Met
Susteren, Sint Odiliënberg vormt Aldeneijk een trits van munsters in de
middeleeuwse Maasgouw.
Feest van
de heiligen Harlindis en Relindis in het bisdom Hasselt: 13 februari
Om de 25 jaar worden de relieken van deze twee zusters – gezusters naar bloed- en geestelijke verwantschap - in september vanuit Maaseik voor korte tijd teruggebracht naar Aldeneijk, het vertrekpunt van een feestelijke en inspirerende ommegang die de bevolking van deze streken gelegenheid geeft de heiligen van weleer te ontmoeten en nog een glimp op te vangen van de religieuze uitstraling van weleer, misschien.
Geboren uit een christelijke Frankisch adellijk geslacht stichtten Harlindis en Relindis na een kloosterlijke opvoeding in het Noord-Franse Valenciennes op het voorvaderlijk domein en met hulp van hun ouders Adelhard en Grimware, een zusterklooster. De Vita verhaalt dat de twee jonge vrouwen eigenhandig stenen aansjouwden en het vanzelfsprekend vonden eenvoudige handenarbeid te verrichten naar het voorbeeld van Jezus in het Evangelie.
Het Rozenwonder op het Leugenbrugske
Het verhaal gaat dat de twee vrouwen de stenen en keien die ze eigenhandig in de rivier zochten voor de bouw van de kloosterkerk in hun schort aandroegen, maar bij deze arbeid verrast werden door hun vader die niet was ingenomen met deze arbeid en hen vroeg was ze in hun schorten meetorsten. “Rozen!” was hun beider antwoord. Maar toen een van beide zusters haar schort opende om het aan haar vader te laten zien, viel inderdaad een enorme bos rozen op de grond. Vandaar dat het bruggetje sindsdien ''t leugenbrugske' wordt genoemd.
De kloosterstichting kwam spoedig tot bloei onder de bezielende leiding van abdis Harlindis en vervolgens Relindis. Volgens mondelinge overlevering genoot de H. Willibrord (+ 739), geloofsverkondiger en apostel van de Lage Landen, op zijn reizen hier graag gastvrijheid. Datzelfde gold ook voor de H. Bonifatius (+754) onderweg naar Friesland.
Tot de monastieke bezigheden van de gezusters behoorde het vervaardigen van kerkelijke gewaden en het kopiëren van liturgische manuscripten voor het goddelijk officie. Het schijnt dat Relindis uitmuntte in de liturgische borduur- en schilderkunst, zoals hen was onderwezen in het benedictinessenklooster van Valenciennes. Daar hen tijdens hun levens verschillende mirakelen werden toegeschreven, ontvingen ze het predicaat “heilig”.
Aanvankelijk werden beide zusters in de kloosterkerk van Aldeneijk begraven; in het begin van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) werden hun relieken naar Maaseik overgebracht en bijgezet in de neoclassicistische Sint Catharinakerk. Deze kerk uit 1840-1841 herbergt bijzondere kerkschatten. Naast zilversmeedwerk, reliekhouders en -schrijnen, kan men er het oudste evangelieboek van de Benelux bewonderen, de Codex Eyckensis (8e eeuw). Ook vindt men hier de oudst bewaarde Angelsaksische weefsels van Europa (9e eeuw). Het zou gaan om stoffen die toebehoorden aan de zussen Harlindis en Relindis en stukken van een vroegmiddeleeuwse kazuifel.
Via bovengenoemde twee Angelsaksische missionarissen, de H. Willibrord en de H. Bonifatius, zouden deze stoffen van geweven zijde en borduurwerk in de voormalige parochiekerk van Aldeneik terecht gekomen. Later werden ze overgebracht naar de Sint-Catharinakerk in Maaseik. De stoffen zijn van een fijnzinnige schoonheid.
Ook de kerk zelf, met haar opvallende kopergroene toren en prachtig stucwerk, trekt reeds van verre de aandacht.
De heilige gezusters Harlindis en Relindis worden meestal samen afgebeeld beiden de abdissenstaf dragend of met een model van hun klooster in de hand.
De relikwieën van Harlindis en Relindis hebben in de vorige
eeuwen
een héél bijzonder parcours afgelegd om uiteindelijk terug naar
Maaseik te komen. De relieken van Harlindis en Relindis werden in 1652 en 1660
opgeborgen in twee houten reliekkasten, vervaardigd in opdracht van De
Borman-Puytlinck en de gebroeders Croll uit Wurfeld. In 1930 werden de kisten
geopend om enkele relieken van de heilige Relindis te verwijderen.
In het jaar 1930 kwam namelijk één van de zusters van de
Reinildastichting op bezoek naar Maaseik en uitte een bijzondere wens:
“Begrijpelijkerwijs kwam bij ons, leden der Reinildastichting,
den wensch op, een relikwie van onze H. Patrones te bezitten. Z.D.H. Mgr.
