschijnlijk te Echternach, is geschreven. Dit uitzonderlijk waardevolle  evangelieboek wordt trouwens momenteel wetenschappelijk onderzocht.

Sub Tuum praesidium confugimus


Sub tuum praesidium confugimus,
Sancta Dei Genitrix.
Nostras deprecationes ne despicias
in necessitatibus nostris,
sed a periculis cunctis
libera nos semper,
Virgo gloriosa et benedicta. Amen.

U nemen wij onze toevlucht: wees onze bescherming,
heilige Moeder van God,
wijs onze gebeden niet af
als wij in nood zijn,
maar verlos ons uit alle gevaren,
Gij, glorierijke en gezegende Maagd.

Waarom noemen wij de eerste dag van de week “zondag”?




De meeste namen van de weekdagen in onze taal komen uit de voorchristelijke tijden. De Germanen noemden de dagen in de week naar de zon, naar de maan,  naar hun godheid Donar en naar hun godin Freya. Tot op de dag van vandaag zeggen we daarom”: “zon-dag”, “maan-dag” “donder-dag” en “vrijdag”. De vraag rijst hoe deze namen na zoveel eeuwen christendom nog steeds bewaard zijn gebleven zelfs voor de eerste dag van de week, die toch als de dag van de Verrijzenis van onze Heer een geheel nieuwe betekenis gekregen heeft voor iedere Christen? 

Toen de volken in onze streken werden gekerstend door missionarissen als de H. Willibrord en Bonifatius, ging dat (van de zijde van de Kerk) niet met geweld. De Kerk kwam als een milde Moeder. De weekdagen hadden  sowieso geen christelijke naam. Wie in het brevier (Liturgia Horarum) kijkt, ziet dat behalve de zaterdag de dagen vanaf maandag met 2 worden doorgenummerd. Zo zegt  men bijvoorbeeld voor de woensdag  feria quarta , dat betekent “de vierde dag”,  op nuchtere Romeinse wijze (zoals de oude Romeinen soms zelfs hun kinderen  eenvoudig nummerde en hen Tertius en Quintus genoemd hebben (wat betekent “Derde”en “Vijfde”).

Bij de zondag lijkt het echter op het eerste gezicht moeilijk te begrijpen, dat deze dag zijn oude, Germaanse naam heeft behouden. De heilige apostel Johannes noemt de eerste dag van de week “Dag des Heren”. Als men deze dag een nieuwe betekenis wilde geven, waarom dan ook niet gelijk een nieuwe naam? Het antwoord is simpel omdat de Christenen de zondag een nieuwe, christelijke betekenis gegeven hebben. Zij dacht bij het woord “zondag” niet meer aan het hemellichaam, zij dachten aan een andere wonderbaarlijke Zon, die voor ons op Paasmorgen uit het donkere graf is opgegaan, aan Christus, “de zon van ons heil”, zoals zij de Verrezen Verlosser zo noemden. Daarom was “zondag” voor hen slechts een ander en wellicht ook dichterlijker woord voor “Dag des Heren” en geen herinnering aan een Germaans begrip.

De zon betekent licht en leven, helderheid, en warmte en vrede; alles wat leeft, juicht het tegemoet. Hij die op een zondagmorgen glorierijk uit zijn graf verrees, is ons Licht en Leven en Helderheid en Warmte en Vreugde: “Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer!”, zingt de psalmist. Wij noemen de eerste dag van de week zondag, omdat de zon van het heil deze dag helder maakt,  omdat Christus niet slechts op Paasmorgen verrees, maar steeds opnieuw -in ons midden, boven het altaar bij de H. Mis.

De Verrezen Heer is de diepste zin van onze zondagse kerkgang, niet omdat wij een onverbiddelijk gebod vervullen, maar omdat wij uit de vorst en kilte van ons dagelijks leven in de “Zon” mogen komen. Daarom noemen wij de Dag des Heren “Zondag”, omdat wij op deze dag steeds weer in een nog veel diepere zin bij het vieren en bij het begin van de Eucharistie onze soms verkilde en zondige ziel “in de Zon mogen houden”. Onze ziel wordt gezond onder het licht van de stralende zon van Gods erbarmen zoals wij ook hopen en bidden dat na onze dood het Eeuwige Licht (Lux perpetua) ons moge verlichten.