dinsdag 24 september 2019

"Wie zijn gebedsleven baseert op het gevoel, bouwt op zand"

1. Wie zijn gebedsleven baseert op het gevoel, bouwt op zand. Hoevelen doen dit zonder er zich rekenschap van te geven! Vooral wanneer men jong is en in een vrome en beschutte omgeving leeft, worden verbeelding en gevoel gemakkelijk door  religieuze bezieling meegesleept. En men kan niet ontkennen dat dit de gewone weg is  der beginnelingen, de zoetigheid waardoor de kinderen worden gelokt. Maar reeds in  dit stadium is het zaak zo spoedig mogelijk het gebed te funderen op de             onbedriegelijke bodem van het naakte geloof, van het loutere aanhangen van de geest aan God omdat Hij God is, onafhankelijk van alles buiten Hem. Verzuimt men deze  geestelijke onthechting na te streven, dan loopt men groot gevaar in latere jaren  waarin de gevoelige godsvrucht zonder twijfel, en om vele redenen, meestentijds of  geheel zal uitblijven, het gebed te verwaarlozen en in lauwheid of in een soort naturalisme te vervallen. En bovenal, men verspert zich de weg tot ware vooruitgang      die alleen mogelijk gemaakt wordt door de ontlediging van de geest.                            

2.  „De tocht van de ziel naar de vereniging met God wordt een  nacht  genoemd om drie redenen. De eerste is ontleend aan het punt van de uitgang: de ontlediging van het verlangen naar alle genoegen in alle dingen van deze wereld door de onthechting.
De tweede reden is gelegen in de weg waarlangs de ziel reist: het geloof, want geloof is, gelijk de nacht, duister voor het verstand.              
En een derde reden wordt gevonden in het doel waarnaar de ziel streeft: God, onbegrijpelijk en oneindig, die in dit leven nacht is voor de ziel”   (Johannes van het Kruis).                            
Het geloof ligt aan de wortel van de ware onthechting, omdat het ons de alles  overtreffende waarde toont van het koninkrijk Gods en derhalve ook de betrekkelijke waarde van al het andere. Het schenkt die bepaalde geesteshouding, welke alleen door de ervaring gekend kan worden, want geheel anders dan men verwachten zou, veroorzaakt deze onthechting een grotere liefde voor onszelf, de mede- mens en alle schepselen en geen geringere. Alleen is zij anders dan vroeger, minder koortsig, meer omvattend, zuiver, helder. Zij schenkt ons andere ogen, die ons de van God vervulde schoonheid van al het aardse doen aanschouwen.

W. Grossouw "Innerlijk leven"