donderdag 27 april 2017

Uitnodiging Patroonsfeest op 7 en 8 mei 2017


“De wijsheid van de heiligen wordt met ere vermeld onder de volken en de Kerk verkondigt hun lof; hun namen blijven voortleven door alle tijden” (cf Sir 44,15.14) zo horen wij in de intredezang en in de eerste lezing!

Daarmee eren wij vandaag bijzonder de heiligen Wiro, Plechelmus en Otgerus.
Zulke heilige mannen die zich eeuwige roem hebben verworven, heeft God ons gegeven in de Angelsaksische geloofsverkondigers Wiro, Plechelmus, bisschoppen, en de diaken Otgerus. In het bisdom Roermond zijn hun namen bijzonder verbonden met Sint Odiliënberg, maar ook met de stad Roermond zelf.

Volgens hun Vitae, dat zijn de vrome levensbeschrijvingen van heiligen, hebben zij reeds vroeg  het geloof verkondigd vanuit deze berg aan de Roer die hen als verblijfplaats werd geschonken door een van de Pippiniden, het voorgeslacht van Karel de Grote. De bouw van een klooster, toegewijd aan de H.Petrus,  waarvan sprake is in een oorkonde uit de negende eeuw en een aan de H.Maagd toegewijde kapel op deze  berg wordt aan deze missionarissen toegeschreven. Uit het patronaatschap van Sint Petrus alsook de bisschopswijding van Wiro en Plechelmus door de paus zelf blijkt een sterke band met Rome.

De Vita van Wiro verhaalt dat hij zich ijverig toelegde op de studie der letteren, vroomheid en deugdbeoefening. In liefde tot Christus ontstoken  werd hij niet gebroken door tegenslag en verhief hij zich ook niet bij voorspoed. Hij reisde naar Rome, samen met de priester Plechelmus en de diaken Otgerus en daar werd hij door de bisschop van Rome gewijd; teruggekeerd bij de zijnen oefende hij daar een tijdlang zijn herderlijke taak in een heilige levenswandel. Hij reisde naar Gallië om daar de vreugde van het Evangelie te verkondigen waartoe een van de Pepijnen hem een plaats in de bossen aanwees, ver verwijderd van het rumoer der wereld aan de rivier de Roer, de later genoemde Odiliënberg. Dáár en op zijn missiereizen  toonde hij zich voor allen een spiegel van ware godsvrucht.  Christus alléén in zijn hart, Christus alléén op zijn lippen: en niets anders dan Christus beminnend offerde hij zich dagelijks voor Hem op het altaar van zijn hart in het H. Misoffer. Levend van het gebed, was hij barmhartig en vergevensgezind, voor zichzelf sober, voor anderen gul en welwillend. Overal  voorbeelden van nederigheid en liefde gevend, was hij een licht voor het volk en bracht hij de Naam Jezus onder de mensen door woord en voorbeeld. Tenslotte werd de uitgediende soldaat, gebroken door vele inspanningen, door de Heer naar het hemelrijk geroepen op de 8e mei. Zijn eerbiedwaardig lichaam, eervol  in de genoemde Mariakapel begraven, werd door vele wonderen beroemd.

In 954 werden Wiro, Plechelmus en Otgerus door Balderik van Kleef, bisschop van Utrecht tot de eer der altaren verheven. Dat is een goede 100 jaar nadat bisschop Hungerus van Utrecht met zijn kanunniken op de Petrusberg een veilig onderkomen vond waardoor de Petrusberg ruim vijf eeuwen lang een klein kapittel herbergde: een Utrechtse enclave in het bisdom Luik. Bisschop Balderik van Utrecht werkte tot in de verste uithoeken van zijn bisdom aan een grotere bekendheid van Wiro, Plechelmus en Otgerus: Plechelmus in Oldenzaal en Otgerus in Groningen.  Op de liturgische kalenders en in oude litanieën van het bisdom Utrecht vinden we dan ook hun namen terug.
Over de verering van Sint Wiro en de zijnen in de middeleeuwen zijn nauwelijks gegevens voorhanden tot in 1299, toen een patriarch, twee aartsbisschoppen en bisschoppen en negen bisschoppen in Rome een aflaat verleenden aan degenen die de kerk van Sint Odiliënberg bezochten op o.a. de feestdag van de drie Bergse heiligen. Een zelfde aflaat verleenden nog eeens 13 kardinalen in 1485. In dezelfde jaren zongen de kanunniken van het H.Graf op 15 juli, feestdag van Sint Plechelmus in de Vespers de antifoon ‘Tres viri Deo dediti ‘ : over drie godgewijde mannen die na een pelgrimsreis naar Rome op de Odilienberg zich toelegden op hemelse contemplatie,  wier relieken hier te ruste werden gelegd die hier eerbiedig worden vereerd en wier voorspraak in de hemel wij afsmeken.

