woensdag 12 april 2017

Het kostbare en levengevende Kruis van Christus


Het kostbare en levengevende Kruis van Christus

Iedere apostel juichte in het kruis, elke martelaar werd erdoor gekroond en elke heilige erdoor geheiligd.

O allerkostbaarste gave van het kruis! wat een schittering om te zien! Het heeft niet het vóórkomen te bestaan uit een mengeling van iets goeds en iets kwaads, zoals dat hout in Eden, maar het kruishout is geheel schoon en bevallig zowel om te zien als om te genieten.
Het is immers het hout, dat leven voortbrengt, geen dood. Het maakt licht en verduistert niet, leidt binnen naar Eden en voert niet naar daarbuiten. Het is dat hout, waarop Christus stijgt als een koning op zijn vierspan, de duivel met diens dodelijke macht overwon en het menselijk geslacht verloste uit zijn tyrannieke slavernij.
Het is dat hout, waarop de Heer – als een alleruitmuntendste strijder in de strijd aan handen en voeten gewond en ook aan zijn goddelijke zijde – de wonden, van misdadigers ontvangen, genas, onze natuur namelijk, die door de verderfelijke slang was gewond.
Eerst gedood door het hout vinden wij nu het leven weer terug door het hout. Eerst door het hout bedrogen, hebben wij nu de misdadige slang op het hout overwonnen. Voorzeker, nieuwe en vreemde ruilingen. In plaats van de dood wordt het leven gegeven, voor het bederf het onbederfelijke, voor de schande de glorie.
Niet zonder reden dan ook riep de H. Paulus uit: Ik kan niet anders roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld!
Want die hoogste wijsheid, die als het ware van het kruis opbloeide, heeft de verwaandheid van de wereldse wijsheid en de hoogmoed van de dwaasheid gelogenstraft. Allerlei goede zaken, die uit het kruis ontstaan zijn, hebben de kiemen van slechtheid en boosheid weggesneden.
Reeds vanaf het begin van de wereld waren er tenminste al kenmerken en aanwijzingen van zeer merkwaardige dingen, als symbolen en voorafbeeldingen van dit hout. Immers iedereen kan het zien, die gedreven wordt door verlangen om het te weten. Is Noë met zijn kinderen en vrouwen en dieren van elk soort niet door een goddelijk besluit met een weinig hout ontkomen aan de vernietiging door de zondvloed?
En wat betekende verder de staf van Mozes? Was dat geen beeld van het kruis? Want nu eens veranderde die staf water in bloed, dan weer verslond zij de bedriegelijke slangen van de magiërs; weer bij een andere gelegenheid verdeelde hij met een slag de zee in tweeën, en daarna liet hij de golven van de zee weer terugstromen en deed hij de vijanden omkomen; maar hen, die tot het wettige volk behoorden, beschermde hij.
Zo was ook de staf van Aäron, die nog dezelfde dag bloeide en daarmee de wettige priester aanwees, een symbool van het kruis.

Abraham heeft vooraf dit kruis bemerkt, toen hij zijn zoon vastgebonden op een houtstapel legde. Door het kruis werd de dood gedood en aan Adam het leven teruggeschonken. Iedere apostel juichte in het kruis, elke martelaar werd erdoor gekroond en elke heilige erdoor geheiligd. Door het kruis bekleden wij ons met Christus en leggen wij de oude mens af. Door het kruis zijn wij tot een kudde, als schapen van Christus, bijeengebracht, en bestemd voor de hemelse schaapstel.
(H. Theodorus Studita, Oratio in adorationem crucis: PG 99, 691-694. 695. 698-699)