J.D.J. Aengenent is nu zoo goed geweest ons hierin te verblijden, en zo heeft
op zijn verzoek Z.D.H. Mgr. L.Kerkhofs, bisschop van Luik, via den Hoog Eerw.
Heer Deken van Maaseyck
en den ZeerEerw. Heer Pastoor ons twee zeer kostbare relikwieën
uit Maaseik doen
geworden. “
De relieken van Harlindis en Relindis werden zo geschonken door
de heer deken van Maaseik E.H. Marcellus Spitz (deken van 1928 tot 1950) aan de
zusters van de Reinildastichting of de Vrouwen van Bethanië (NL).
Deze relikwieën bestonden uit een voorhoofdsbeen en een kleiner
stuk been dat
verdeeld werd in vieren, zodat elk Reinildahuis of Huis van
Bethanië (NL) een relikwie van de patrones zou bezitten. Tevens werden deze
relikwieën toen in een passende zilveren reliekhouder geplaatst. En op 2 juli
j.l. bracht de ZeerEerw. Heer secretaris van het bisdom, de vijf relikwieën van
St.-Reinilda, omsloten
door een kostbaar zilveren schrijn. “Zo kan de Heilige St.
Reinilda het werk beschermen, dat in de naar haar genoemde huizen wordt
verricht”. (Uit De Tijd; zaterdag 16 augustus 1930)
Maar in 1996 schonken dit klooster en de congregatie van de
Vrouwen van Bethanië de relikwieën terug aan de Musea Maaseik. Het moederhuis
van Bethanië was ondertussen verkocht en ook verscheidene oudere zusters waren
overleden. Zo kwamen deze relikwieën weer terug naar hun oorspronkelijk grondgebied.
De reliekhouders werden op 24 augustus 2016, samen met twee
armrelieken en de
twee grote reliekkisten van Harlindis en Relindis geopend. De
resten van de twee
heiligen werden antropologisch onderzocht door Caroline Polet en
er werden stalen
afgenomen door het KIK-IRPA, o.l.v. Mark Van Strydonck, om een radiokoolstofdatering
te kunnen uitvoeren op deze botten. De resultaten van dit uitgebreide onderzoek
werden inmiddels bekend gemaakt worden op 27 oktober 2016 op het
congres ‘Relics @ the lab’ en via de facebookpagina en Blog van de Musea.
Op 24 november 2016 schreef Het Belang van Limburg: “Minstens
twaalf individuen uit vier verschillende historische periodes, verbrande
resten, geitenkeutels en een pruimenpit. Dat is in een notendop de inhoud van
de reliekschrijnen van Harlindis en Relindis. Het onderzoek naar sporen van de
heilige zusjes heeft verrassende resultaten opgeleverd” […] Onderzoeker Mark
van Strydock van het KIK-team kijkt uit naar de publicatie van het onderzoek.
“We zijn heel blij dat we bij deze relieken geen vervalsing aantroffen. Hier is
duidelijk sprake van materiaal dat ze destijds [8e eeuw] kost wat
kost wilden recupereren, omdat ze ervan uit gingen dat het echt was. Het
verhaal is uitgebreid gedocumenteerd en wat we aantroffen komt overeen met de
documenten”.
U kunt deze mooie relikwieën van Relindis en de grote
reliekkisten momenteel bewonderen in de kerkschatten van Maaseik.
Tevens bezit de kerkschat van de St-Catharinakerk o.a. prachtige
beelden, armreliekhouders in hout en schrijnen van de H.H. Harlindis en
Relindis waarvan enkele artefacten vroegere klooster van Aldeneik. In de tweede
helft van de 16de eeuw werd Aldeneik namelijk geteisterd door
oorlogsperikelen waardoor het kapittel van kanunniken van “Alden”-Eyck zich in
1571 binnen de versterkte stad “Maas”-Eyck vestigde. Tevens
namen ze ook de relikwieën van Aldeneik mee naar dit veiligere oord.
In de middenbeuk van de kapittelkerk van Aldeneik werd ook een
reeks prachtige
muurschilderingen aangebracht (13e eeuw) o.a. met de
voorstelling van Harlindis en Relindis.
En eens in de 25 jaar vindt de H.H. Harlindisen-Relindisommegang
plaats. De volgende staat in 2022 te gebeuren.
Lange tijd dacht men dat ook de mooie Codex Eyckensis - het
oudste evangelieboek
van de Benelux - van de hand van deze twee heilige dames zou
zijn. Dit is jammer genoeg echt maar een legende. In de tekst zelf staat immers
dat hij door een man, waarschijnlijk te Echternach, is geschreven. Dit
uitzonderlijk waardevolle evangelieboek
wordt trouwens momenteel wetenschappelijk onderzocht.