In 1361 namen de kanunniken van Odilienberg die zich vanwege hun veiligheid binnen de stadsmuren van Roermond moesten vestigen een groot deel van de relieken mee en bleven deze vereren als toebehorend aan de eerste Apostelen van deze streken. In de voorlopige kapittelkerk van de H.Geest en later in de kathedraal.  De feestdag van Sint Wiro werd toen reeds gevierd op 8 mei.

De oude Bergse Heiligen kregen in de liturgische kalender van het Bisdom Roermond ieder hun eigen feestdag, zelfs met octaaf in Sint Odilienberg  en dat is zo gebleven tot het Tweede Vatikaanse Concilie toen hun feestdagen werden samengevoegd op 8 mei.
Een beschrijving van de stadsprocessie van Roermond uit 1666, waarbij de volgorde van de groepen blijkbaar zeer nauw luisterde, verhaalt dat de praalkist van de heiligen Wiro, Plechelmus en Otgerus door de geestelijkheid van de bisschopskerk werd meegedragen achter de abdis en de zusters van de Munsterkerk en vóór de leden van het kathedrale kapittel, de parochiegeestelijkheid en de bisschop met het H.Sacrament. Kan men zich een prominentere  plaats indenken? Dit kan men lezen in het recent verschenen boek over de Roermondse stadsgeschiedenis.

Twintig jaar later bij de inwijding van de gerestaureerde kerk op 12 mei 1686 wordt onder massale deelname van gelovigen een groot gedeelte van het vijf eeuwen eerder naar Roermond meegenomen gebeente in processie naar Sint Odilienberg teruggebracht. De kerk van Sint Odilienberg wordt bij deze gelegenheid onder het drievoudig patronaat van Wiro, Plechelmus en Otgerus geplaatst. Enkele weken tevoren had bisschop Reginaldus Cools een aflaat van 40 dagen verleend “tot verheffing van de Reliquiën van de heyligen Wiro, Plechelmus ende Otgerus”.

Het duizendjarig bestaan van de kerkstichting door Wiro en de zijnen werd in 1706 groots gevierd in juli rond de feestdag van Plechelmus.  Pelgrims en bedevaarten blijven komen, ook en toenemend eind 19e eeuw naar de grondig gerestaureerde kerk. Op 16 juni 1887 bevestigde paus Leo XIII dat de verering van de drie parochiepatronen legitiem was (mocht daar nog aan getwijfeld worden!)
De vroege evangelisatie van de drie Angelsaksische geloofsverkondigers en hun betekenis voor de regio was ook voor Rome bepalend bij de Verheffing van de kerk tot basilica minor in 1957.

In onze herinnering leven zij voort als trouwe geloofsverkondigers die met onuitputtelijke ijver vele mensen uit de duisternis van het ongeloof tot het licht van de waarheid hebben geroepen. Zo hebben zij als Gods vrienden eeuwige roem verworven.
Een gedeelte van het eerbiedwaardig gebeente van de drie Heiligen rust in het reliekschijn onder het altaar van de parochiekerk op de Kerkberg, waar dagelijks de verrezen en levende Christus aanwezig komt in de H. Eucharistie bij het consacreren van brood en wijn.  De heiligheid van de drie Heiligen verwijst tenslotte altijd naar de absoluut Heilige: God Zelf. In 2014 keurde Congregatie voor de Geloofsleer voor de Kerkberg het proprium van de heilige Wiro, Plechelmus en Otgerus voor onze parochie goed. 

Vragen wij om voorspraak van onze drie patroonsheiligen dat vanaf onze Kerkberg het geloof mag worden gevierd en verkondigd, zoals dat in ieder geval vanaf de achtste eeuw is gebeurd.