Tweede lezing lezingendienst
Uit de homilie van paus Johannes Paulus II bij de zaligverklaring van Laurentius Ruiz en gezellen te Manila
De grootste daad van eredienst en van liefde tot God hebben zij verricht door het offer van hun bloed.
Overeenkomstig zijn belofte in het evangelie erkent Christus stellig bij zijn hemelse Vader de trouwe bloedgetuigen als de zijnen die Hem hebben beleden bij de mensen.
De lofzang ter ere van God die zojuist door ontelbare stemmen is gezongen, is een echo van de lofzang ‘U, God, loven wij’, gezongen in de Santo Domingokerk in de avond van 27 december 1637 na het bericht van de marteldood van een groep van zes christenen in Nagasaki. Onder hen bevond zich het hoofd van de missie, pater Antonio González, een Spaanse dominicaan uit León, en Laurentius Ruiz, een huisvader, geboren buiten de muren van Manila, in de voorstad Binondo. Op hun beurt hadden ook deze getuigen voor de Heer die barmhartig is en machtig, psalmen gezongen, zowel gedurende hun verblijf in de gevangenis als tijdens hun terechtstelling door middel van de galg of door opsluiting in een put, een marteling die drie dagen duurde.
Het geloof overwint de wereld. Als een zon verlicht de prediking van dit geloof allen die tot de kennis van de waarheid willen komen. De kracht van de christelijke traditie is immers overal dezelfde, ook al zijn er in de wereld vele talen.
Door zijn bloed heeft de Heer Jezus zijn volgelingen werkelijk verlost. Hij heeft hen bijeengebracht uit elke stam en taal en volk en natie om hen voor onze God tot een koninkrijk van priesters te maken.
De zestien zalige martelaren hebben in de uitoefening van hun priesterschap - dat van het doopsel of van de heilige wijdingen - de grootste daad van eredienst en van liefde tot God verricht door het offer van hun bloed in vereniging met Christus’ eigen kruisoffer. Zo hebben zij op de voor mensen meest volmaakte wijze Christus als priester en slachtoffer nagevolgd. Tegelijk was dit een daad van de grootst mogelijke liefde jegens hun broeders en zusters, voor wie wij allen krachtens onze roeping onszelf moeten offeren naar het voorbeeld van de Zoon van God, die zichzelf voor ons heeft geofferd.
Zo heeft ook Laurentius Ruiz gehandeld. Door de heilige Geest naar een onvermoed doel geleid via een avontuurlijke reis, heeft hij ten overstaan van het gerechtshof verklaard dat hij christen was en zou sterven voor God, voor wie hij zijn leven wel duizendmaal wilde geven: ‘Zou ik duizend keer kunnen leven, ik zou steeds mijn leven geven voor Hem. Nooit zal ik mijn geloof ontrouw worden. U kunt mij doden, als u dat wilt. Sterven voor Christus, dat wil ik!’
Deze woorden zijn een samenvatting van zijn persoon, een beschrijving van zijn geloof; zij verklaren ons het motief van zijn dood. Op dat ogenblik legde deze jonge huisvader getuigenis af van het geloofsonderricht dat hij, op school bij de dominicanen in Binondo, had ontvangen. Hij bekroonde dit geloofsonderricht met deze woorden, want catechese kan niets anders dan Christus als middelpunt hebben, zowel vanwege het mysterie dat haar inhoud is als vanwege het feit dat bij monde van de verkondiger Christus zelf onderricht geeft.
Door het voorbeeld van Laurentius Ruiz, zoon van een Chinese vader en een inheemse moeder, worden wij eraan herinnerd dat het leven van ieder - en wel heel ons leven - ter beschikking van Christus moet staan.
Christen-zijn betekent immers: geven, elke dag opnieuw, als antwoord op de zelfgave van Christus die in de wereld is gekomen, opdat allen leven zouden bezitten, leven in overvloed.