woensdag 25 februari 2015

"Doet boete, want het rijk der hemelen is nabij" (Paus Benedictus XVI)


Doet boete, want het rijk der hemelen is nabij (Mt 4,17). De boete behoort tot het wezen van het Christendom. Wat Christendom eigenlijk is, wordt in de geschiedenis van de Apostelen omschreven in de zin: God heeft aan de volkeren de boete geschonken, die tot het leven voert. In het Nieuwe Testament wordt Jezus meerdere malen vergeleken met de profeet Jonas. Jezus is de nieuwe Jonas, die uiteindelijk doet wat bij Jonas eigenlijk slechts een visioen blijft van Gods wereldomspannende liefde. De stad Ninive zondigt. Het onverwachte gebeurt: de mensen van Ninive zien in, dat hun levenswandel afschuwelijk is en dat hun stad eigenlijk haar bestaan door eigen schuld verloren heeft. Zij doet boete. Het is genade, dat God de stad niet eenvoudig aan haar lot over laat, want een stad die zó leeft, vernietigt zichzelf. Tegenwoordig zien we voor onze ogen gebeuren wat zelfvernietiging betekent en dat dit bestaat. We zien, hoe voor mensen die steeds verder verwijderen van de waarheid van God, het leven beangstigend en onheilspellend wordt, zodat ze vluchten in drank of drugs of door terreur een totaal nieuwe wereld en een nieuw leven willen scheppen. Het is genade, dat God niet eenvoudigweg de zonde tot volledige uitwerking laat komen, maar tot bekering oproept, en het is genade, dat God die bekering aanneemt. Genade betekent niet, dat de mens uitgeschakeld is en dat alles onverschillig wordt. Genade betekent, dat voor de mens boete mogelijk wordt gemaakt en dat deze wordt aangenomen.

Uit: Joseph kardinaal Ratzinger, Dogma und Verkündigung, p. 323 e.v., in Mitarbeiter der Wahrheit. Gedanken für jeden Tag (van dezelfde auteur). Pfeiffer, München 1979, p. 92.