zondag 10 september 2017

Lezingen H. Mis 23e zondag door het jaar A

Eerste lezing (Ez. 33,7-9)
Uit de Profeet Ezechiël.
Zo spreekt de Heer:
“Gij mensenkind,
als wachter heb Ik u aangesteld
over het volk van Israël.
Hoort gij een woord uit mijn mond,
waarschuw hen dan namens Mij!
Als Ik tot de boosdoener zeg:
Jij, boosdoener, jij moet sterven!
en als gij dan uw mond niet opendoet
en de boosdoener niet waarschuwt voor zijn gedrag,
dan sterft die boosdoener wel om eigen schuld,
maar dan kom Ik zijn bloed van u opeisen.
Hebt gij de boosdoener echter gewaarschuwd voor zijn gedrag,
hem gezegd dat hij zich moet bekeren,
en hij bekeert zich niet,
dan sterft hij om zijn eigen schuld,
maar gij hebt uw leven gered.”

Tweede lezing (Rom. 13,8-10)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters,
zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt.
Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde.
Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld.
Want de geboden:
Gij zult niet echtbreken, niet doden,
niet stelen, niet begeren,
en alle andere kan men samenvatten in dit ene woord:
Bemin uw naaste als uzelf.
De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad.
Liefde vervult de gehele wet.

Evangelie (Mt. 18,15-20)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Wanneer uw broeder gezondigd heeft,
wijs hem dan onder vier ogen terecht.
Luistert hij naar u, dan hebt gij uw broeder gewonnen.
Maar luistert hij niet,
haal er dan nog één of twee personen bij,
opdat alles beruste
op de verklaring van twee of drie getuigen.
Als hij naar hen niet wil luisteren,
leg het dan voor aan de Kerk.
Wil hij ook naar de Kerk niet luisteren,
beschouw hem dan als een heiden of tollenaar. Voorwaar Ik zeg u:
Wat gij zult binden op aarde
zal ook in de hemel gebonden zijn,
en wat gij zult ontbinden op aarde
zal ook in de hemel ontbonden zijn.
Eveneens zeg Ik u:
Wanneer twee van u eensgezind op aarde iets vragen
- het moge zijn wat het wil -
zullen zij het verkrijgen
van mijn Vader, die in de hemel is.
Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam,
daar ben Ik in hun midden.”