donderdag 18 augustus 2016

Johannes Ruusbroec, Kanunnik van Sint Augustinus en mysticus *1293 Ruisbroek - + 1381 Klooster Groenendaal


De kloosterling draagt Christus’ kleed 7
Het kleed zonder naad (2)
Aan deze volheid van karitate hebben wij deel, als ledematen van het Mystieke Lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. Wij ontvangen deze deelhebbing in het heilig Doopsel, waarin de ‘bekering’ der ziel tot God op bovennatuurlijke wijze plaats vindt. Ruusbroec beschrijft dit eerste samentreffen dit ‘ontmoet’ van God en de ziel aldus: “Waar God en de ziel elkaar in de eenheid van minne ontmoeten, daar geeft God het licht zijner genade boven de tijd, en de ziel van haar kant geeft haar vrije toekeer, door de kracht der genade, in een korte tijdstond; en daar wordt in de ziel karitate geboren tussen God en de ziel. Want karitate is een minne band tussen God en de minnende ziel” (Brulocht, I, 109). In navolging van die van Christus zal ook onze karitate een dubbele oefening omvatten, opwaarts tot God en nederwaarts tot de medemensen (1). Deze karitate moet ook al de andere deugden bezielen, sieren, overvormen. Zoals al Christus’ werken, daden en deugden, door zijn geschapen, maar in volheid ontvangen karitate ‘overvormd’ waren, zo moet ook onze deugdbeoefening door Christus’ karitate worden overvormd, er een gedeeltelijke, onvolmaakte, in tijd en ruimte verspreide en beperkte beleving van worden. Daardoor groeien wij in genade d.i. in deelhebbing aan Christus’ volheid van genade; daardoor leven wij van zijn leven; dat is in waarheid ons geestelijk leven.

(1) In zijn 17de Homelie in Evang. Luc. zegt de H. Gregorius de Grote: “Er zijn twee geboden van de christen: de liefde tot God en tot de naaste. Om caritas te hebben moeten er minstens twee termen zijn. Niemand kan toch in eigelijke zin caritas tegenover zichzelf hebben, doch de liefde moet op een ander gericht zijn om caritas te zijn”. Wellicht beantwoordt in Ruusbroerc’s terminologie de benaming ‘liefde’ nog best aan het Latijnse ‘dilectio’, ‘minne’ aan ‘amor’ en ‘karitate’ aan ‘caritas’.